17 men. De zaak van Verlinde kan nog met andere gevallen uitgebreid worden. Behalve Huinink werd in De Zeeuwsche Stroom voortdurend wethouder Van Beve- ren op de korrel genomen. Hij werd voor gesteld als een autoritaire man die op dracht gaf eenvoudige Veerenaren dwars te zitten, bijvoorbeeld met de eis om een schuurtje af te breken. Nu was Jacob Jan van Beveren geen gemakkelijk man.12 Hij was als rijkstonnenlegger verantwoordelijk voor het onderhoud van de betonning, bebakening en verlichting. Ook zijn vader was jarenlang wethouder geweest. De situatie was in de familie nogal complex, want wethouder Van Beveren had een broer, Hein, die aanvankelijk ook deel had uitgemaakt van het familiebedrijf maar na een conflict het veld had moeten ruimen. Sedertdien leefden de broers op gespan nen voet. Zo schreef Hein anonieme brie ven naar het Loodswezen en werd hij in een ander geval door broer Jacob van diefstal beschuldigd. De situatie was nog gecompliceerder omdat Beversluis op goe de voet stond met Hein van Beveren, al is het onduidelijk of hierbij eveneens een politiek motief speelde. Huinink en wethou der Van Beveren zijn samen in Den Haag ter verantwoording geroepen en kregen op dezelfde dag ontslag. Aan de secretaris-generaal van Binnen landse Zaken schreef Huinink na zijn ont slag dat hij werkelijk niets kon bedenken waarom hij moest aftreden: "Het blijft voor mij een absoluut raadsel waarom. Slechts één ding weet ik zeker, omdat ik niet bereid bleek den Heer Van Beveren aan de galg te brengen, moest ik zelf om hals gebracht worden. Dat is de uitlating van Beversluis zelf." Uit zijn brief aan de commissaris van de Koningin Quarles van Ufford in diens verbanningsoord: "Van Beveren kreeg drie voudig ontslag, als Wethouder, als Raads lid en als Rijkstonnenlegger. De broer Hein van Beveren, een handlanger van Bever sluis, had zich gewroken." Slot Het ontslag van de burgemeester van Vee- re wordt vaak gezien als het gevolg van een incident op 30 april 1941. De avond tevoren hadden inwoners van Veere hier en daar op een muur met verf en op het stadhuis leuzen aangebracht. Huinink en Van Beveren zouden niet snel en adequaat zijn opgetreden. In Huininks brieven en documenten speelt deze gebeurtenis een ondergeschikte rol. De maandenlange, systematische aanvallen op hem en de wethouder en Beversluis' contacten met de NSB en het Duits bestuur waren naar zijn oordeel doorslaggevend geweest. Lo van Driel 1. Zie De Wete, 49e jrg., nr. 1, oktober 2020. 2. In oktober 1939 betrok het echtpaar Bever sluis het huis De Veste, destijds B122, aan de weg naar Vrouwenpolder, dat formeel in Vrou wenpolder lag. In de praktijk waren de Bever sluizen echter op Veere gericht en werden ze als inwoners van Veere beschouwd. 3. Deze voorpublicatie wordt ten onrechte beti teld als 'Merientje'. Het fragment heette in het tijdschrift Elckerlyc Noordwesteren verscheen eveneens onder het pseudoniem Dignate Rob- bertz. Het tijdschrift werd uitgegeven door Bosch Keuning en werd geredigeerd door Martien Beversluis. De streekroman werd met grote bewondering besproken in de Middelburgsche Courant van 31 januari 1939 door Dirk Leendert Broeder uit

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2021 | | pagina 19