f
Groter en beter
dansers en choreografen, ze heeft ook een missie in Zuid-
Nederland. Station Zuid moet Limburg, Noord-Brabant
en Zeeland in beweging krijgen, warm maken voor dans
en ze er op alle mogelijke manieren bij betrekken. Met
workshops en lessen in kijken naar dans bijvoorbeeld. Ze
timmeren behoorlijk aan de weg, je komt ze regelmatig
tegen in de provincie met hun verschillende activiteiten. Ze
brengen mooie dingen van goede, creatieve choreogra
fen.'
Nederland kent sinds jaar en dag vijf hbo-dansopleidingen.
Je vindt ze in Tilburg, Den Haag, Arnhem, Amsterdam en
Rotterdam. Sinds 2008 kunnen leerlingen zich via het CIOS
in Goes ook voor een mbo-opleiding dans inschrijven. Na
vier jaar verlaten ze de opleiding met een diploma waar
mee ze lessen en kleine voorstellingen kunnen verzorgen
in bijvoorbeeld buurthuizen of op basisscholen. Butler:
'Een goede ontwikkeling voor mensen die geen havo
diploma hebben, maar wel talent. Zij hebben nu ook de
mogelijkheid om iets te gaan betekenen in het dansvak.
Ik vraag me wel af of er voldoende werk zal zijn voor alle
hoger- en middelbaar opgeleiden. Er zijn relatief veel dans
vakopleidingen. Inmiddels zijn er al heel wat getalenteerde
docenten werkzoekende. We zullen zien wat het wordt,
de opleiding in Goes heeft potentie en biedt juist mogelijk
heden om nieuwe docenten van buiten de regio perma
nent of tijdelijk naar Zeeland te halen. Zo krijg je nieuw
bloed en voeg je iets toe aan de bestaande danscultuur.'
Ook Sorber ziet potentie in de opleiding: 'Ik heb aan de
basis van de opleiding gestaan, meegedacht over de struc
tuur, het curriculum. Om de schijn van belangenverstren
geling tegen te gaan, heb ik me uiteindelijk teruggetrok
ken en kijk ik als geïnteresseerde vanaf de zijlijn mee. Het
is een leuke opleiding die landelijk bekend is. We hebben
hier niet alleen leerlingen uit Zeeland, ze komen eigen
lijk uit het hele land. Ik denk dat de komende jaren de
opleiding zich verder moet en zal ontwikkelen. Er is meer
lijn, meer eenheid nodig in het totale lesprogramma en ik
hoop dat het aantal praktijkuren kan worden uitgebreid. Ik
zie de mbo-dans als een aanwinst voor de provincie. Als ik
nog een wens mag uitspreken: ik zou het een goede ont
wikkeling vinden als ook de creatieve mensen die achter
de schermen werken een eigen opleiding zouden krijgen.
We hebben nu wel gebrek aan mensen die kostuums
kunnen bedenken die er niet alleen mooi uitzien, maar
ook redelijk eenvoudig in elkaar kunnen worden gezet.
Ook het maken van een decor is een vak apart. Naast de
choreografieën zijn deze elementen van cruciaal belang
voor de uitstraling van de voorstelling. Zelf heb ik twee
mensen, die prachtige grote decors maken, Jos de Waa
en Rick Sorber. In mijn laatste voorstelling stond er daarom
opeens een heus oerwoud op het podium en even later
een compleet Afrikaans dorp.' Sorber streeft altijd naar
groter en beter. 'Je legt de lat heel hoog voor jezelf en dat
wekt weer verwachtingen bij je bezoekers. Je moet dus
steeds blijven zoeken en je blijven ontwikkelen.'
Blijven zoeken naar groter en beter beschrijft voor mij wel
de ontwikkeling van dans in Zeeland. Van de opkomst van
balletscholen met professionele docenten en de start van
een semi-professioneel dansgezelschap via steeds meer
dansactiviteiten waar amateurs en professionals elkaar
ontmoeten. Via een overvolle danskalender, naar een
professionele opleiding voor jong talent. Het einde is nog
niet in zicht. Nieuwe scholen vinden een plek, televisiepro
gramma's als So you think you can dance lijken jongeren in
hun greep te hebben. De nieuwste moves maken dansen
cool, ook voor jongens. En dat biedt perspectief.
Inmiddels heb ik zelf mijn weg in Zeeland dansland
gevonden. Wat voor mij eerst leek op een regio waar je
enige dansactiviteit met een vergrootglas moest zoeken,
bleek uiteindelijk een provincie te zijn met een bruisende
danscultuur. Regelmatig bezoek ik voorstellingen in de
Zeeuwse theaters en op alternatieve locaties. Ik heb hier
dansworkshops kunnen volgen en geïnspireerd door alle
voorbeelden ben ik na ruim dertig jaar eindelijk bij de basis
van de dans aangekomen: het klassiek ballet. Daar stond
ik afgelopen december weer, op een schitterend aange
kleed podium in een baljurk van parelmoerkleurige zijde
Groter dit keer, omdat ik op mijn spitzen stond en beter
ook, want ik kon het publiek zien zitten en dat gééft een
energie! I
Fotografie: Hans Gerritsen, Balletstudio Free
Ru den Riemens (pag. 132)