In 1835 vertrekt de weduwe J. de Wolf-Verlinde
naar Vlissingen-stad.
Haar zoon Willem - reeds werkzaam op het
bedrijf sinds 1832 - boert verder en wordt in
1846 eigenaar van ruim 11 bunders met huis,
schuur etc. voor 8700,,(19)
Dat het leven van een boer niet over rozen gaat,
wordt duidelijk beschreven in een boekje van de
hand van A. Geschiere, die van dichtbij een en
ander heeft meegemaakt, zodat hij een getrouw
beeld hierover heeft kunnen geven.(20)
Voorjaar 1854 wordt door notaris D. Uytten-
hooven een geldlening verstrekt aan Willem de
Wolf.(:i) In november, daaraanvolgende, wordt
op verzoek van Willem de Wolf de hofstede
openbaar verkocht.(21) Het bezit komt in negen
percelen op de veiling. Een perceel weiland, ter
grootte van 1 b. 2 r. 8 el, gelegen in de gemeente
Koudekerke, wordt apart geveild en wordt
verkocht voor 876,De heer Willem van der
Os, brandspuitfabrikant te Vlissingen, koopt de
woning, etc. met 2 b. 11 r. 55 el; een perceel 88 r.
40 el weiland plus een perceel 1 b. 26 r. 40 el
bouw- en weiland. De overige percelen krijgen
verschillende eigenaren.
De veiling van de negen percelen levert een
bedrag op van 12.754,,(23) Begin 1855 volgt
er een veiling van beestiaal, bouw- en melk-
gereedschappen.(22) De familie Willem de Wolf
verhuist dan naar Vlissingen-stad: Oranjestraat.
Zeer waarschijnlijk hebben slechte oogstjaren
en de afwikkeling van de nalatenschap van zijn
overleden moeder er aan meegewerkt, dat het
bedrijf geen liquide middelen meer had.
Eén van de koopvoorwaarden in 1846 was n.L,
dat een jaar na haar overlijden, de gehele
koopsom betaald diende te worden.
Vee en veldgewassen
Bekijken we de eerder genoemde inventaris van
de boedel, dan blijkt dat er acht koeien (ter
waarde van 480,twee paarden (ter waarde
van 60,twee varkens (ter waarde van
ƒ72,en achttien hoenders (ter waarde van
5,aanwezig te zijn. Daar er boterkorven,
een botertobbe en een karn staan vermeld,
kunnen we wel aannemen, dat de boerin de
markt te Middelburg en misschien ook wel te
Vlissingen heeft bezocht om boter te verkopen.
De eieren zullen dezelfde weg zijn gegaan.
Volgens Geschiere brengt boter in die tijd ca.
twintig cent op, terwijl een ei twee cent kost.(20)
167 Roeden worden gebruikt voor het verbou
wen van verschillende soorten bonen en aard
appelen en op ruim negen bunders staan erwten.
Bepaalde soorten bonen en erwten werden ge
teeld om te dienen als veevoer. In de schuur
liggen tarwe en gerst te wachten om gedorst te
worden. In de jaren rond 1830 brengt een mud
(75 kg) tarwe gemiddeld 10,op; gerst schom
melt rond de 4,per mud.(25)
Goede en slechte en soms zeer slechte jaren
zullen afwisselend zijn voorgekomen.
De teloorgang
De familie Van der Os verhuurt/verpacht hun
nieuw aangekochte hofstede en land o.a. aan de
heer Abraham Joziasse, die er een warmoeze-
niersbedrijf op uitoefent. Deze vertrekt in mei
1854 naar Oost- en West-Souburg.
Na mei 1864 staat volgens het bevolkingsregister
van de gemeente Vlissingen het gezin van Dirk
Stroo op het adres M.65 ingeschreven.
Als hoofdberoep wordt vrachtrijder opgegeven,
maar hij is ook als landbouwer werkzaam
geweest. In de periode 1867-1899 staan ver
schillende dienstboden en boerenknechten op
het adres ingeschreven.
Het adres wordt regelmatig gewijzigd, te weten
Boschweg M.65; M.35 in Z. 175, terwijl in de
periode 1900 - 1910 erbij wordt gevoegd; Hoo-
geweg.
Zoon Abraham wordt in 1899 hoofdbewoner
van het pand en heeft eveneens enige boeren
knechten inwonend. Lang heeft hij er echter niet
geboerd. Door onenigheid over de nabetaling
van loon (f 2,50) met een voormalige knecht in
oktober 1904, wordt hij tijdens een worsteling
op zijn erf door het mes van de knecht in de hals
getroffen en komt te overlijden op 30-jarige
leeftijd.(26) Zijn weduwe hertrouwt in oktober
1906 met de heer Cornelis Jasperse. Zij blijven
op de hofstede wonen tot najaar 1921, dan
vertrekken zij naar "Kleine Abeele", net nog
gelegen op het grondgebied van de gemeente
Ritthem.
Als bewindvoerder namens de erven W. van der
Os, wordt in januari 1907 door de heer J. Sie
gers een bouwvergunning aangevraagd, waarin
tevens wordt gemeld dat het woonhuis zal
worden afgebroken. Feitelijk is dit het einde van
het hof "Maldegem". Deze sloop roept natuur
lijk de vraag op: waarom deze afbraak? Was het
geheel zo bouwvallig geworden en voldeed het
niet meer aan de veranderde eisen? Het nieuw
gebouwde pand met schuur stond echter nog
wel bekend als het hof "Maldegem".
32