Groot onderhoud waterschapswegen
Frisse lijntjes
door Sandra Minneboo
De sector Wegen heeft het groot onderhoud voor het jaar 2000 aan de water
schapswegen inmiddels achter de rug. Dit jaarlijks terugkerend ritueel is een
van de grotere projecten van de sector waar bovendien vele waterschapsmil
joenen mee gemoeid zijn. Toch weten velen niet wat groot onderhoud nu pre
cies inhoudt. En wat te denken van termen als bitumenemulsie, slijtlaag of
steenslag? Of uitdrukkingen als 'de belijning opfrissen', 'bestrating ophalen'
en 'asfalt draaien'? Een uiteenzetting over het begrip groot onderhoud is dan
ook op zijn plaats.
Met zo'n 2.250 kilometer plattelandswegen en
paden is het waterschap de grootste wegbe-
heerder van Zeeland. In waterschapsland voert
Zeeuwse Eilanden zelfs de ranglijst aan. Het
beheer van wegen brengt uiteraard verplichtin
gen met zich mee. Om er een paar te noemen:
zorgen voor een veilig gebruik van de weg, zor
gen dat het wegdek er goed bijligt en dat ver
keersborden op de juiste plaatsen staan. Ruim
dertig kantonniers nemen het dagelijks onder-
Kantonnier
oneffenheden in
'V: -'*
«S v' 'i
houd op zich. Zes opzichters en drie districts
hoofden zorgen dat het werk van de kanton
niers in goede banen geleid wordt. Naast het
dagelijks onderhoud hebben sommige wegen
extra aandacht nodig. Een slecht wegdek bij
voorbeeld vraagt om een andere aanpak dan
een weg die juist geasfalteerd is. In het pro
gramma voor het groot onderhoud komen
vooral grote klussen voor. Zeg maar de grote
opknapbeurten. Maar hoe bepaal je nu of een
weg aan zo'n ingreep toe is? Martin
Hoogesteger van de afdeling Planvorming gaf
graag een uitleg over het hoe en waarom van
groot onderhoud. Als beleidsmedewerker
rationeel wegverhardingsbeheer weet hij daar
immers alles van.
Groot karwei
Martin: "we beginnen met de jaarlijkse inspec
tie van de wegverharding, we noemen dat ook
wel globale visuele inspectie (GLOVIS). Die
wordt uitgevoerd door de districtshoofden en -
opzichters. Voorafgaand aan de GLOVIS volgen
alle betrokkenen een cursusdag in het najaar.
We nemen de theorie van het inspecteren nog
eens door en de deelnemers voeren een aantal
praktijkopdrachten uit. Na die dag staan alle
neuzen in elk geval dezelfde kant op. Daarna
kan de GLOVIS beginnen.' In de even jaren con
troleren de opzichters de wegen met een even
nummer en in de oneven jaren zijn de wegen
met een oneven nummer aan de beurt. De dis
trictshoofden of de opzichters rijden alle
wegen in hun gebied af en ze geven de schade
beelden een cijfer. De inspectie vindt meestal
plaats in de eerste maanden van het jaar. Eind
maart moeten alle formulieren bij Planvorming
binnen zijn. Vervolgens kunnen Martin en zijn
collega Kees Wondergem aan het werk. Een
september 2000