- 46 - bestond. Daar alios als vooren gezegt goedekoop bleef s kon ik en mijn zwager De Regt be zwaarelijkonze pachten bestrijden. Ik deed een voorstel aan mijn moeders zij zou aar huis verkoopen, daar zij woonde binnen Reuzen, en komen wonen op ste, en alzoo met mijn en zwager De Regt komjfecieheusheijd gebruiken en tevens een 'verminde- ringe- in minnelijke schikingen van pacht daar stellen. Zoo zouden wij de goedkoopte kunnen verduuren. Deze gezegde vond moeder goed. Aar huis verkocht zij aan -J. du Pree voor een som van vijftienhondert gulden en alles liep uit, als het waar boven verwagting. Daar ook 'in voorschreve jaar 23 alles goede koop was, had ik ook het geluk, een parteitje land te pachten aan per gemet, ten groote 21 geniete en eerdge roeden, van den Heer Ponteijn. - In het jaar 1824 hebben der buiten gewoon rupsen ge- eerst, ja het was verbaaszent zulks te moeten aanschou wen* Zij aaten bijna alle vrugtboomen kaal? wat alstans de. appels betreft heeft men twee jaar na den anderen weijnig ófte niets af getrokken. Dus men konde zeggens een plaag. In 182-3 is.Kanaal van Reuzen naar Sas van Gend gegra ven. Dit verwekte veel onaangenaamheid en nadeel voor veel' al menschen. Het was niet alleen, dat men zijn gron den moeste ontberen, maar daar ben onderscheiden boer- hoefven door geruneerd, omdat men zich van zijn landerijen werd door gesneden. Ook ben er nog gebouwen ingevallen, die geheel weg moesten. Ook een -schuur, maar die is een end verkruidt op rollen, wel vijftig ellen verte. Egter ging ,dat lankzaam, want drie weken hebben zij der me bezig geweest. De schuur is veel verslegterd l In 1826 We ste rijk geunindeerd den 3 febrarij. De vloed v/as zoo buiten gewoon hoog, dat het over de dijken een stroomde, wel te verstaan* binnen; want Groot Westerijk liep bijna blank, en Foldertje geheel onder water. In" dit jaar 26 hebben de pokken buitengewoon geregeerd. De plage eersten niet alleen onder kinders die ten grave door de zelve gedragen werden, maar ook verscheiden groo te menschen. 0, het was bijna, overal elende op elende. Iets bijzonders* bij zwager H. de Regt,met 7 persoonen v/as zijn gezin, nijmand was er gefakcieneerd. De man kre€g de pokken. T"•n liet men de kinderen ïenten en zij - 4? - alle zijn vrij gebleven. De vrouw kreeg ze ook, en man en vrouw hebben ze allersmertelijks gehad, echter blijven leven. In het voorschreven jaar 1826 is de pacht verniuwd we gens het partteijbje land, dat ik al drie jaar in gebruik had ge-aad hen licht in den ZuijdpoMer, groot 21 gemeten en eenige roeden. Dit voorschreven land kwam in te pach ten voor drie, zes of negen jaar aan 7S50 het gemet per jaar, van eenen Heer A. de Lafontaine, gewezen bur gemeester van Reuzen. In 1827 den 14 augustus heeft het buitengewoon gere gend. Nijmand had zulks op korten tijd geheugd en gezien. Ja, het zag er komerügk uit, 'daar der nog veelal graanen des smorgens in het water stonden of lagen, want allo duiven en slooten liepen over. Maar gelukkig dadelijk helder weer met een stijve wind, zoo dat het weineg na deel heeft veroorzaakt. In 1828 de maand mei heb ik een paard met kagchel ver- kogt aan L. van Wessen, ïandh&awin het land van Walge- ren, aan een prijs driehondert' vijfenseventig guld. In 1829 heb ik gepacht van Mevrouw van Eek een partij tje land, liggende in den Langezoute Polder, groot 6 gemeten 111 roen, aan een prijs 13»pem gemet; dus voor het geheel 'twee en tachtig guld en een en tachtig cent In 1830 de maand juni Ruvelucie in Frankrijk van een engen aard,, zoo dat zelf hunnen konink moeste vlugten om het behoud zijns levens. Kort daarna brak zij ook uit in BelgieJa, in Brussel was alles in rip en roer. En Willem den eersten met zijn aanzienelijke famielje en ook mede alle de gene die lji zijnen naam regeerden, moesten een heen komen zoeken tothun vijligheid, want de Belgen (gelijk aan de Franschen) wilden een ander koning. Ja, zij wilden een nuiwe regering. Dat was hun nog niet ge noeg* zij wilden ook Staads Vlaanderen tot beschikking hebben. Ja, op den 20 October van voorschreve jaar 30 had het plaats, dat in de zestig Belgen tot Reuzen zijn geweest, zoo ze zegden, uit naam van het Belgis Gouver nement, ten einde de weth te verstellen en te ordeneren. Ra den afloop van de zelve hebben zij geeist de gelden uit het Slands kas, die zij ook hebben verkregen, het welk geen grote som is geweest* omtrent groote hondert

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1961 | | pagina 9