O
4
Steeds meer wantsen
Wantsen bestaan er in vele kleuren en maten; van een paar
millimeter tot wel 4 cm. Door leken worden ze vaak aangezien
voor kevers. Dat is begrijpelijk. Beide insectengroepen hebben
rugschilden in uiteenlopende kleuren en patronen. Toch zijn
er een paar essentiële verschillen. Zo hebben wantsen geen
kaken, maar een zuigsnuit. Daarmee zuigen ze sap uit planten
of uit hun prooi als het rovers zijn. Net als kevers hebben
wantsen twee paar vleugels. Bij wantsen zijn de voorvleugels
echter deels hard en deels vliezig. Dat laatste komt bij kevers
niet voor.
Vervellen
Wat wantsen misschien nog wel het meest van kevers
onderscheidt is de manier waarop kleine wantsjes groot
worden. Kevers worden geboren als larve, verpoppen zich
en zijn pas dan herkenbaar als kever. Groeien doen ze dan
niet meer. Wantsen kruipen uit hun dopvormige eitje als een
miniwants die nimf wordt genoemd. Deze jongen hebben nog
geen vleugels, maar hebben verder vrijwel dezelfde bouw als
hun ouders. Pas na vijf a zes vervellingen zijn ze volwassen en
geslachtsrijp en kunnen ze vliegen.
Nimfen kunnen nog wel andere kleuren hebben dan hun
ouders, waardoor je in eerste instantie kan denken dat je met
een heel ander insect te maken hebt. Zo is de nimf van de
Blauwe schildwants rood. De nimf van de felrood gekleurde
Pyjamaschildwants ziet er onopvallend uit en zijn bovenlijf
heeft slechts bruine tinten. De jonge Groene schildwantsen
zien er juist weer opvallender uit. Hun ouders zijn egaal
groen, maar de jonge schildwantsen zijn veel opvallender
getekend. Er zijn ook vrouwtjes wantsen (binnen de familie van
kielwantsen) die voor hun eieren en jonge nimfen zorgen en
ze verdedigen tegen roofdieren. Dat doen ze niet alleen voor
hun eigen jongen, maar ook voor die van andere vrouwtjes. In
Jeneverbeskielwants, Foto Bert van Broekhoven
Nimf (jonge) pyjamaschildwants. Foto IngridSmit
de insectenwereld is dit een vrijwel uniek verschijnsel. Op de
site ahw.me/indexwantsen.htlm zijn prachtige foto's te zien van
de verschillende stadia van nimfen van uiteenlopende soorten
wantsen.
Zeeuws-Vlaanderen
Klimaatverandering is de belangrijkste oorzaak van het
stijgend aantal soorten wantsen in Nederland. Soorten die
voorheen vooral in Midden- en Zuid Europa voorkwamen,
kunnen door de stijging van temperaturen inmiddels
ook in Nederland overleven en zich verder verspreiden.
Zeeuws-Vlaanderen is als zuidelijke provincie een geschikte
plaats gebleken om nieuwkomers waar te nemen. Zo werd
tijdens het 1001-soorten project in Axel de Sierlijke schildwants
gespot. In '92 werd deze zwart-rode wants voor het eerst
gezien in Nederland, maar daarna nauwelijks meer. In de
inleiding werd al de Kleefkruidschildwants genoemd. De Valse
zuringrandwants is tot nu toe alleen in Limburg en Zeeuws-
Vlaanderen gezien. Nog een andere bijzondere vondst is de
wolfsmelkgraafwants. In Midden Limburg was langs de Maas
ooit een vindplaats, maar die was door ontginning verdwenen.
Lucien Calle en Cathy Maas vonden dit beestje in Vogelwaarde.
