Het Advies landschapbouw wil de karakteristiek van het Walcherse landschap
versterken, onder meer door verbreding van de beplantingsprofielen langs de
wegenuitbreiding van beplanting in de mantelingen tussen Zoutelande en
Vlissingen, bij Domburg, Oostkapelle en rond het krekengebied bij Veere en
hoogopgaande beplanting op dijken rond Nieuw en St. Joosland en Vrouwen
polder. Verder wil men met beplanting inspelen op recreatieve wensen. In zijn
algemeenheid mag worden aangenomen dat méér beplanting méér broed-,
voedsel- en vluchtgelegenheid zal bieden aan vogels. In welke mate dat het geval
zal zijn hangt sterk af van de keuze van het plantenmateriaal en het primaire doel
dat men zal nastreven. Het zou plezierig zijn wanneer de inspanningen zich
behalve op een versterking van de recreatieve functie ook zouden richten op het
versterken van bestaande dan wel het creëren van nieuwe ecologische functies. In
dit verband is wel van belang het landschapsbeleidsplan, dat het Wegschap
Walcheren inmiddels heeft vastgesteld voor het beheer van de ca 300 km.
beplantingen langs zijn wegen. De bestaande beplantingen wil men omvormen tot
hagen met laagblijvende struikvormers. Langs een aantal verbindingswegen kiest
men voor bomen in onregelmatig plantverband met daaronder een kruid- en
struiklaag. Bij de keuze van het materiaal zal men rekening houden met het
ecologisch perspectief.
Al met al een voor vogels aantrekkelijker vooruitzicht dan in de huidige situatie. In
de ruigten zullen soorten als Kneu, Grasmus en Bosrietzanger zich thuisvoelen.
De struiklaag zal plaatsbieden aan struweelvogels als Heggemus, Fitis, Braam-
sluiper, Merel, Houtduif e.d. Echte boomsoorten als Tjiftjaf, Vink, Grauwe
vliegenvanger, Kool- en Pimpelmees zullen ook een kans krijgen.
Het Advies openluchtrecreatie wil een zo optimaal mogelijk recreatief gebruik
van het landinrichtingsgebied, onder meer door aanleg van fiets-, voet- en
ruiterpadenaanleg en vergroting van parkeervoorzieningen en landinwaartse
uitbreiding van verblijfsrecreatieve voorzieningen. In het vorige hoofdstuk is al
gebleken dat het opvoeren van de recreatieve druk vooral in het kustgebied een
negatieve invloed heeft op ornithologische waarden. Schaalverkleining en ver
storing van broed- en rustgebieden zijn te verwachten.
De Grauwe vliegenvanger, een balfholenbroeder
62