Door de Monsieurs Bartolomeus van Hale en Adam van Hale, kooplieden in Vlissingen - erven van hun moeder zaliger - worden er in april 1730 hofsteden verkocht, o.a.: in Coppe Laurens; Leenard Theunis en Adriaan Weyten Blok, alles tesamen 20 gem. 276 r. (9) De heer Splinter van Doorn, Luitenant-Colonel der Borgerie, poorter van Vlissingen, wordt dan de nieuwe eigenaar.(10) Deze overlijdt in 1748.('°) Verscheidene pagina's zijn gewijd aan zijn nalatenschap. Betrokkene bezat onder andere: het buiten "Altijd Wel", gelegen onder West-Souburg, de hofstede "En gelenburg", onder Oost-Souburg, een huis aan de Bierkaai, binnen de stad Vlissingen en de hofstede gelegen in Coppe Laurens Blok ge naamd "Maldegem" met zaai- en weilanden in Leenard Theunis Blok met 18 gem. '/2 r. Zijn zoon Rombout van Doorn krijgt d.d. 31 oktober 1748 de eigendom van laatstgenoemde hofstede. Op genoemde datum wordt hofstede met land publiek en met de stokke verkocht (openbaar bij opbod). De koopakte is opgemaakt d.d. 29 januari 1749. Als weduwe en erfgename van wijlen Rombout van Doorn verklaart mejuffrouw Dina Joanna Fruytier in het jaar 1762 "in wettigen eigendom over te dragen een hofstede met zijne huisinge, schuur en verdere zaai- en weilanden genaamd "Maldegem" ter grootte van 18 gem. '/2 r- aan de eerzame landman Adriaan Huybregtse (Veth) parochiaan alhier".(u) In een volgende akte lezen we, dat de heer Adriaan Huybregtse een bedrag van 567.11.6 pond vlaams leent van Capteyn Huybregts van der Kneu, wonende te Middelburg. De heer Adriaan Huybregtse Veth verkoopt uit de hand de hofstede met land, gelegen in Coppe Laurens Blok en land in Leenard Theunis Blok tesamen groot 23 gem. 250'/2 r. aan de heer Abraham Caljouw, parochiaan en landman te West-Souburg.(13) Ook de heer Caljouw leent voor deze aankoop een bedrag van 600.-.- pond vlaams, waarbij hij de hofstede "Maldegem" met de bijbehorende gronden, alsmede zijn werkpaarden, melkkoeien en ander vee, zijn granen, gedorst en ongedorst, als onderpand geeft. Geldschieter is de heer Adriaan Steen gracht, ambachtsheer van Wisch en de beide Souburgen, hoog baljuw en rentmeester-gene raal van de grafelijke domeinen van Zeeland bewesten Schelde etc. etc. De akte wordt door gehaald d.d. 3 november 1779. Als bewoner van de hofstede "Maldegem" machtigt de heer Crijn Caljouw - "gearresteerd in civiel arrest" in het Gevangenhuis binnen de stad Vlissingen - zijn echtgenote Willemina van Sluys om alles te verkopen publiek, of uit de hand. Vermoedelijk heeft de heer Crijn Caljouw de hofstede verkregen uit een erfenis. De heer Jan de Rijcke Jacobszn. koopt het hof ter grootte van 34 gem. 10'/2 r. gelegen in Coppe Laurens Blok, Leenard Theunis Blok onder West-Souburg, Hendrik Jacobs Jans Deure Blok, Adriaan Pier Coppens Blok en Jacob Jans Blok gelegen onder Koudekerke, voor de somma van 1650.-.- pond vlaams.(I5) Aansluitend aan de koopakte sluiten hij en zijn echtgenote een lening af ten bedrage van 1700.-.- pond vlaams, verstrekt door de heer Wouter de Zitter te Vlissingen. Zij verbinden er hun gehele hofstede met wei- en zaailanden, vee, gereed schappen, toekomstige erfenissen, goud en zilver, obligaties, etc. aan. De heer Jan de Rijcke heeft er niet lang mogen wonen, want reeds op 5 november 1800 verschijnt zijn echtgenote Janna Verlinde voor de Weeskamer van de parochie West-Souburg met de mededeling, dat haar man op 28 augustus 1800 is overleden.(I6) Kort daarna hertrouwt zij met Janis de Wolf. Ondanks de algehele malaise lost het echtpaar De Wolf in 1803 de resterende schuld af (15); maar zij nemen in 1804 een nieuwe lening, verstrekt door de heer Lieven Floris Ingels. Hun grondbezit is dan verminderd tot 23 gem. 250'/2 r.(17) Wanneer rond Vlissingen vestingwerken wor den aangelegd, wordt landbouwgrond van J. de Wolf bij het fort "Middenkroonwerk" gevoegd. Inmiddels is door grenswijziging de hofstede overgegaan van de gemeente West-Souburg naar het grondgebied van de gemeente Vlissin gen met het adres M.65. Op 30 juli 1824 overlijdt Janis de Wolf. Er wordt een inventaris van de boedel opge maakt, waaruit blijkt dat er o.a. zo'n 2600 schoven tarwe en 500 schoven gerst aanwezig zijn.(18) Er dient pacht betaald te worden aan vier verschillende grondeigenaren. In 1825 wordt het grondbezit weer wat uitgebreid met de aankoop van 1 bunder 21 roeden. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1995 | | pagina 33