Zwarte ibissen in de Putting
W'i
a
t-
kW®
Bijzondere waarnemingen in de regio
-4
V
w
i
H
Een drietal Zwarte ibissen verbleef wekenlang in de Putting bij Hengstdijk
Op 24 maart zag ik bijzondere silhouetten vanuit de auto
tijdens het passeren van de Putting. Direct rechtsomkeert
gemaakt en zo ontdekten we 2 zwarte ibissen in de Putting.
Het was al best laat dus de volgende ochtend weer terug om
te kijken of ze er nog zaten en ja hoor, ze liepen op dezelfde
plaats vlak naast een sloot met veel riet waar ze regelmatig
beschutting zochten. Nu kon ik ze in een appgroepje melden
zodat de mensen niet voor niets zouden komen. Al snel
kwamen de eerste liefhebbers naar de Putting om ze te
bewonderen. Op 18 april zag Dirk Verroken er ook één, maar
dan in de Braakman. Twee dagen later dook in de Putting een
derde exemplaar op. Deze was veel roder gekleurd aan de
kop, hals en rug dan de twee die er al waren. Misschien is het
die uit de Braakman, maar dat zullen we nooit zeker weten.
Duidelijk was wel meteen dat'onze7 twee de aankomst van de
nieuweling niet zo zagen zitten. Hij/zij mocht wel in dezelfde
plas foerageren, maar niet te dichtbij komen. Dan werd er toch
behoorlijk ruzie gemaakt. Als hij op iets grotere afstand bleef
was er niets aan de hand.
Begin mei, ruim 5 weken later zijn ze er nog steeds en al meer
dan 80 keer gemeld op waarneming.nl. En niet iedereen die
ze komt bewonderen meldt ze op dit invoerportaal. Ik zie veel
fotografen staan die er zeker ook van genieten, maar ze niet
melden. Dus de schare bewonderaars is best groot en zoals je
op de foto's kunt zien, ze zijn prachtig.
Heel vaak laten ze zich nog niet zien in onze omgeving, maar
het is zeker niet uniek. 25 maart 1897 werden er 2 gespot
in Canisvliet. Toentertijd gingen ze er anders mee om. In de
"Avifauna Zeelandica" staat dat het mannetje werd verzameld
voor de collectie van het KBIN in Brussel. Daar valt ook te
lezen dat er om de zoveel jaar één of enkele waargenomen
worden. Dit kunnen exemplaren zijn die uit gevangenschap
ontsnapt/vrijgelaten zijn, of dispersie van wilde vogels.
Dispersie is het verspreiden van meest jonge vogels die een
plekje voor zichzelf zoeken. Dat kan alle richtingen uitgaan.
Vaak pakt dat niet goed uit, maar soms komen ze op een
plek die perfect blijkt te zijn zowel qua veiligheid, voedsel als
voortplantingskansen. De laatste jaren worden ze wel vaker
gezien. Dit komt omdat het goed gaat met de soort, die vooral
in Zuid- en Zuidoost-Europa broedt. Uit ringmeldingen blijkt
dat ze vooral uit Spanje en Hongarije komen, maar momenteel
is er ook een broedpopulatie in Normandië.
Er wordt verwacht dat ze hier ooit wel zullen gaan broeden,
en dat doen ze in gemengde kolonies. Dat wil zeggen dat ze
vlakbij andere soorten broeden die
in bomen en struiken nesten maken.
Dat zou dus kunnen bij blauwe
reigers, lepelaars of zilverreigers. We
houden ze in de gaten.
Ze eten van alles wat ze in natte
weilanden en ondiepe plassen
kunnen vinden: slakken, insecten
en larven, vissen, kikkers en zelfs
nestelende vogels. Dus wat dat
betreft kunnen ze hier nog wel een
poosje blijven hangen.
'W KV LIhSx
Marian Sponselee (tekst) en Jo de Kind (foto's)
■i
'MMS