Indrukwekkende verhalen museum op bezoek was. Die mevrouw was heel geïnte resseerd in wat er allemaal gebeurd is. Ze vertelt dat ze is komen kijken omdat haar oma verdronken is tijdens de watersnood. Van de 1835 namen van de slachtoffers zijn er slechts 140 verhalen bekend. Die klinken uit de na menrivier op. Mina Verton wil graag de naam van de oma weten, zodat ze wellicht weer een verhaal kan toevoegen aan de rivier. De Amerikaanse vertelt dat het om een mevrouw De Vin gaat. Vrouw De Vin! Mina heeft haar als laatste in leven gezien en haar zien verdrinken. Wat een bijzonder toeval. Indrukwekkend zijn de verhalen. Indrukwekkend omdat de Ramp mensen zo heeft veranderd. Nel, net 80, eens per week vrijwilliger in het museum, was in 1953 een jonge vrouw met drie jonge kinderen en met een vierde op komst toen het water kwam. Om halfdrie 's nachts werd ze op de zaterdag dat de stormvloed plaatsvond, gewekt door sirenes. Snel en nog in pyjama ging ze redderen en bracht iedereen naar boven. Ze woonde in Zierikzee en zat op de bovenste verdieping van hun huis. Het huis had geen dakraam dus naar buiten konden ze niet met de kinderen. Manlief was vindingrijk. Hij brak een zijraam open en maakte met het ledikant een loopbrug naar het huis van de buren. Hijzelf ging als laatste en had niet voldoende houvast. Hij kwam ongelukkig terecht en hield daar een hernia aan over. Via het buurhuis kon ze het dak op. Met een dekentje om zich heen in de kou zaten ze daar. Wat was er aan de hand? Zierikzee onder water. Hoe was het elders? Wat gebeurde daar? Stond het hele eiland onder water? Was dit het einde van de wereld? Door het water gingen op raadselachtige wijze de lichten aan in de autobussen die schuin onder hen stonden, waarschijnlijk kortsluiting. Een vrachtwagen dreef dwars op de straat, er kwamen piano's langs drijven. Nel had het gevoel dat ze in een spookstad leefde. Echte kerkgangers waren ze niet. Er werd in huis niet veel over geloof gesproken. Haar vijfjarige zoon zag echter de ontreddering van zijn moeder en zei tegen haar: 'Mam, je hoeft niet bang te zijn. Ik heb aan de lieve Heer gevraagd of het goed zou komen, dus het zal wel goed komen.' Nel is nog ontroerd als ze daar aan denkt. 'Hij wou me zo graag geruststellen. Nu kan hij zich niet meer voorstellen dat hij iets dergelijks gezegc zor hebben.' De zwangere Nel met haar kinderen had geluk. Na een nacht in de kou en de hagel, werd de familie gered door de brandweer. Hangend op de rug van een brandweerman werd ze in veiligheid gebracht. Haar man moest op Schouwen blijven om te helpen met de hers el- werkzaamheden. Nel werd met haar kinderen geëvacu eerd naar Almelo. 'Ik heb daar goede en slechte mensen ontmoet', vertelt ze. Het duurt even voordat ze over haar slechte ervaringen spreekt. Een mens moet immers dank baar zijn voor alle hulp die aangeboden wordt. 'We waren in een halfuur alles kwijt. Om halfdrie hadden we nog een huis en alles wat we nodig hadden. En plotsklaps waren we in een onzekere situatie terechtgekomen waarin we niets meer hadden behalve elkaar. Omdat ik zwanger vas en drie jonge kinderen had, mocht ik niet op het eiland blijven. Ik werd bij een familie ondergebracht met een groot huis en personeel. De werkster en het dienstmeisje werden onmiddellijk ontslagen en ik werd keer op kee vernederd. Als slachtoffer kreeg ik van het Rode Kruis voor mijn fami lie zes stel lakens. Daar kreeg ik heel vervelende opmei kin gen over van mijn gastheer. 'Weetje wat ze tegenwoor dig in Zeeland bidden?' vroeg hij. 'Geef ons heden ons dagelijks brood en elk jaar een watersnood.' Hij was ervan overtuigd dat wij profiteerden van het fe t dat ons een Ramp als deze was overkomen. Dat hij drie keer per zondag naar de kerk ging, maakte het bijna on waarschijnlijk. Eigenlijk vond ik de vernederingen die ik in dat gezin moest ondergaan nog erger dan de hele Ramp. Die Ramp, daar kon niemand iets aan doen. Dit gedrag van die familie was ziek. Ik kon me niet voorstellen waar om we zo werden behandeld. Dat heeft me heel erg ver anderd. Als ik nu iemand tegenkom die hulp nodig heeft, dan zal ik dat, als het even kan, geven. Voor de Ramp ag ik gewoonweg niet hoe dat precies zat, al probeerde ik wel goed te doen. Nu weet ik dat je in één klap alles kwijt kunt zijn. En hoe belangrijk kleine gestes zijn. Gelukkig

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelanddoc. | 2010 | | pagina 96