hier weer de kenmerken van de architect:
kleine, ronde ramen met gekleurd glas in
lood in binnen- en buitenmuren. Bijzonder
is de zeer smalle ellipsvormige spiltrap.
Na de ontmanteling van de bolwerken
kwamen er in Middelburg ook buiten de
vesten mogelijkheden voor villabouw. Een
eerste voorbeeld daarvan was De
Sprenck. In 1913 volgde villa Overdamme,
eveneens op de Seissingel.
Seissingel 10/12, Overdamme
Goethals bouwde op de Seissingel in 1913
een villa voor de bekende Middelburgse
chirurg dr. D. Schoute. Het werd een fors
pand, Overdamme genoemd, naar een
vroeger aanwezige dam. De stijl is Berlagi-
aans. De entree heeft een luifel op dubbele
consoles, een typisch eigen kenmerk van
de architect. Het grote dak bestaat uit een
schilddak met dwarskappen. In de vele
ramen is de verdeling geïnspireerd op de
ruitverdeling in de ramen van oude Middel
burgse huizen. Op veel plaatsen zie je in
de boogramen een klein rond raam in het
midden van de horizontale en verticale
verdeling der raamroeden. De hoekloggia's
zijn met glas dichtgezet.
Houtkaai 11, bankgebouw Hendrikse
Na de Eerste Wereldoorlog kreeg Goethals
in 1925 de opdracht een nieuw kantoor
pand te ontwerpen voor het bankiersge
bouw NV Hendrikse en Co's op de Hout-
kaai 11tegenover de Koningsbrug, dat
daar sinds 1908 gevestigd was. Een moei
lijke opdracht, want het gebouw moest qua
stijl passen tussen de bestaande oude
panden. Dit pand wordt een zeldzaam
voorbeeld van vroeg-twintigste-eeuwse
kantoorgebouwen genoemd.
Door de strakheid van lijnen en de hori
zontale roedenverdeling in de ramen heeft
Goethals een passend gebouw neergezet.
Boven de gootlijst is een klein driehoekig
dakje, dat lijkt op de puntdaken die in de
omliggende huizen boven de lijstgevel uit
steken. Dit zijn overblijfselen van de trap
gevels, die naar de mode van de achttien
de eeuw door lijstgevels waren vervangen.
Houtkaai 11, Middelburg.
(Foto Leo Hollestelle)
Latere jaren
Enige jaren later was Goethals betrokken
bij de verbouwing van het Burgerweeshuis
tot huishoudschool, op het Molenwater te
Middelburg. Daarbij kwam hij in conflict
met zijn opdrachtgevers, omdat zijns
inziens de kwaliteit van de materialen
beneden de maat was. Hij stond, zoals
reeds te zien was bij het ontwerp voor de
villa Magnolia, in voor de kwaliteit van zijn
bouwwerken en wilde geen water bij de
wijn doen. Daarom trok hij zich terug en