De Viseter buyte Vlissinge (Archief Gem. Vlissingen).
- x
zijn en wellicht zou deze naam voor een gebied
vlak aan zee logischer klinken dan Vijgheter.
Doch de woorden vijg en vis gaan zowel in taal
als in beeldvorming soms in elkaar over. In de
16e eeuw, de periode waarin het fort vermoede
lijk is gebouwd, heeft de Renaissance de "weder
geboorte" van de antieke Griekse beschaving en
vooral de klassieke talen aangeprezen in tegen
stelling tot de zogenaamde "donkere middel
eeuwen". Maar de Griekse taal was voor Euro
peanen veel moeilijker dan het Latijn, waarmee
men in het Christendom al enigszins vertrouwd
was door de Latijnse liturgie.
Ook in de rechtspraak werd "kerk" Latijn de
voertaal. Waarschijnlijk is het zo gegaan met de
Griekse woorden voor vijg sukon) en voor
valse aanklager phaino), die in laat-Latijn
samengeschreven werden als "sycophanta".
Ik stel mij voor dat een Walcherse dorpsge-
leerde toen "sycophanta" vertaald heeft als
"vijg-eter" in plaats van "aanklager (verklikker)
van vijgendieven" ("Vijgendieve" is een volk dat
bekend werd door een komisch toneelstuk van
Plautus).
Dan is er nog een taalprobleem ontstaan toen
van het Griekse woord "askos inktkleurige
leren buidel in de vorm van een vijg) het laat-
Latijn overgenomen heeft als "ascidium" voor
de dwerg-inktvis. Dit koppotige weekdier, dat
net als een glasaal, in de Sarragassozee in het
Caraïbisch gebied geboren wordt en in het voor
jaar uitzwermt naar de Europese wateren, is
's zomers vooral in landen rond de Middelland
se Zee, maar ook vaak op de markt in Zeeland
te koop. In het Frans wordt het "calmar" of
"zeevijg" genoemd!
De vraag is nu, moest de sycofant, die betaald
werd om dieven van vijgen bij het Gerecht aan
te geven, deze liefhebbers voor het eten van
verboden gevangen zeevruchten of het plukken
van landvruchten aanklagen? Deze beide lekker
nijen gedijden goed in de warme stroom en de
luwte van de duinen, getuige deze lofuiting van
Zacharias Roman aan het adres van de "Edele
Mogende Heeren van de Graefelijckheijd van
Zeelandt in zijn Tonneel ofte Bijsondere Be-
schrijvinghe in 1662.
15