RUST-TYDT TRACTAET Umt t> onbcrOoutmigctics \8 en stichtelijke lectuur, soberheid en het naleven van een strenge zondagsviering. Piëtisme is een stroming die protesteerde tegen kerkgang uit sleur of een oppervlak kig geloofsleven. Op de provinciale synode van Goes in 1620 nam Teellinck samen met een colle- OFTE Chriflelijcken Ruft-dachs, blCHtCn CjljeillcpnUjCR ïlCtt Sondach HOCmt: Dacr toe dienende, Qmbet Chriften-volck afte ley den <~u an rveel onnutteenfebade* lijeke onrufte i tut d'eeuVVigbe Rufte, njreuchde, £tide heerlifkheyt? G HES TE LT Door WII.LEM THBLINCK, Dïènaer,des H. Euangcliums cot Middelburch in Zeelant. ijmpgcttfj aaoinnict ui DcZComlr. Bcact/Am» i6zi. Titelpagina van het boek 'De rust-tydt ofte tractaet van d'onderhoudinge des christelijcken rust-dachs, diemen ghemeynlijck den sondach noemt.dat de Middelburgse predikant Willem Teellinck in 1622 schreef en waarin hij stelde dat het de plicht van de overheid is om de ontheiliging van de rustdag tegen te gaan. (Zeeuwse Bibliotheek) ga het initiatief er bij de Zeeuwse Staten nog eens schriftelijk op aan te dringen dat de politiek maatregelen moest nemen tegen de ontheiliging van de zondag. In hetzelfde jaar presenteerde Teellinck op de classis van Walcheren "een seecker schriftt de christelicken rustdagh aengaen- de". Hij vroeg de gedeputeerden van de classis het manuscript over de rustdag te lezen en goed te keuren. De classis keur de het goed en voegde daaraan toe "...dat allen eensluidend met droefheid verklaren dat de alom heersende sabbatsontheiliging niet te dulden is, en dat zij in dit opzicht dezelfde mening zijn toegedaan, dat bin nenkort de goddeloosheid ten top zal rijzen, als er niet tijdig tegenmaatregelen genomen worden." Hieruit kan men opmaken dat alle Wal- cherse predikanten zich in de woorden van Teellinck konden vinden. In 1622 kwam het boek van Teellinck uit onder de titel De rust-tydt ofte tractaet van d'onderhoudinge des christelijcken rust- dachs, diemen ghemeynlijck den sondach noemt. Hierin schreef hij een opdracht die gericht was aan de Staten van Zeeland. Het was de plicht van de overheid om de ontheiliging van de rustdag tegen te gaan, aldus Teellinck. Hij klaagde dat kosten noch moeite gespaard werden om wereldse hoogheden te dienen, maar voor de dienst van de Heer was alles te veel. Weinig men sen brachten de rustdag door zoals de Allerhoogste het had bedoeld. Teellinck be schrijft in zijn boek wat een religieuze rust dag is en hij behandelt en weerlegt de grote weerstand tegen het houden van de rustdag. Hij wijst op de plichten en heilige bezigheden die op de rustdag gedaan moeten worden. Die heilige bezigheden bestaan uit bidden en bijbellezen buiten de kerkdienst. Ook moet men op deze dag de werken van barmhartigheid niet vergeten. Dat betekent dat zieken en bedroefden moeten worden bezocht. Hij behandelt in het boek het vierde gebod waarin staat dat

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2009 | | pagina 40