Dat op 30 maart j.l. Martin van den Broeke een lezing getiteld „Walcherse lusthoven in de tuin van Zeeland" hield, lag in de lijn der verwach ting. In de laatste vier Wetes verschenen van zijn jeugdige hand artikelen over dit onderwerp. Daaruit sprak zijn grote belangstelling en ken nis van zaken, hetgeen ook tijdens de lezing opviel. Dia's verlevendigden het verhaal over dit stukje, grotendeels verdwenen, heem. Dacht men soms dat de benaming „Walcheren, de tuin van Zeeland" zijn oorsprong vond in de prach tige wegbeplanting met meidoorns? Deze avond werd ons duidelijk dat de rijke aanleg van de Walcherse buitens in de zeventiende en acht tiende eeuw daaraan ten grondslag ligt. Zo'n 120 buitens hebben ons eiland gesierd. De benodigde grond kocht men uit de restanten van vroegere kloosters. Eind zeventiende eeuw werd het grondgebied van de oude ambachts heerlijkheden verkocht. Lag aanvankelijk het accent op wat de buitenplaats opbracht en de mogelijkheid tot recreëren, later las men er de status van de bezitter aan af. Door toenemende rijkdom konden de eige naars, handelaars (V.O.C.) en magistraten (uit Middelburgen Vlissingen) zich dit permitteren. De tuin, liefst met stallen en koetshuis lag aan de toegangsweg (kreekrug). Pas daarna bereikte het bezoek het vaak minder aanzienlijke huis. Meubels verhuisden mee van het winter- naar het zomerverblijf. De tuinman verbleef meestal het gehele jaar op het landgoed. De aanleg van de tuinen werd aanvankelijk in klassistische stijl uitgevoerd. Barokinvloeden volgden. Ook werden de Fran se tuinen als voorbeeld genomen. De vanaf 1770 populaire Engelse landschapsstijl werd hier wat gereserveerd ontvangen en vaak met behoud van de symmetrie van de Franse stijl uitgevoerd. Van Baurscheit jr. en Zocher zijn vaak geraad pleegde architecten. Veel tekeningen zijn door Jan Arends gemaakt. Tegen het einde van de achttiende eeuw raakten de Walcherse lusthoven in verval. De handel liep terug door de Engelse Oorlogen. Veel rijke burgers verlieten hun bezittingen na 1795 (Ba taafse Republiek). Veel werd gesloopt. Daarna was het aan de gegoede middenstand om zich een buitenver blijf aan te schaffen, zij het in wat bescheidener vorm. De bloementuin kwam tot ontwikkeling en kreeg grote aandacht. Waren er in de bloeitijd meer dan honderd lusthoven op Walcheren, in 1840 zijn dat er nog maar éénenvijftig. In onze tijd zijn er slechts zeventien rudimentair aan te wijzen. De hier in het wild voorkomende herten (in Oranjezon o.a.), de hier en daar opvallende exotische bomen, de stinseplanten (met name in de Man teling en op Ter Hooge) zijn nog levende herinneringen aan een vervlogen tijd. R. Rauwe- Labruvère Jaarverslag 1993 Heemkundige kring Walcheren Goedgekeurd tijdens de jaarvergadering van 27 april 1994, gehouden in het "Hof van Walche ren" te Koudekerke. Inleiding Ook dit jaar is het ledental van de Heemkundige Kring Walcheren weer sterk gegroeid. We begonnen het jaar met 1635 leden en sloten op 31 december 1993 af met 1721 leden. Bestuur Het bestuur kwam in het verslagjaar acht keer bijeen. Tijdens de jaarvergadering op donder dag 29 april 1993, deze keer gehouden in de "Schotsehoek" te Gapinge, werd afscheid geno men van de heren J. den Hollander en M.P. de Ridder.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1994 | | pagina 5