/6
\W[V LAAT HET DE WETE WETEN
was niet voor niets ingeschakeld als supervisor
over het project. Het controversiële plan blijkt
50 jaar later nog steeds goed geslaagd te zijn: de
Griffioen is een gewilde woonbuurt.
Ook het centrum van Middelburg komt aan de
orde, met de invulling van het Bagijnhof vol
gens de Amsterdamse School. De overgerestau-
reerde Bellinkstraat, het saneringsgebied de
Geere, het prestigieuze Maïsbaaiproject en na
tuurlijk het Hofje onder de Lange Jan.
De gebouwen die op deze route de wandelaar
getoond worden, zijn bedoeld als illustratie bij
de variaties in soort, grootte en geschiedenis van
het bezit van de woningbouwverenigingen van
Middelburg.
Een aanrader dus; dit wandelgidsje door min
der onbekend Middelburg. Toch wat kantte
keningen: meer illustraties hadden de tech
nische details wat kunnen verduidelijken.
Men moet wel erg zijn of haar best doen om iets
concreets voor de geest te halen wanneer de
auteur spreekt over "lage bouwstroken met een
sterk ritme", "goten op klosjes", verlevendiging
in de vorm van rooilijnsprongen", "begeleide
straathoeken door diagonaal geplaatste bebou
wing", "karakteristieke overgang tussen de
gevels en daken zonder gootlijst" of "de galerij
gevel met de monumentale kolommen" die de
"overgang een eigen gezicht" geeft.
- "Aan laan, straat, plein en hof. Vier wandelroutes
langs bijzondere volkshuisvesting in Middelburg",
door ir. J.H. Sinke. Middelburg 1994.
Prijs 12,50.
Tiny Polderman
Door een buurtgenoot attent gemaakt zijnde op
op een paal in het veld staande achter het z.g.
"Tuindorp" te West-Souburg en wel ter plaatse
waar voorheen de volkstuinen zich bevonden,
ben ik eens ter plaatse op onderzoek gegaan.
Bij de paal aangekomen realiseerde ik me dat
deze daar al zeer lang staat. Tijdens en na de
oorlog heb ik daar nog wel gespeeld en vlak
naast deze paal zelf nog een perceel volkstuin
gehuurd, beginjaren '60. Na het maken van een
foto (hier bijgaand), heb ik tevens enige afme
tingen en afstanden opgenomen.
Na raadpleging van een viertal artikelen in
vorige Wetes (zie hiervoor 1989 de nummers 1,
2 en 4 en 1990, nummer 1) bleek al snel dat er
enkele kenmerkende verschillen met de aldaar
afgebeelde palen waren.
Deze verschillen zijn:
a. de paalvorm.
De hier behandelde paal heeft een afge
schuinde top en is verder rechthoekig van
vorm met een doorsnede van 175x 150 mm.
36