van de rurale randen. Verschijnselen hiervan zijn stads- en dorpsuitbreidingen,
industrievestigingen, vuilstortplaatsen en recreatieparken.
Het buitengebied zelf wordt ook regelmatig aangepast om er voor te zorgen dat de
inkomensvorming door kan blijven gaan. De voorzieningen voor het vervoer van
producten of recreanten zijn daarvan een exponent. Bijblijven met de inrichting is
voor de ter plekke aanwezige, grondgebonden bedrijven in de landbouw maar ook
in de recreatie zelfs een voorwaarde voor het voortbestaan.
De inkomensvorming staat onder een voortdurende druk van kosten voor de
produktie en de prijs die het produkt oplevert. Vooral de landbouwer is
overgeleverd aan invloeden van buitenafoverproductie van voedsel en verdeling
van de totale productie over de verschillende gebieden in de Europese Ge
meenschap. En aan invloeden van de landbouwtechnische ontwikkelingen die de
mogelijkheid bieden, maar ook de noodzaak geven, om per manuur steeds meer
te produceren (mechanisatie, automatisering, verbetering van rassen).
In dit perspectief zijn uit het recente verleden voor Walcheren een groot aantal
veranderingen op te sommen. Men denke aan het naar elkaar toegroeien van
Middelburg en Vlissingen, aan de industrie in het Sloegebied, de vierbaans
rijksweg, de ontwikkelingen in de verblijfsrecreatie langs de kust. Op stapel staan
bijvoorbeeld de verbinding tussen de Veersegatdam en de rijksweg, uitbrei
dingsplannen voor steden, dorpen en verblijfsrecreatie. De landbouw zit onder
tussen met een inrichtingssituatie van ontsluitingswegen, van de afwatering en van
de grootte van kavels en de percelen die dateert uit de herverkaveling van de jaren
veertig en vijftig. Deze inrichting is gebaseerd op een bedrijfsoppervlakte die meer
dan de helft kleiner is dan de huidige bedrijfsoppervlakte. Een inrichting daterend
uit een tijd toen het paard fungeerde als trekkracht en de eerste mechanische
werktuigen verschenen en niet toegesneden op de werktuigen van deze tijd.
Een gevolg van al deze ontwikkelingen is dat de landschappelijke aankleding en
verzorging niet meer voldoet en dat de natuurwaarden worden teruggedrongen.
Landinrichting wordt gezien als een mogelijkheid de geschetste problematiek in
zijn totaliteit en weloverwogen aan te pakken. De realisering van het land
inrichtingsplan is daarbij een soort van eindstap op een lange weg van afwegingen,
vooral in de zin van het maken van keuzen uit de maatschappelijke wensen en de
economische mogelijkheden.
Ruimtelijke ordening
Voorheen was de inrichting van Nederland vooral gebaseerd op de economische
krachtsverhoudingen tussen verschillende maatschappelijke groeperingen als de
stedelingen, kooplieden, industriëlen, landbouwers. De laatste decennia wordt in
toenemende mate gemeend dat de uitkomst van dit directe krachtenspel tot
ongewenste resultaten leidt. Via de ruimtelijke ordening pogen de overheden
sturing te geven en voorwaarden te scheppen voor een ontwikkeling in de
maatschappelijk gewenste richting.
121