Om echt heel goed te worden moet hij uiteindelijk meer
doen dan alleen maar studeren. En om de beste te
worden? Daar komt nóg meer bij kijken. We praten over
opleidingen en leraren, over privélessen en keuzes maken,
over zijn wil.
'Omdat ik er zo jong bij was, zat ik ook al vanaf mijn
negende op de vooropleiding van het conservatorium.
Ik heb mijn middelbare school maar twee jaar in Goes
gedaan. Vanaf mijn veertiende ben ik naar een gastgezin
gegaan in Den Haag. Toen heb ik intern in het conserva
torium muziek-havo gedaan. Dat liep eigenlijk ontzettend
goed in elkaar over. Daarnaast had ik ook privéles, in Parijs
bijvoorbeeld. Maurice André, een van de beste klassieke
trompettisten, heb ik daar ook ontmoet. Ik heb altijd wel
heel goede mensen om mij heen gehad.'
Wanneer komt de omslag als het om opleiding gaat, van
klassiek naar licht
'Heel vroeg al. Op die school. Ik zag het totaal niet zitten
om alleen maar klassiek te doen, om musicus te worden,
in zo'n orkest. Hoeveel ik ook van die muziek hou, ik wil
gewoon zélf de band leiden. Dat zijn nog steeds de keuzes
die ik maak. Ik was vijftien toen ik ze dat duidelijk moest
maken. Ik heb het nog een tijdje tegelijk geprobeerd. En
dat was op zichzelf niet verkeerd. Qua techniek is het heel
belangrijk datje die klassieke scholing hebt. In de lichte
muziek komt het vaak aan op improviseren, datje uitvoert
wat je in je hoofd verzint. Hoe beter jouw beheersing dan
is, hoe meer je je kunt uiten...'
'Mijn klassieke leraar was heel erg puristisch. Jazz is mu
ziek van de duivel. Dat dan nog net niet, maar toch. Daar
ging het eigenlijk mis, in de denkwijze van mijn docenten.
En daardoor kon ik dus ook niet die twee dingen tegelijk
studeren. Hij probeerde op me in te praten: "wat ben
je nou eigenlijk met die jazz aan het doen?" Dat werd
behoorlijk dwingend, zeker op die leeftijd.'
De trompettist hakt uiteindelijk zelf de knoop door, kiest
voor licht en gaat zijn eigen weg. Later zal hij zichzelf
regelmatig 'autodidact' noemen, wat feitelijk niet kiopi
maar volgens hem wel waar is.
'Ik had altijd grote conflicten met docenten, omdat ik een
sterke visie had, wist hoe ik het wilde gaan doen. Het is I
mijn leven, mijn muziek. Ik was daar heel dwars in. Dat is
ook mijn redding geweest. Anders word je een soort kloon
van je leraren. Ik heb altijd mijn eigen weg gezocht. Als
ik van iemand les had, pakte ik daar de dingen uit die ik
interessant vond. Wat dat betreft was ik meer mijn eigen
leraar dan dat iemand mij gevormd heeft. Ik ben ook nooit
lang bij docenten geweest. Het meeste heb ik niet zozeer
van docenten geleerd, maar door het gewoon zelf uit te
zoeken. Die hele platencollectie hier in huis; ik was daa
uren per dag mee bezig...'
'Een van mijn docenten, Wynton Marsalis, een van mijn
grote voorbeelden ook, zei me altijd: pak de dingen eruit
die voor jou het belangrijkst zijn. En dat ben ik toen ook
echt gaan doen. Het meest heb ik geleerd van het letterlijk
uitschrijven van muziek, daadwerkelijk partituren uitsch ij-
ven. Wat speelt hij nu? Hoe zit dat akkoord nu precies
in elkaar? Het werd een soort obsessie. Ik ging naar
bibliotheken, wilde alles lezen wat erover te lezen viel. Als
je zo'n conservatorium doorloopt, gaat het gewoon te
langzaam. Sommige zaken die bij theoretische lessen aan
de orde kwamen had ik dan al jaren daarvoor gelezen. In
die zin heb ik heel erg mijn eigen koers gevaren.'
'Het is een heel raar wereldje: jazzmensen staren zich heel
erg blind op al die stromingen, van vroeger zeg maar.
Klassieke mensen hebben weer een ander soort oogklep
pen op. Ik heb alles onderzocht: ik houd niet van oogklep
pen. Daar is ook mijn interesse voor wereldmuziek een
beetje gekomen. Het belangrijkste vind ik dat de mensen
in de zaal het naar hun zin hebben. Ik probeer er echt voor
te zorgen dat de mensen een leuke avond hebben.
Het gaat ook op voor mijn cd. Ik kan wel het allermoeilijk
ste trompettenspel laten horen, maar dat hoeft helemaa
niet. Ik vind de combinatie als bandleider en trompettist
die cd's maakt, die een groot publiek aanspreekt, veel inte
ressanter. In plaats van datje in een heel klein jazzwereldje