- 4-0 -
GERAADPLEEGDE LITERATUUR
J.W.Berkelbach van'der Sprenkel en C.D.J.Brandt
"De pelgrimstocht der mensheid'7
Zeist I960-7.
H. Brugmans
"Geschiedenis van Nederland", dl VIII
Utrecht-Antwerpen 1957 -
P.J. Oud
"Honderd jaren, 184-0 - 194-0" P
Assen 1954-
VLISSINGEN L.A. DE WITTE
ZEEUWSE IMMIGRANTEN
Als wc een onderzoek verrichten naar wat we van onze
voorouders in de oude b.oeken vinden vermeld, doen we
herhaaldelijk verrassende ontdekkingen. En die krijgen
dan nog meer reliëf als we proberen en soms gelukt
dat nog aardig eens wat meer over de betreffende
persoon te weten te komen.
t Zo kwam ik bij de nasporingen naar mijn voorouders zo
i 1815 voor 't eerst er een te gerij die van buiten onze
provincie kwam. Een immigrant zouden we dus.kunnen zeg
gen.
In het o ve r lij de ns register der gemeente Katte ndijke las
ik dat op 25 november 181? om 6 uur 's morgens was over
leden JM KOERT, oud 61 jaar, landbouwer. .Van dit over
lijden werd aangifte gedaan door zijn zoon JACOB KOERT,
van wie bij een andere akte werd opgegeven als beroep s
"Opzichter over de cultuur". In weef. een.andere akte is
zijn beroep vermeld alss "Over-opziener".
Je vraagt je dan natuurlijk af, waar en over wat voor
cultuur hij dan het opzicht had. Nu, met enige moeite en
mede dank zij oude familieverhalen, kwam ik er spoedig
achter, dat zowel Jan als Jacob Koert hoofdopziener
over- de cultuur van de "Wilhelminapolder" waren. Met de
zeer gewaardeerde medewerking van de heer Keukelaar,
hoofdboekhouder van de. Wilhelminapolder,heb ik in de
oude archieven op het kantoor te Wilnolninadorp een on—
- 4-1 -
derzoek voor nadere gegevens kunnen instellen. Zo kwam
ik tot het volgende verhaal. -
Tri de zomer van 1809 werd een aanvang gemaakt met de
inpoldering van de schorren tussen het eiland Wolf aarts
dijk, de Oost-Be vel andpolder en Zuid-Bevel and. Dat wa
rén de Hongersdijkse schorren zo genoemd naar een
dorp dat - 1550 daar in de goven moet zijn verdwenen),
de Mosselbahk en de. Go'enje. U vindt- de namen terug in
dé boerderijnamen in de Wilhelminapolder.
Deze inpoldering gebeurdedoor een Rotterdamse, combi
natie van kooplieden, 'reders- en bankiers-. Vandaar dat
Hoeve V de naam draagt van "Rotterdam"Reeds in 18.10
was de bedijking dóór dé aannemers Theunis Blanken en
Jacobus Bosdijk, te Goes, voltooid. De^polder kreeg de
naam "Loó.ewijksp older", naar de toen hier regerende ko
ning Bodewijk Napoleon. -Deze naam werd m.i.v. 8 maart.
1815 gewijzigd, in "'Wilhelminapolder", naar de ge ra al in
van Koning Willem I.
Toen de bedijking was voltooid begon het moeizame werk,
om'de ingepolderde gronden In cultuur te brengen.Uiter
aard werd. een deskundiglandbouwer aangesteld, om het
toezicht en de leiding daarover uit te oefenen. In het
begin is het vinden van do juiste man nogal moeilijk ge
weest. Althens over de eersten waren spoedig klachten,
zodat de hoofdcommissie (van aandeelhouders) het con
tract, dat zij wijselijk sloten voor do tijd van 1 jaar
tegelijk, niet verlengde.
In 1815 -werd besloten dat één van de aandeelhouders,
Gualthorus Jacob van den Bosch, in Goes zou gaan wo
nen, teneinde persoonlijk toezicht op de werkzaamneden
in de polder te houden. 'Deze G. J. van den Bosch sr.
was dus de eerste directeur van-de Wilhelminapolder.
Voor het toezicht op het eigenlijke -1 andbouwwerk kwam
een nieuwe ovcr-opziener mee. Deze was doosp een andere
aandeelhouder, A.Q. Kolff te Middel harnis, aangeworven.
Op 9 februari 1815 werd de-, overeenkomst gesloten te
Rotterdam met "Jan Koert, bouwman, thans wonende te
Stad aan 't Haringvliet". t
Ook nu v/as de overeenkomst gesloten "voorlopig voor
1 jaar", ingaande. 1 mei 1815 Aardig is het in de ze
overeenkomst te lezen, wat zoal de rechten en verplich
tingen waren. n
De werkzaamheldnvan de over—opziener van de Lodewijks—