ALDO VAN E Y C K
bladzijden uit de brochure met de 164 stedenbouwkundige ideeën
andermaal onder zijn duim voorbij ritselen en zei, de bril op zijn
voorhoofd schuivend en mij geamuseerd en ironisch aankijkend:
"Dat is me toch wat. Zoveel inzendingen en nog geen keus kunnen maken!
Eén plan vond ik het slechtste. En dat is van de prijswinnaar!"
Daarmee was de toon gezet en de stemming bepaald. Ik reageerde
met de opmerking dat hij zelf het beste antwoord gaf op de vraag
waarom we naar hem toe waren gekomen. Er volgde een verhoor,
dat ogenschijnlijk alle kanten uit kabbelde, maar dat toch vlijmscherp
gericht bleef op een nadere verklaring van ons verzoek aan hem om
in Middelburg als supervisor op te treden.
"Wat verwacht U van mij? Wat moet ik doen?", bleef het terugkerende
thema. Uiteindelijk antwoordde ik dat hij daar zelf invulling aan
mocht geven. Hij vertelde dat hij na de oorlog nooit meer in
Middelburg was geweest, bij wijze van protest tegen de wederop
bouw van de stad volgens de principes van de Delftse School. Hij
verweet de architecten van de wederopbouw arrogantie, ze gingen
Van Eyck fotografeert zonc[er respect om met de historie van de stad, sterker nog, ze wilden
zijn tentoonmstelling r
in de Vleeshal. °P hun manier fouten uit de historie herstellen en vernielden daar-
15 mei 1992. voor delen van de stad.
Ik was niet bekend met de lezing van Van Eyck, waarin
hij de Delftse School betitelde als "verkrampt, verkeerd,
voos - zelfs helemaal rot". Ik zat dus in zijn eigen hol
met de leeuw aan tafel. Dat zijn vrouw Hannie ooit in
Middelburg was geboren (en er vervolgens slechts drie
maanden woonde), stemde hem niet milder.
Ik kon mijn verzoek toelichten door te zeggen, dat we
nu juist iemand zochten die bewezen had in staat te zijn
met eigentijdse architectuur aan te sluiten bij de histori
sche bebouwing. Dus niks geen historiserende lafheden.
Architectuur noemde ik een discipline uit de toegepaste
kunst en refereerde aan de op locatie geïnspireerde
installaties in de Vleeshal. Eigenlijk was een bouwwerk
een installatie in de open lucht met een levensduur van
hopelijk vele generaties.
Mijn argumentatie trof doel, maar het ontbrak nog wel
aan een finale overtuiging. Ik drong aan op een vervolg
gesprek in Middelburg met bezichtiging van de geres
taureerde en gereconstrueerde stad.
Die toestemming verkregen we en had, gezien de voor
ingenomenheid van Van Eyck jegens Middelburg, ook
iets van een bescheiden triomf.
En inderdaad, reeds op 28 juli konden we het echtpaar
Van Eyck in Middelburg begroeten en de stad bezichti
gen. Van Eyck sprak uit diep onder de indruk te zijn
van de grote openbare ruimtes in Middelburg, die
183