aan boord van een schip bestemd voor Middelburg zelfs zo aantrekkelijk geweest
zijn dat hij dit schip maar naar Sluis bracht.
In dit verhaal over de loodsing van schepen die vanuit zee de Walcherse havens
aanliepen, past eveneens de loods die de schepen loodste in de Zeeuwse binnenwate
ren. Ook nu, in de twintigste eeuw, kennen we het onderscheid tussen de zee- en de
rivierloods. Ook de schepen die eertijds de Scheldemonding binnenliepen en be
stemd waren voor Antwerpen en Bergen op Zoom of ook wel Zierikzee en
Dordrecht werden voorzien van een loods. Veelal was dit de schipper van de
heude - het binnenvaartuig van de Zeeuwse wateren - die zich aanbood om bin
nendoor via de Oosterschelde en later de verbrede Honte, maar ook via de Schenge,
het Zwake en de Wijtvliet, de bestemming te bereiken. De beloodsing van de be
kende Hanzeroute „binnen dune" van het hanze-koggeschip, komende van Brugge
of de „Walcherse Rede" naar de Noordduitse steden, werd eveneens door een
heudeschipper uitgevoerd. Zonder zich in open zee te wagen, zocht hij zijn weg langs
Cadzand en Wulpen en vervolgens beoosten Walcheren naar meer noordelijk ge
legen steden.
De Spaanse tijd
In het stadsarchief van Vlissingen bevindt zich een stuk dat handelt over een verzoek
om vrijstelling van inkwartiering van Spaanse bezetters in de huizen van de loodsen.
Zij meenden dat, gelet op het belang van hun beroep, een dergelijke belasting
van hun gezin niet juist was. In hoeverre aan dit verzoek is voldaan wordt niet
duidelijk. Ook werden de loodsen van Vlissingen genoemd in het jaar 1572,
toen de Vlissingers kans zagen de Spanjaarden te verdrijven en de kant van Oranje
kozen. Alva's opvolger, de Hertog van Medina, was namelijk onderweg met een vloot
van 40 schepen naar zijn nieuwe ambtsgebied. Onkundig van de ommekeer in
Vlissingen, verscheen hij met zijn vloot op 10 juni van dat jaar voor het Zwin. De
Zeeuwse admiraal Worst zeilde met een klein aantal scheepjes uit en verwijderde
de betonning ter plaatse. Het gevolg was dat een aantal schepen aan de grond
raakte. De hertog riep toen de loodsen te hulp om de nog buiten liggende schepen
naar binnen te loodsen de loodsen weigerden dit echter en namen de vlucht.
Ook worden in datzelfde jaar de loodsen van Vlissingen en Veere genoemd
in verband met een Spaanse hulpvloot komende uit de Zuiderzee. Bossu, die hier
het bevel voerde en bekend was met voornoemde weigering, meldde aan Alva dat
zijn scheepskapiteins groot bezwaar maakten om zonder loods het Veregat en de
Roompot in te zeilen. Bovendien - zo zeiden de kapiteins - zouden ze ook nog
een loods nodig hebben om de rede van Arnemuiden te bereiken. Liever verkozen
zij de weg langs de zuidkant van het eiland Walcheren.
Nauwelijks is er iets bekend over een georganiseerd loodswezen in deze
vroege periode. Wel vinden we in de notulen van de Staten van Zeeland van 23
maart 1577 nog het volgende vermeld„Niemand mag zich tegen wil en dank
van schipper of koopman in een schip werpen, om hetzelve als loods in of uit te
brengen, maar eerst door schipper of koopman hiertoe verzocht zijnde, moeten
contracteren hoeveel loodsgeld hij zal hebben en zich moeten contenteren met
het loodsgeld van ouds daartoe bestaande".
In tegenstelling tot de loodsen van de Maze en de Goederede is er verder
weinig bekend over de wijze waarop de loodsen in de Scheldemonding, georga-
109