13 ten dat hij er niet aan dacht vrijwillig heen te gaan. "Sindsdien, 't was begin 1941, kwam de felle actie. Beversluis was inmid dels officieel tot de N.S.B. toegetreden, kwam nog een paar keer bij ons. Bij een van die bezoeken, die nog steeds in het teeken van de religieuze broederlijke ver houding stonden, kwam het tot een felle breuk, omdat ik hem vermaande zijn steeds zichzelf zoeken nu eens na te laten en werkelijk als Christen te leven. Zoo is Uw godsdienst je reinste pantheïsme: God ben ik, zeide ik. Blijkbaar was dat te veel voor de ijdele mensch Beversluis. "Een tweede grief van hem, zij het ook misschien minder ernstig, was dat ik niet bereid was mede te werken dat Van Beve- ren als wethouder werd verwijderd. Hij haatte van Beveren toen reeds met een fellen, doodelijken haat. In Februari werden Van Beveren en ik opgeroepen naar Den Haag alwaar wij ons hadden te verde digen tegen een lange reeks van klachtjes Daarna werd ik dan eens voor dit, dan weer voor dat door ambtenaren van het Bureau van den Beauftragte te Middelburg om nadere opheldering gevraagd." Huinink legt vervolgens uit dat Beversluis allerlei zaken in Veere in het NSB-partijblad had aangeroerd. Voordat de ontslagen burgemeester zijn persoonlijke situatie uiteenzette, schreef hij over Beversluis: "Beversluis zelf is ons nog veelszins een raadsel. Herhaaldelijk komt mij nog in de herinnering een audiëntie met hem bij U, waarbij U een der zwakke punten van hem blootlegde, n.l. het persoonlijk zondaar zijn voor God. Dat kende hij niet. Evenmin ken de hij de behoefte aan gemeenschap der heiligen; hij was en bleef fel anti-kerkelijk. Een man die uitermate ijdel is. Steeds zich zelf zoekt en fel in zijn oordeel is." Een oproep Terug naar de situatie in februari 1941 toen burgemeester Huinink gaandeweg met Beversluis behoorlijk in zijn maag zat. Het probleem was volgens Huinink dat Bever sluis voortdurend speurde naar mensen die kritiek hadden op zijn lidmaatschap: "Helaas vele ook die verder gaan en in DNatt.. OORLOOPEND BEWIJS van toegang tot de duinterreinen der Gemeente Middelburg, geldig tot wederopzegging. Afgegeven aan: Herm W.MÜnzeT Middelburg7 Juni 1941 Middelburg, de Directeur der Gemeente Bedrijven Toegangsbewijs voor het waterwingebied van Beauftragte W. Münzer, hoofd van het Duitse bestuur in Zeeland. (Zeeuws Archief) woord en gebaar hun vijandschap uiten. Vooral de jeugd openbaart, wat misschien de ouders bedekken", aldus de burge meester. Huinink onderzocht enkele anti- Beversluiskwesties. De dichter schreef hem brieven op een "toon van overdrijving en verbeten woede", aldus de burgemees ter. Daar kwam nog bij dat Beversluis te genover de burgemeester beweerde "van de Duitsche Autoriteiten machtiging te heb ben om onmiddellijk, zonder vorm van pro ces, personen in hechtenis te doen ne men". Hoewel Huinink tot de conclusie was gekomen dat Beversluis hier onwaarheid sprak, verhoogde deze houding de span ning. De Beversluizen werden inderdaad in Vee- re door verschillende bewoners vijandig bejegend. In feite waren zij buiten de kring

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2021 | | pagina 15