e
Ingrid Smit
O
Steeds meer wantsen V
vijfjaarsgemiddelde aantal waterpiepers bij de Viaamse kreek
in de periode 2001-2020
35
30
20
15
10
2011-2015
2016-2020
Vlaamse kreek
2001-2005
2006-2010
2011-2015
2016-2020
A
B
C
D
gemiddelde
2
8
6
30
aantal tellingen
35
52
58
55
aantal vogels
93
430
355
1638
snel van slaapplaats kunnen wisselen.
Uit de waarnemingen bij de Vlaamse kreek lijken de
gemiddelde aantallen waterpiepers op de slaapplaats de
laatste vijfjaar aanzienlijk te zijn toegenomen.
*Het waargenomen en beschreven slaapplaatsgedrag wordt
ook beschreven in de literatuur (Witt 1983 in Cramp, 1988
en van den Berg,1974). De verkenningsvluchten boven de
slaapplaats waarbij steeds meer vogels zich aansluiten in
een zwerm wordt in meerdere van de onderstaande boeken
beschreven. Het waargenomen voorverzamelen in bomen
zoals bij het Groot- Eiland wordt door sommige schrijvers
gemeld (Cramp,1988 en Van den Berg, 1974) en lijkt soms
ook niet overal voor te komen, zoals uit waarnemingen bij de
Vlaamse kreek en Saeftinghe blijkt.
Hopelijk is dit artikel een aanmoediging voor andere vogelaars
om ook eens naar waterpiepers te gaan kijken op slaapplaatsen
en nieuwe slaapplaatsen te ontdekken. Zelf ben ik aangestoken
door het piepervirus en het is in deze coronatijden een mooie
invulling van mijn vrije tijd gebleken. Er blijft nog veel te
ontdekken aan deze vogels. Mijn waterpieper project is nog
niet afgelopen en zal zeker een vervolg krijgen. Ik wil graag
Franklin Tombeur, Marc Buise en Andre Bourgonje bedanken
voor het beschikbaar stellen van literatuur en/of tips voor het
schrijven van dit artikel.
Ook wil ik Staatsbosbeheer bedanken voor het verstrekken van
een vergunning voor inventarisaties bij de Vlaamse Kreek.
Bibliografie
Alstrom, P., Mild, K. e. (2003). Pipits and Wagtails of Europe
Asia and North America. Helm.
BergM. v. (1974, Juli). De Waterpieper in het Amsterdamse
Bos en enige opmerkingen over het voorkomen.
Mededelingen van de KNNV- VWG Amsterdam Jaargang 12,
No 2, pp. 5-20.
Bijlsma, R G, Hustings F. en Camphuysen C. J. (2001).
Algemene en schaarse vogels van Nederland.
Bijlsma, R. 1977). Voorkomen en ecologie van Anthus
spinoletta spinoletta en A.s littoralis in de uiterwaarden van
de Rijn bij Wageningen. Limosa 50, 127-136.
Blotzheim, G. v. (sd). Handbuch der Vogel Miitteleuropas
band 10/11 passeriformesMotaciildae-Prunellidae. 1988.
Bohm, C. (2000). die Wasserpieper: Vom Meeresstrand zum
Gletscherrand
Brandenburgischen, O. (sd). Vogelwelt von Brandenburg und
Berlin. Arbeitsgemeinschaft Berlin.
Buise, M., Tombeur, F. 1988). Avifauna van Zeeuws-
Vlaanderen.
Bun, H. (2016). Over Waterpiepers en het verschil met
Oeverpiepers. De Steltkluut, 2016( 1).
Cramp, S.e.(1988). Handbook of the birds of Europe, the
Middle East and NorthafricaTyrant flycatchers to Thrushes
volume V.
Els P., v., Winden E., v., Klaassen Olaf, S. L. (2020).
