7 Verstraate is overigens niets aan te mer ken. Van oproerige propaganda is mij tot heden openlijk niets gebleken. Wat de bedoeling van het tweetal is kwam niet vast te staan. Eerst luidde de mededeeling dat een reis zou worden gemaakt door de Sov jet Republieken. Later heette het dat eerst België en Frankrijk bezocht zou worden. Ik geloof niet dat Beversluis Veere of Zeeland kiest tot een arbeidsveld voor Communisti sche propaganda. Reeds een paar weken laat ik vrij geregeld zijn gangen nagaan, maar hij is uitsluitend in gezelschap van Mej. Verstraate, komt met haar ook wel op uitvoeringen, o.a. 24 dezer een uitvoering van het muziekgezelschap. Zij zijn daar stil en terug getrokken. Tot heden heb ik dan ook geen enkele aanleiding om tegen hem op te treden. Het was alleen de vrees dat een ongewenscht gevolg uit een gaan naar Rusland zou kunnen voortkomen die mij de opmerkingen bij de paspoortaanvraag deed maken." Een briefje van 1 februari 1936 van Pieter Stoel, de rijksveldwachter, aan Huinink geeft een kijkje in de Veerse spionagekeu- ken. De veldwachter zorgde voor de ver binding tussen de burgemeester en ene De Nood, mogelijk een buurman van de Ver- straates: "Onder belofte van geheimhou ding heeft De Nood mij medegedeeld, dat ongeveer 14 dagen geleden, in den avond 8 uur bij J. Verstraate in diens woning zijn binnen gebracht, verschillende kisten wel ke met een wagen of auto aldaar zijn ge bracht. "De Nood heeft mij ook belooft, dat, indien hij bemerkt, dat Beversluis zal vertrekken, hij zooveel mogelijk zal uitkijken, om te kunnen mededeelen wat er zooal uit de woning van Verstraate wordt gedragen. "Ik heb de Nood medegedeeld dat indien Beversluis is vertrokken, U zelf of ik wel bij hem kom, om 't één en ander te vernemen. (was getekend) "De Rijksveldwachter, P. Stoel." "In wilde echt" Over een reis naar Rusland is niets be kend, noch over een tocht door België en Frankrijk van de dichter met zijn nieuwe partner. Wel is zeker dat Jo Verstraate zich spoedig in Blaricum bij Beversluis voegde. Ze woonden daar samen "in wilde echt". Op zaterdag 27 februari 1937 maakte het Voorzijde van 'De drie soldaten'van Bertolt Brecht (1932), in de vertaling van Martien Beversluis. Omslagtekening van George Grosz. Exemplaar van de vertaler met zijn tekst in handschrift. Het kinderverhaal op rijm ver scheen in afleveringen in het communistische tijdschrift 'De Nieuwe Tijd', in het voorjaar van 1935. (coll. Literatuurmuseum, Den Haag)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2021 | | pagina 9