Broedzorg bij de Gewone kielwants (Elasmucha grisea)
Kerkzesoog (Segestria florentina)
Zandzakdrager (Dahlica triquetrella)
1
Bijzondere waarnemingen
Bijzondere waarnemingen
Bert Vanden Berghe (tekst foto)
Mooi, toch?
Gewone kielwants beschermt jonge nimfen.
Bert Vanden Berghe (tekst foto)
Bert Vanden Berghe (tekst foto)
Zandzakdrager
Kerkzesoog
Toen ik de voorbije zomer deze
wants zag, dacht ik eerst dat het
beestje geparasiteerd was - maar wat
opzoekwerk leerde dat het hier om een
heel bijzonder gedrag van deze soort
gaat: broedzorg!
Deze foto nam ik in juli, toen we ons
nog volop in een ongekende hittegolf
bevonden. Ook deze Kerkzesoog -of
Florentijnse muurspin- (Segestria
florentina) had het blijkbaar te warm die
dag, want zo vaak zie je ze overdag niet
buiten hun schuilplaats koekeloeren...
Niet meteen iets watje verwacht bij
wants... Broedzorg komt inderdaad
slechts bij 1 van alle op aarde levende
insecten voor. Dat is ook het geval bij het
genus Elasmucha, waartoe deze wants
behoort.
Het vrouwtje van de Gewone kielwants
legt meestal 1x in haar leven eitjes
(tot zo'n 40-tal) en beschermt de eitjes
en later de jonkies met haar eigen lijf»
meestal tot na de 2de vervelling.
Daarna blijft ze ook nog in de buurt
om haar jonge kroost (de nimfen) te
begeleiden tot ze volwassen zijn.
Maar het gaat nog verder dan dat: als er
een ander legsel in de buurt is, wordt dat
ook door het vrouwtje beschermd.
Ook zoeken de vrouwtjes elkaar op en
bewaken eikaars jongen waardoor grote
Typisch voor spinnen uit de familie
van de Zesoogspinnen (Segestriidae)
is het langwerpige, cilindervormige
achterlijf, en de rusthouding, vaak met 3
pootparen naar voren gericht.
Deze vrij grote en van oorsprong
mediterrane spin is in Nederland
zeldzaam, maar wordt wellicht vanwege
het milde (zee)klimaat, en misschien ook
geholpen door de klimaatverandering,
zo nu en dan gezien in Zeeland.
Het vrouwtje van de Kerkzesoog heeft
opvallend metallisch groen glanzende
kaken (dat kan je op deze foto zeer mooi
zien). Bij het mannetje zijn de kaken
bronskleurig.
Zesoogspinnen maken een buisvormige
schuilplaats van spinrag in holen, kieren
in muren, rotsen, tussen stenen of schors.
Vanuit de trechtervormige opening
van deze woonbuis lopen meerdere
signaaldraden of 'struikeldraden'
stervormig naar buiten. De spin wacht
in het donker de prooi af, waarbij de
voorste 3 pootparen buiten de opening
van de woonbuis steken. Wanneer een
prooi een signaaldraad raakt, schiet de
spin razendsnel naar buiten om de prooi
te overmeesteren, gif in te spuiten en
vervolgens het nest in te slepen.
hoeveelheden nimfen kunnen worden
aangetroffen.
PS: De Engelse naam van deze wants geeft
trouwens al wat weg: Parent Shield bug.
Op zich is deze spin al een heel
bijzondere verschijning, maar daarnaast
is het ook één van de weinige
spinnensoorten in Nederland die een
mens kunnen bijten. Bij de meeste
spinnen zijn de kaken niet groot of sterk
genoeg om dat te kunnen. De beet
is naar verluidt net zo pijnlijk als een
wespensteek.
Dus toch maar niet aaien, en vanop
veilige afstand de indrukwekkend
zwartgroen glanzende kaken
bewonderen!;-)
Gelukkig zijn deze spinnen, net als de
meeste soorten, totaal niet agressief en
gaan ze alleen bijten als ze zich écht in
het nauw gedreven voelen.
(Bronnen van de tekst: waarneming,
nl, wikipedia, André de Baerdemaeker
Steven Campbell - Natuurlijk Rotterdam)
Eind september merkte ik iets geks op: een klein, langgerekt
hoopje zand - ik dacht gewoon een vuiltje - bewoog zich
langsheen onze buitenmuur omhoog. Ik wreef m'n ogen
uit en keek nog eens goed: uit dat (nog geen centimeter
grote) dingetje kwamen vooraan een bruin kopje, een paar
miniscule segmentjes van een insectenlijfje en enkele pootjes
tevoorschijn. Het diertje was koppig en vastberaden zijn
vrachtje van korreltjes en stukjes plantenmateriaal naar boven
aan het zeulen, gewoon recht de muur op. Ik nam een foto en
Obs hielp me op weg: dit bleek een Zandzakdrager. Wat ik hier
zag was de vrouwelijke rups van een klein, onopvallend bruin
nachtvlindertje.
Zandzakdragers worden zelden opgemerkt: het rupsje hult
zich in een camouflagepak van zandkorrels, kleine onderdelen
van insecten en planten - dan val je op de grond al helemaal
niet op natuurlijk:-)
De vrouwelijke rups verblijft haar hele leven in dit
zelfgebouwde huisje, en zal daarin ook verpoppen. Eens
verpopt blijft ze vleugelloos. De mannetjes hebben wel
vleugels: zij vliegen weg en gaan op zoek naar een vrouwtje.
Die komen na verpopping uit hun zakje en wachten op een
mannetje. (Bij de zakdragersfamilie gaat het mannetje zelfs
vaak al klaarzitten bij de pop van een vrouwtje, om ermee te
paren zodra die uitkomt.)
(Bronnen van de tekst: wikipedia, Aglaia Bouma (Insectenrijk),
waarnemingen.be)
PS: Over zakdragers (en Kokermotten) vond ik online deze mooie
pagina: https://keesboelenatuur.blogspot.com/2014/05/vlinders-
uit-een-zakje.html
De natuur vlakbij, gewoon in onze tuinen en omheen onze
huizen, blijft toch verbazen...
(Bronnen van de tekst: keesboelenatuur.blogspot.com,
vroegevogels.bnnvara.nl, wikipedia, waarneming.nl)
Maar wat blijkt nu: in de Benelux (en grote delen van Europa)
verschijnen nooit mannetjes! Alleen vrouwtjes worden gezien.
Deze leggen vruchtbare eitjes zonder dat er een mannetje
aan te pas komt. Dat heet ongeslachtelijke voortplanting
(of parthenogenese), iets wat ook veel voorkomt bij bv.
bladluizen.
Het vrouwtje legt trouwens ook haar
eitjes in deze webtunnel, en sterft dan
vaak. Wanneer de jonge spinnetjes
uitkomen, is hun eerste hapje vaak hun
moeder...
PS2: op de rug van deze wants kan je een
wit bolletje zien. Dat is een (larve van een)
mijt die meelift. Ik heb nog niet kunnen
achterhalen welke mijt dit mogelijk kan
zijn...
De Steltkluut winter2022
Dit vrouwtje had haar nestje gemaakt
in een gaatje in één van de betonnen
paaltjes van onze schutting. Enkele
maanden daarvoor had ik er ook al eentje
opgemerkt op de muur van onze garage.
g’