Gemeenschappelijke slaapplaatsen in Nederland: resultaten
van 10 jaar tellen. Limosa 93.2, p. 92.
https://www.iucnredlist.org/species/22718571/131988012.
(sd). waterpieper op de iucn red list ofTreathened species.
Hustings F, v. d. (2006). Avifauna van Limburg.
Impe J., v., Steen J., v.d.(1969). de eerste
verwinteringsgevallen van de Waterpieper in Zeeuws-
Vlaanderen. de Wielewaal 35 (4), 104-106.
Johnson, I. 1970). The Water Pipit as a Winter Visitor to the
British Isles. BirdStudy 17:4,297-319.
Lensink R, V.A.(1993). Vogels in het Hart van Gelderland.
natuurpunt, (sd). https://www.natuurpunt.be/nieuws/
waterpieper-ruilt-tirolerzomer-voor-onze-natte-
winters-20111223.
Seggelen, C.v.(1999). Vogels van de Groote Peel: Een
eeuw avifauna in een veranderend hoogveenlandschap.
MaastrichtStichting Natuurpublicaties Limburg.
Si mms, E. 1992). British Larks and Wagtails. Frome, Somerset,
UK: Buder en Tanner.
SOVON. 1987). Atlas van de Nederlandse Vogels.
SOVON. (2018). https://stats.sovon.nl/stats/soort/10141.
Terlouw S, d. J. (2020). Avifauna van de Biesbosch.
Tombeur, F. 1975). Zwartenhoek een evaluatie. Vogelwacht
de Steltkluut.
Vinicombe, K., HarrisA. e. (2014). Vogeldeterminatie.
Kosmos.
vogelbescherming, (sd). https://www.vogelbescherming.
nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/
waterpieper.
Wemham Chris, M. T. (2002). Migrationatlas Movement of the
Birds of Britain and Ireland.
Steeds meer wantsen
Rode halsbandschildwants. Foto Bert van Broekhoven
Het aantal soorten wantsen in Nederland groeit gestaag. De
kleurige Pyjamaschildwants met zijn opvallende rood-zwart
gestreepte schild is in tien jaar tijd een algemene verschijning
geworden. De Kleefkruidschildwants werd in 2019 voor de
eerste keer gezien in Nederland. Vorige zomer werden er
op het Eiland van de Meijer bij Terneuzen op een dag al 23
gespot. Steeds meer wantsen weten door klimaatverandering
te overleven in Nederland. Ze kwamen hier op eigen kracht
uit zuidelijker streken of liftten mee met vrachtvervoer uit
verre oorden. Tussen de jaren 2000 en 2020 zijn er 54 soorten
voor het eerst waargenomen in Nederland en kwam de teller
op 661 soorten te staan. In 2021 zijn er alweer zeven soorten
bijgekomen. Tijd om eens extra aandacht te besteden aan deze
insectengroep, die helaas vooral geassocieerd wordt met vieze
luchtjes of bekendheid geniet als ongewenst gast in bed.
Naast bekende wantsen als de bedwants en de
schaatsenrijder scharrelen en zwemmen er op de wereld
zo'n veertigduizend verschillende soorten wantsen rond. In
Nederland waren er lange tijd weinig waarnemers die zich
met deze beestjes bezig hielden. Volgens entomoloog en
wantsenspecialist Berend Aukema kwam dat vooral omdat
er weinig determinatie literatuur voor handen was. De
Veldgids Wantsen van EIS Kenniscentrum Insecten, bracht
daar verandering in. Deze gratis te downloaden gids werd
gepubliceerd als onderdeel van het Wantsenproject van EIS
en er staan duidelijke omschrijvingen en mooie foto's in van
de 86 meest voorkomende soorten in Nederland. Doel van
het Wantsenproject was om op basis van zoveel mogelijk
waarnemingen een verspreidingsatlas te publiceren met een
overzicht van alle in Nederland levende wantsen. Inmiddels is
deze atlas vorig jaar verschenen.