15 relevant dat Beversluis in een brief van 4 februari 1941 aan de burgemeester rea geerde: "U stelt het voor alsof Veere na Mei 1940 rustig is geweest. Daarbij vergeet U de terreur, de gemeene beleediging, de baldadige vernielingen van mijn fiets, de klodderij op het raadhuis, de anonieme brieven e.t.c. Dat hebben wij gevoeld, diep, hard, onvergetelijk. U dankt de Veerenaren nog, dat lasterlijke stadje, dat jouwt, na roept, sabotteert, wier haat ons uit aller oogen tegenblikt. Afschuwelijk. En U stelt het voor alsof alleen 'Duitschers en N.S.B. ers' buiten de wet staan, buiten deze goe de, rustige gemeente. U hebt zeker nooit kunnen vermoeden hoezeer U ons en anderen daarmee gegriefd hebt. O, deze horde van valschsprekende Farizeeërs hier, ik walg van hen en God geve dat, als het moment der vergelding kómt voor allen smaad ons aangedaan, ik mij kan beheer- schen." Ten slotte deelde Beversluis mee dat hij alle contacten met de burgemeester verbreekt: "De tijd zal recht spreken." Huinink reageerde per omgaande (6 febru ari). Hij verweet Beversluis dat hij vergeten was wat hij schreef in zijn roman Alzoo ook op aarde dat Gods wil geschiede en dat wraak- en haatgevoelens niet pasten. Nog dezelfde dag antwoordde de dichter op briefpapier van de redactie van De Nieuwe Gids met een handgeschreven epistel van drie kantjes. Er zouden er nog meer vol gen. Jammer dat ze niet volledig geciteerd kunnen worden, want ze geven inzicht in de escalatie. Hij klaagde over anonieme brieven, vermeldde dat de hervormde pre dikant M.L.W. Schoch zijn kerkenraadsle den had gewaarschuwd voor de Beverslui zen. Dit gebeurde nadat de gereformeerde dominee Jan W. Smitt zijn collega had ingelicht. Eén opmerking van Beversluis uit deze correspondentie moet in verband met het vervolg volstaan. In zijn brief viel Be versluis Huininks maatregelen aan, waarna hij opmerkte: "Ik heb Dr. Münzer ver zocht na te gaan in hoeverre zij in overeenstemming te brengen zijn met een Nat. Soc. levensopvatting van recht, waar heid en liefde." Met andere woorden, hij Illustratie van Jemmy van Hoboken uit het boek 'Jikkemien'van Dignate Robbertz, 1941. (ZB, Beeldbank Zeeland, tekeningen en prenten, 1664) ging bij de Duitsers in Middelburg over Huinink klagen. Dat heeft de burgemeester geweten. In februari moest Huinink op rap port komen in Den Haag, Ontslag voor Huinink Vanaf maart 1941 lieten Martien en Jo

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2021 | | pagina 17