Namen
Wantsen zijn nogal eens naar een plant vernoemd. Dat is
met reden. Veel wantsen zijn monofaag, dat wil zeggen
dat ze het liefst sap opzuigen van een bepaalde plant of
aanverwante planten. Er zijn nog talloze andere voorbeelden
van wantsen die naar hun favoriete maaltijd zijn genoemd,
zoals de Knoopkruidschildwants, de Luzernesierblindwants, de
Dovenetelgraafwants, de Berkenwants en de Jeneverbeswants.
Niet alle wantsen zijn overigens zo kieskeurig als hun naam
doet vermoeden. De wijnrood-groen gekleurde Bessenwants
leeft in kruidenrijke biotopen en zuigt aan verschillende
planten. Deze algemene wants heeft wel een nadeel. Wanneer
hij over een braam heeft gelopen, kan die braam daarna een
bittere bijsmaak hebben.
De steltkluut isnie 2022
Geurtjes
Het afscheiden van geurtjes is een eigenschap die veel
wantsen bezitten en die hen een slechte naam heeft bezorgd.
Voor wantsen zelf is het afscheiden van allerlei geuren een
overlevingsmechanisme.Veel soorten leven solitairen zijn
daardoor op zichzelf aangewezen om zich te verdedigen
tegenover rovers als vogels en andere insecten. Dat doen
ze door een onaangename geur te verspreiden in de hoop
dat ze daardoor niet worden opgegeten. Het helpt hen ook
hun lichaam vrij te houden van eencellige bedreigingen als
schimmels en bacteriën. Helaas is deze techniek niet altijd
effectief. Er zijn sluipvliegen die toch hun eitjes weten te
leggen in wantsen en dat wordt de wants uiteindelijk fataal.
Wantsen gebruiken geuren ook als communicatiemiddel. In
de paringstijd verspreiden ze geuren om zo een partner te
vinden en te paren. Er zijn ook wantsen die middels geuren
elkaar laten weten waar het goed toeven is. De Grauwe
schildwants die in 1997 voor het eerst in Nederland werd
waargenomen aardt hier goed en verspreidt zich gestaag
over steeds meer provincies. Met de Nederlandse winters lijkt
deze wants uit zuidelijker streken nog wat moeite te hebben.
Voor zijn diapauze, een soort van winterslaap, zoekt hij een
beschutte, wat warmere plek en dat kan een woning zijn.
Als een geschikte plek gevonden is, signaleert de grauwe
wants zijn soortgenoten middels een geurtje, zodat zij bij
hem kunnen komen overwinteren. Zo kan het gebeuren dat
mensen in hun huis opeens een groep grauwe wantsen vinden
Het advies is om de wantsen dan voorzichtig te verplaatsen
naar een beschutte plek in de tuin of schuur of nog beter ze
gewoon rustig te laten slapen. Wanneer de temperaturen
buiten stijgen verlaten de wantsen het huis vanzelf en gaan
ze weer ieder huns weegs. Wie ze dood gaat slaan zal echter
worden afgestraft met een penetrante, onaangename geur.
Een bedreigde wants zal zich verdedigen.
Sierlijke schildwants. Foto Bert van Broekhoven
Tot slot roept de komst van zoveel nieuwe wantsen de
vraag op of deze nieuwkomers geen schade veroorzaken
in de Nederlandse natuur, zoals bijvoorbeeld de invasieve
Amerikaanse rivierkreeft dat doet. Volgens entomoloog
Aukema geldt dat echter niet voor wantsen. De nieuwkomers
verdringen geen andere soorten en hun natuurlijke vijanden
zoals parasieten zijn gewoon met ze meegereisd. Daarnaast
hebben natuurlijke vijanden van lokale wantsen, zoals
sluipvliegen en ei parasieten ook recente soorten zoals de
Pyjamawants en de Grauwe schildwants ontdekt. Kortom,
de nieuwkomers zijn tot nu toe gewoon opgenomen in de
Nederlandse natuur.
Kleefkruidschildwants. Foto Bert van Broekhoven
Wolfsmelkgraafwants. Foto Lucien Calle