fflierensnelweg -rf te. Hf 'V .-6' Toon Hagenaar (tekst en foto's) Mierensnelweg Mart is samen met zijn papa in de tuin. Mart speelt niet. Hij kijkt naar zijn papa. Papa Reda is bezig op het terras. Met een schop tilt hij een tegel op. Hij pakt de tegel beet en brengt hem weg. 'Wat doe je?' vraagt Mart. 'Ik maak het terras kleiner/ zegt zijn papa. 'Waarom?' vraagt Mart. 'Mama en ik willen meer plantjes/ antwoordt papa. 'Zo komen er meer insecten. Vooral bijtjes.’ Mart begrijpt het. Hij is blij. Hij houdt van bijtjes en insecten. Hoe meer, hoe beter. 'Krijgen we dan ook een bijenhotel?' Max hier in de tuin?' Mart knikt. 'Ja, kijk/ zegt hij. 'Waar de tegel lag, is een soort van weg.' Mart wijst naar het zand, baar waar net de tegel nog lag. Het krioelt er van de mieren. Eén mier loopt wel heel hard. ‘Kijk, papa/ wijst Mart, 'baar gaat onze Max. Hij is de snelste.' Papa volgt het vingertje van zijn zoon. Hij ziet om welke mier het gaat. 'Wauw/ zegt hij. ‘bie gaat inder daad als een speer.' ‘Ja/ zegt Mart. 'Hamilton lijkt stil te staan.' Hij wijst naar een andere mier. Mama komt er ook bij staan, bie wijst naar iets anders. vraagt hij. 'Net als bij opa.' Papa knikt. Hij tilt weer een tegel op. Mart kijkt naar het zand dat eron der ligt. Hij ziet een paar wortels van de bomen. Ineens ziet hij ook iets anders. 'Papa/ roept hij opgewonden. 'Papa, kijk eens.' Papa heeft geen tijd, be tegel in zijn handen is erg zwaar. ‘Nu niet, Mart/ zegt hij. ‘Wauw/ zegt Mart. 'Kijk nou toch, papa, baar gaat onze Max.' 'Onze Max!' zegt papa. Hij begrijpt niet waar zijn zoon het over heeft. 'Welke Max bedoel je?' 'Onze grote favoriet/ zegt Mart. 'Max van de formule 1.' 'Max?' zegt papa verbaasd. 'Is onze 'Wat is dat?' zegt ze. Ze wijst op iets wits. 'Is dat een eitje?' Papa en Mart willen niet kijken. Ze willen weten of mier Max ook echt wint. En dat doet hij. Ruimschoots voor Hamilton. Nu kijken ze naar de vinger van mama, bie wijst op een wit dingetje. Een van de mieren draagt het bij zich. 'Kan het een eitje zijn?' vraagt Mart. ‘Ja, dat kan/ antwoordt papa. ‘Ze brengen het nu in veiligheid.' ‘Gaat hij anders dood?' vraagt Mart. Hij vindt het niet leuk als dieren doodgaan. ‘Nee, hoor/ zegt zijn papa, ‘beze niet. Kijk, ze nemen het mee en brengen het weg.' Mart volgt de mier die het eitje ‘En wat kunnen ze nog meer?' vraagt Mart. ‘Ze houden dieren, net als jij/ ant woordt papa. ’Houden ze dieren?' Mart begrijpt het niet. ‘Net als ik mijn konijntjes?' ’Ja. Ze houden luizen. Ze bescher men ze. Net als wij koeien melken, zo melken mieren luizen.' 'Waarvoor?' ‘Voor de honingdauw, bat bevat een soort suiker, bat gebruiken de mieren.' 'Aha/ zegt Mart, 'bat honingdauw is een soort van energiereep. baar worden ze zo sterk van.' 'Juist/ zegt papa, bat heeft die zoon van hem weer goed bedacht. draagt. Het eitje is groter dan de mier. ‘Wauw/ zegt hij. 'bie mier is sterk. Hij tilt iets op dat groter is dan hijzelf.' ‘Mieren zijn heel erg sterk/ vertelt papa. ‘Veel sterker dan wij?' ‘Ja, jongen/ zegt zijn papa. 'Sterker dan wij.’ 'Hoeveel sterker.?' Papa moet lachen. Mart is dol op lijstjes. Wie is de sterkste? Wie wordt de oudste en wie is het groot ste? 'Als de mier zo groot is als een mens/ zegt papa, 'dan kan hij met gemak een olifant optillen.' ‘Echt?’ Marts ogen worden groot. ‘Ja, echt waar.' Toon'a a rd Toon'aard <-4 9 ‘t stekkertje herfst2022 - OIL. *’- 4*-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2022 | | pagina 13