In Schouwen wordt op enkele plaatsen den arbeiders een varken en ook vrije steenkolen verschaft, terwijl in geheel Zeeland sommige werkgevers vrij aardappelland boven het werkloon geven. Doorgaans moet dit echter tegen een goeden prijs worden behaald 60,- a 75per gemet) en kan men dit alleen als voordeelig beschouwen als de aardappeloogst meevalt. Uit dit genoemde blijkt dat weinig voorrechten alle arbeiders te beurt vallen en er helaas nog velen zijn, die alles moeten missen en van hun gering weekloon somtijds/1per week huishuur moeten betalen, waarvoor enkel gewoond wordt en waar nauwelijks een tuintje voor groenten bij behoort, terwijl het huis beter krot kon genoemd worden waaraan zelfs het allernoodigste voor 't onderhoud nog niet ten koste wordt gelegd. De bewijzen daarvan zijn in ons bezit. In dit verband komen we er dan ook tegen op, dat dezen zomer door „De Zeeuw" telkens cijfers uit Zeeland werden gepubliceerd van abnormale hooge loonen die verdiend worden. Die weliswaar verdiend worden maar waar echter veel oorzaken aanleiding toe gaven, en die men gansch niet als regel, maar als noodzakelijke uitzondering moet beschouwen. Toch wordt nog in zeer vele gezinnen een zekere welvaart aangetroffen. Verschillende gegevens wijzen daarop en wat we kunnen bevestigendit vindt zijn oorzaak niet in hooge loonen maar in het bezit hebben van land of huur derzelve en brengt zulk land bij goede bewerking nog meer op, dan voor de groot-grondbezitters of pachters van groote velden bouwland. Wanneer een arbeidersgezin uit personen bestaat die allen kunnen werken, zoowel de vrouw als de groote kinderen, dan zijn de inkomsten van dien aard dat zelfs bij een laag loon nog kan worden gesproken van veel verdienste en gaat het in zoo'n gezin naar wensch. Ook kunnen op bepaalde tijden nog betrekkelijk jeugdige kinderen met sommigen arbeid heel wat verdienen en lasten helpen verlichten. Hieruit ontstaat een minder gunstig verschijnsel, wat van sociaal belang is, dat de vrouwen- en kinderarbeid naar voren treedt. Volgens de statistiek werkten nog een 2500 vrouwen in 1911wat ook blijkt uit verstrekte gegevens. Een Noord-Bev. onderwijzer schreef„Vrouwen- en kin derarbeid komt hier veel voor. De leerplicht heeft hier niet den minsten invloed, 's Zomers zijn de hoogste klassen zoo goed als ontvolkt. De jeugdige discipelen zijn dan op den akker om te wieden, te rapen en in 't najaar aardappels te rooien en suikerbieten voor een loon van 7 a 9 stuivers daags.["]. Ook op N.- en St. Joosland komt veel vrouwen- en kinderarbeid voor, doch ook op andere plaatsen. Bestaat een gezin uit man en vrouw, die beiden kunnen verdienen dan wordt zulk een gezin niet gedrukt ondanks het lage loon. Doch wel die gezinnen komen in het gedrang waaruit niemand dan de vader kan gaan werken. Hoe dan met een weekloon van 6,— a 7,~ moet worden rondgesprongen is ons een raadsel. En toch moeten zij het, al zetten zij de tering naar de nering en schraalhans keukenmeester is. Ja nog erger uitzonderingen zijn er, dan op N.-Beveland, waar ook 1,-- per dag wordt betaald met aftrek als er niet wordt gewerkt. Van Z.-Beveland ontvingen wij een bericht datwe zoo groot mogelijk willen opnemen. De maand Maart is voor den arbeider over 't algemeen zeer slap door de weersgesteldheid. Het loon bedraagt dan voor 10-urigen werkdag 1,- per dag. April wordt beter, daar dan de vrouw en kinderen mee kunnen. Mei en Juni wordt 1—a 1,25 verdiend. De vrouwen verdienen 60 cent per dag. Juli en Augustus zijnde voornaamste. Dan wordt wel eens 1,50 verdiend, maar moet men dan ook soms 10 uren achtereen in de ondragelijke hitte als verleden zomer werken om zulk loon te halen. In September wordt 1,30 voor den man en 1,~ voor de vrouw gerekend, bij de aardappeloogst. Ook wordt wel 5 cent per roede, als zij min zijn 4 cent betaald. October en November zijn hier voor de arbeiders de beste in verband met de suikerbieten. Van December tot Maart krijgen zij 0,90 per dag. Aan oude menschen durven ze wel 0,60 te geven. De verhouding tusschen patroon en arbeider is hier tamelijk. De arbeiders sluimeren nog. Gode zij dank. Want ontwaken zij, ik vrees het socialisme zal zijn gelederen zien verdubbelen. Wanneer door een arbeider om 10 cent verhooging wordt gevraagd weigeren zij en de harmonie wordt er door verslechterd. Ook bij het begraven van bloedverwanten wordt het loon ingehouden. De vraag rijst bij ons, waar God de fiolen zijner zegeningen uitstort, ook over den landbouw, of die alleen bestemd zijn voor de patroon dan ook wel voor den arbeider. Daar vele landbouwers honderden en duizenden overleggen en de arbeiders gebrek lijden, welke feiten ons bekend zijn.["]. 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1989 | | pagina 89