msÊÊSÊm -6- Na het geslacht Rilland worden de heren van Ualkenisse als eigenaren van de heerlijkheid Rilland genoemd. Zij ontleenden hun naam aan het dorp en de heerlijk heid Ualkenisse, destijds gelegen aan de Honte of liJesterscheldeten westen van Maire, ten oosten van Waarde en ten zuiden van KrabbendijkeEvenals het oude Rilland, Eath en Maire werd Ualkenisse door de watervloeden van 153G, 1532, 1542 en 1570 grotendeels een prooi der golven. Een gedeelte van het overstroom de gebied werd in later eeuwen herdijkt. De naam van het verdwenen dorp leeft nog voort in de namen Ualke- nissepolder en Ualkenissegeul. Uit de mij ten dienste staande bronnen blijkt niet of de heren van Ualkenisse oudtijds daar hun stamslot tot verblijf hadden, dan wel dat zij in Rilland of elders woonden. Uit het feit dat enkele leden van dit geslacht in Rilland begraven lagen, zoals hieronder nader zal blijken, mag misschien de conclusie worden getrokken, dat in elk geval de bedoelde leden dier familie mogelijk in Rilland zullen hebben gewoond. Mattheus Smallegange, de schrijver van de in 1697 verschenen "Nieuwe Chronyk van Zeeland" vermeldt een ander adellijk geslacht waarvan wel vaststaat, dat het omstreeks het jaar 1300 in Rilland heeft gewoond, n.l. het geslacht Uan der Heyden. In zijn beschrij ving van het gebied van het verdronken Rilland le^_en wij daarover het volgende: I "Alhier was van outs een voortreffelijk Dorp, om- "ringt van seer heerlijke en schone vruchtbare lands douwen, waer verscheidene Edelen, veeltyts hare sit- "plaetsen hielden, en onder de selve vind ik,een hoog "Adelyk Geslacht van der Heyden, 't welk gemeent word "uit een jonger soon der Heeren van Wassenaar over. om— "trent 500 jaar gesproten te zyn, die de Heerlykheit "van ter Heyden by Breda ten dele gekregen had. "Sy waren hier vermaegschapt met de Edelen van Rei- "merswale,van Wissekercke, en van Schoonhoven. Nader— "hand vertrocken sy weder na Brabant, waeruit sy hier "gekomen waren." -7- Rilland, naar een prent in de verzameling van het Kon. Zeeuws Genootschap te Middelöurg. Smallegange maakt ten'aanzien van een te Rilland wonende telg van dit geslacht van der Heyden nog melding van een "geauthentiseerde Attestatie" van de volgende inhoud: "Het sy kond allen dengenen die dese tegenwoordige "letteren sullen sien, en hooren lesen, dat Dan van "der Heyden, Willems sone van der Heyden, die woon- "achtig was te Rilland, dat hy was van wettiger ge- "boorten, afkomstig van Ridderen en van Knapen, en "mits dit ons bekennelyk der waarheit is, soo heb- "ben wijt selve besegeit met onse hier uithangen- "■de- Zegelen: in den eersten mijne Heere, Heer Willem "Limpiaes, Abt van Sint Nichiels t'Antwerpen, en "Heer Dan van Doerne, en Heer Dan van Swivogheem, en "Heer Willem van Sloevere, en Heer van de hortere,

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1985 | | pagina 5