DE VERMINKING VAN DE BOLWERKEN VAN MIDDELBURG IN 1867 belbloemige kastanjes gevallen was kwam door een advies uit de raad. Aan dubbelbloemige kastanjes komen geen vruchten en dus hoeven ze ook niet geknuppeld te worden. Omstreeks 1914 zijn de kastanjes vervangen door de nu nog aanwezige geënte rode beuken. Veel heeft de Balans aan zich voorbij zien gaan, ook de oorlog van 1940-1945. Op 17 mei trof een Duits bombardement de zo goed als verla ten stad Middelburg en van de Balans bleef alleen de Westzijde staan. De beukebomen waren door de enorme hitte verschroeid, maar ze overleefden het. De tijd gaat verder en weer is het het V. V. V., dat er in 1965 op aandringt, de fontein te herstellen. Het College zal het onderzoeken en een voorstel bij de raad indienen. In januari van het volgend jaar trekt het V. V.V. weer aan de bel, maar het College antwoordt, dat ze nog niet weten of de fontein wel in de plannen past. Het is wel de bedoeling, de beukebomen te handhaven. Het klinkt nogal bedreigend, maar daar de gelden ontbreken zal er dit jaar niets van komen. In 1970 is de wederopbouw van de Schutterij van St. Joris klaar en de directeur van gemeen tewerken, A.J.W. Mathijsen, is van mening dat de reconstructie van de Balans nu urgent wordt, zo deelt hij aan het College mee. Door gemeen tewerken wordt een serie ontwerpen gemaakt, die vooral als uitgangspunt heeft, dat er zo veel mogelijk parkeerruimte gemaakt wordt. De blikken heilige koe heeft meer ruimte nodig. Hier wordt de fontein regelrecht bedreigd, maar gelukkig grijpt wethouder Van der Weel in. Het resultaat is, dat de fontein gered wordt. Het kostbare leidingwater, dat voorheen zomaar in het riool wegliep, wordt nu rondgepompt. Een onderwaterverlichting zorgt voor een verlaat theetuintjes-effect. Hier houdt mijn verhaal op, maar de fontein blijft „springen" in een fraai gerestaureerde stad. Cornelis Sanderse Velen, die Middelburg bezoeken, vragen zich af wat toch wel de reden moet zijn geweest om de bolwerken, die de stad een prachtig patroon gaven, te doorbreken voor het graven van het kanaal en de spoorweg in de 19e eeuw. De laatste tijd is er in enige publicaties te lezen geweest dat dit inderdaad voorkomen had kunnen worden: "Rond 1865 ontstond het plan een gedeelte van "Veldzigt" te onteigenen voor de aanleg van de spoorweg naar Vlissingen. A.P. Snouck Hur- gronje (eigenaar en bewoner van "Veldzigt" v. S.) gebruikte dan ook al zijn invloed om aantasting van "Veldzigt" te voorkomen. En niet zonder resultaat: de spoorweg kwam uitein delijk iets noordelijker te liggen, langs het kanaal; een gedeelte van de bolwerken en de Vlissingse Poort moesten er voor wijken"1. In een andere publicatie werd hierop voortge borduurd, waarbij de mogelijkheid van beïnvloe ding van de plannen door Mr. Anthony Pieter Snouck Hurgronje, die kantonrechter was, ver duidelijkt werd door de vermelding dat hij ook gemeenteraadslid was2. Dit is niet juist. Wèl was zijn neef Adriaan Willem Snouck Hurgronje gemeenteraadslid (aftr. 1869)enzijn broerNico- laas Johan Cornelis Snouck Hurgronje wethou der (aftr. 1871). 12

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 14