42 staan, is dit eiland identiek aan het Deense sagen- eiland Wulpensant, de plaats waar in de Gudrunsage koning Ketel van Denemarken de strijd aanbindt met de ontvoerders van zijn schone dochter Gudrun. Over het onstaan van het eiland valt weinig met ze kerheid te zeggen. Aanvankelijk nam men aan, dat Wul pen tussen de 4de en de 7de eeu?/ van het vasteland is losgeslagen door een sterke stroom. Het latere Zwin het Sincfal is ontstaan door een natuur ramp. Thans heerst veeleer de.mening, dat het eiland is ontstaan tijdens het geweld van de grootste storm, die volgens de annalen ooit voor de Scheldemond heeft gewoed, die van 1134. Velen nemen als vaststaand aan, dat Willibrord reeds in 690 op Wulpen het evangelie zou hebben gepredikt, maar dat is niet aannemelijk voor tóe vasthoudt aan het jaar van ontstaan 1134. De manschappen der Vikingen konden door hun landingen op het eiland Wulpen veilig deelnemen aan de stroop tochten. Een geliefkoosd doelwit van de strooptochten waren de rijke Gentse abdijen, die zonder bewaking wa ren. Jarenlang waren ze het mikpunt der strooptoch ten en meermalen zijn ze geplunderd en verwoest. De toestand voor de monniken werd tenslotte onhoudbaar, zodat ze tot diep in Frankrijk vluchtten. De Foormannen hadden zich ook meester gemaakt van Walcheren, om daar hun heerschappij te vestigen door het stichten van een normandisch rijk, wat later ook in Formandië is geschied. Op het eiland Wulpen waren ze definitief gevestigd. Die 9de en 10de eeuw waren dus voor dit gebied een slechte tijd. In 930 verlaten de Foormannen de streek en de schriftelijke bronnen gaan weer melding maken van plaatsen in Zeeuwsch—Vlaanderen. Fu komt voor het eerst de plaatsnaam Oostburg voor als een ,!be- paaide plaats". Dat is in 939, als Oostburg genoemd wordt als een inham aan de kust; en Aardenburgin 966, iets dieper dan Oostburg landinwaarts. Beide plaatsen zijn ontstaan als burchten tegen de dreigen de inval der Foormannen. De grondvormen zijn nog te zien op een 16de-eeuwse kaart (Van Deventer)Boven dien is het woord, 'burg' een aand.uid.ing of aanwijzing 43 van een versterkte burcht. Tegen deze argumentatie zijn echter bezwaren naar voren gebracht,nl 1. Beide namen zijn voor de invallen ontstaan en pas daarna genoemd; 2. Hoe konden de Foormannen, zich op Wulpen vestigen, als die plaatsen er waren? Bovendien konden ze bij terugkeer van strooptochten hierdoor afgesneden worden van hun schuilplaats; 3-- Oostburg en Aardenburg behoorden aan de Gentse abdijen en niet aan de graaf. Burchten zouden slechts door de graaf zijn opgericht. Het kan daarom pas tegen het eind van de Foormannen- tijd geweest zijn, dat Aardenburg en Oost burg als krijgs- bouwkundige projecten ontstaan zijn. Bij hun eerste optreden vonden de Vikingen te Brugge geen vesting. Oudenburg bij Oostende werd in 883 on der de voet gelopen. Ook andere plaatsen moesten veel van de Vikingen doorstaan, daar deze zeer ver van de kust doordrongen in het land. In 883 trekken de monniken van Gent weg naar Frankrijk. Dit is het keerpunt. De graaf zet alleen de strijd voort; en wil zich meester maken van die verlaten abdijen en gebie den, om ze voor zich in te richten. Dé burcht te Brugge durfden de Foormannen niet aan te vallen. Te Gent, waar het gravenkasteel staat, laat de graaf een nieuwe burcht bouwen en sluit daar de weg voor de Vikingen af. Dit was dus een verweer tegen de Foormannen uit Wulpen. Vóór het eiland Wulpen deed de graaf ook een burcht ontstaan, dus ook een punt tegen de Foormannen. Het woord 'burg' kan ook op een Romeinse nederzet ting wijzen (Domburg?). Het bewijs hiertoe is echter niet geleverd, want waren beide burchten (Adbg en Obg) gelijktijdig aangelegd, dan zouden de plattegron den identiek moeten zijn, wat niet het geval is. Rond 1000 schijnt Oostburg een belangrijke woonplaats. Er is een vermelding van een kapel; en rond 1030 is er vermelding van een kerk en kapel - ecclesia cum capello -. Het dorp is rond die tijd niet groter dan een Romeinse villa. Daarom kan men zich twee bid plaatsen in zo'n dorp moeilijk voorstellen. Waarschijn lijk is die kerk moederkerk van die van Aardenburg

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1962 | | pagina 24