O
L
II
>9
een jaarsalaris van 400 gulden. In 1812
werd hij opzichter bij de Waterstaatsdienst.
Drie jaar later was hij als opzichter betrok
ken bij het nieuw te graven havenkanaal
van Middelburg naar het Veerse Gat. In
1816 werd hij bevorderd tot ingenieur 2de
klasse met als standplaats Breskens. Later
verhuisde hij naar Hoofdplaat, en Zierikzee
De zandbank De Elleboog in de monding van
de Westerschelde, strategisch gelegen tussen de
forten De Nolle op Walcheren en Willem I in
Zeeuws-Vlaanderen. Detail van 'Carte topo-
graphique des rives de l'Escaut occidental et
du canal de Gand a Terneuzen, indiquant les
polders, digues, écluses, wateringues, ainsi que
les limites des Flandres et de la Zélande, par A.E.
G(heldoljf), 1832'. (Zeeuws Archief, Zeeuws
Genootschap, Zelandia Illustrata deel I nr. 196)
was in 1826 zijn volgende standplaats. Hij
werd er als arrondissementsingenieur van
Noord-Zeeland aangesteld. In 1837 werd
Caland benoemd tot hoofdingenieur van
de Waterstaat in het district Zeeland en
verhuisde hij naar Middelburg. Hij vroeg in
1854 ontslag en werd benoemd tot presi
dent van de Centrale Directie van de Pol
der Walcheren. In Middelburg had hij zit
ting in de gemeenteraad. Hij overleed op
tachtigjarige leeftijd in 1869.
Abraham Caland schreef brochures over
Zeeuwse polders, de Middelburgse haven,
de paalhoofden langs de stran
den en een verhandeling over
het bouwen van een fort in de
monding van de Westerschelde.
Verder schreef hij over een zee
haven in Scheveningen en
Amsterdam en een handleiding
over Dijksbouw en Zeewerings-
kunde. Caland wordt omschre
ven als een strijdbare man met
vooruitstrevende ideeën op het
gebied van waterbouw. Tijdens
een bezoek van koning Willem
III aan Zeeland in 1862 werd hij
vanwege zijn verdiensten
benoemd tot commandeur in de
orde van de Eikenkroon. In zijn
geboorteplaats Westkapelle is
bovendien een plein naar hem vernoemd.
Een fort in de monding
van de Westerschelde
Na de nederlaag van Napoleon in 1815
gingen de Zuidelijke Nederlanden en de
voormalige Republiek der Zeven Provin
ciën op in het Koninkrijk der Nederlanden.
Dit koninkrijk was geen solide staat door
dat beide landsdelen weinig gemeen
schappelijks hadden. Er waren grote ver
schillen op het gebied van taal, godsdienst
en economie. De bevolking van de Zuid-
Nederlandse gewesten voelde zich achter
gesteld bij die van de Noord-Nederlandse
gewesten. In augustus 1830 braken er rel-
IV
,vm KatZMid