9
een nota die Huinink kort voor zijn ontslag
moet hebben opgesteld. De passage heeft
betrekking op de jaren 1938 en 1939.
De burgemeester schrijft: "Het gelukte hem
[Beversluis] om voor de uitgeversfirma
Bosch en Keuning te Baarn letterkundige
arbeid te verrichten, terwijl ook enkele bun
dels poëzie van hem van de pers komen.
Een levensbestaan geeft dit nog niet.
Daarom gaat hij in eenigszins andere rich
ting. Hij geeft een roman uit. Zijn echtge-
noote schrijft onder pseudoniem Dignate
Robberts. Haar pennevrucht heeft een
goed onthaal. Beversluis gaat inmiddels
verder en schrijft op de geboorte van Prin
ses Beatrix een declamatorium: 'De Cracht
van 't Landt bestaat'. Dit heeft een goede
pers. Hij zelf draagt het hier en daar voor.
Het wordt gedeclameerd voor de radio.
(,..)4 In één woord het gaat de goede kant.
Ook is Beversluis zoover dat hij letter
kundige cursussen kan organiseeren o.a.
in Middelburg. Met dit alles niet tevreden
- daarvoor is hij nu eenmaal een eerzuch
tig mensch - gelukt het hem mederedac
teur te worden aan De Nieuwe Gids. Door
deze groep van medewerkers komt hij in
contact met Arnold Meijer van Nationaal
Front op het moment ongeveer dat ook
Nederland in den oorlog betrokken wordt.5
Dit raakt bekend en ter nauwernood ont
glipt hij de kans om ook in verzekerde be
waring gesteld te worden. Dit gaf hem in-
tusschen aanleiding om geheel de
begonnen relatie met Nationaal Front te
verbreken. Hij heeft mij herhaaldelijk dank
betuigd, dat ik zijn alibi kon bewijzen en
een bepaalde verdenking, die op hem rust
te kon ontzenuwen."
Hier staat met zoveel woorden dat Bever
sluis dankzij burgemeester Huinink niet
werd geïnterneerd in 1940. In de morgen
van 10 mei werden NSB'ers en Duitsgezin
de burgers, in Zeeland wonende Duitsers
en politiek onbetrouwbare personen gear
resteerd en naar Fort Ellewoutsdijk ge
bracht. Beversluis ontkwam daaraan omdat
de burgemeester de militaire autoriteiten
verzekerde dat de dichter zijn betrokken
heid bij het tot Nationaal Front omgedoopte
Zwart Front had beëindigd.
Na de geciteerde passage maakt de bur
gemeester nog een interessante opmer
king over Beversluis: "Toen de Duitsche
bezetting hier kwam heeft hij verschillende
boeken en schrifturen, die hem zouden
kunnen compromitteeren, verbrand, of op
andere wijze vernietigd." Tegen zijn vriend
de Veerse kunstschilder Alfons van Dijck
heeft Beversluis gezegd dat hij lid van de
NSB was geworden, "daar hij bang was dat
de Duitschers hem zouden vervolgen om
dat hij vroeger Communist was".6
In het justitiedossier van Beversluis' echt
genote is een aanwijzing te vinden dat de
Beversluizen kort na mei 1940 bezoek
kregen van een Duitse officier, maar het
zou best na de zomer kunnen zijn geweest.
In zijn nota gaf burgemeester Huinink de
volgende informatie: "Voorzichtig heeft hij
ook contact gezocht met Duitsche Officie
ren. Eerst daarna, wellicht pas toen voor
ieder duidelijk werd, dat de N.S.B. door de
Duitsche Bezettingsautoriteiten voorgetrok
ken werd, kwam Beversluis onder bekoring
van het Nationaal Socialistisch beginsel.
Na een bezoek van den Heer Mussert aan
Veere, trad hij als lid toe. Reeds kort daar
na sprak hij zijn nieuwe belijdenis uit op
een vergadering te Goes. Ook nu weer,
evenals in vorige politieke organisaties,
spreekt hij met veel pathos, dat hij nu pas
gevonden heeft wat hij altijd zocht."
De burgemeester had ook op dit punt ge-