R.A.F. 'sinks' Dutch island Dicutabel, maar wat was het alternatief De militaire situatie AD H VAN DIJK In 2004 is het zestig jaar geleden dat een groot deel van Zeeland werd bevrijd. Er is in de loop van de tijd het nodige over geschreven, er is het nodige herdacht. Zestig jaar alweer. Er zijn nu nog genoeg Zeeuwen, die het allemaal hebben meegemaakt en die erover kunnen vertellen. Onder de titel "Bevrijd, niaar...." publiceren Jan Willem Antheunisse en Tiny Polderman, medewerkers van Omroep Zeeland, een serie ontroerende ooggetuigeverslagen. We hebben Ad van Dijk gevraagd om naar aanleiding van die zestig jaar ook in het Zeelandboek aandacht te schenken aan de gebeurtenissen in het najaar van 1944, die hij des tijds als zeventienjarige Vlissinger meemaakte. Sindsdien heeft hij zijn eigen belevenissen getoetst aan de verhalen van anderen, heeft hij zo'n beetje alles gelezen wat op de oorlog en Zeeland betrekking heeft, maar hij mist een analyse van de gevolgen voor burger en militair bij de keuze om Walcheren al of niet onder water te zetten. Wie heeft eigenlijk verzonnen dat het eiland geïnundeerd moest worden? En is het toen allemaal volgens het boekje verlopen? Wat was de impact? De problemen zijn bekend. De Geallieerden hadden voor het begin van de najaars stormen behoefte aan een beschutte aanvoerhaven voor de gigantische hoeveelheid materieel, die nodig was voor de vier miljoen man die de slotaanval op Duitsland moesten uitvoeren. De aanvoerroutes vanuit de kunstmatige havens in Normandië waren tot het uiterste uitgerekt en de toewijzing aan de troepen was al geruime tijd gerantsoeneerd. Wanneer die havens door een storm een paar weken zouden uitvallen zou de hele geallieerde opmars tot stilstand komen. Op 4 september had de 1 le Britse pantserdivisie bij verrassing Antwerpen veroverd en de havens onbeschadigd in handen gekregen. Het leek wel of de Geallieerden door dit onverwachte succes overrompeld waren. Niemand had durven hopen dat de grote problemen met de bevoorrading nu zo simpel opgelost konden worden. Maar voordat de haven in gebruik kon worden genomen, moest wel eerst de Westerschelde gezui verd worden van mijnen en ook moesten beide oevers in geallieerde handen zijn. De Duitsers daarentegen begrepen onmiddellijk wat het verlies van Antwerpen beteken de. Daarom kreeg het 15e Duitse leger, dat in Vlaanderen was ingesloten, van het Führerhauptquartier in Berlijn de opdracht om niet langer te proberen uit de omsinge ling te breken in de richting van Leuven, maar terug te trekken over de Westerschelde 159

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2004 | | pagina 161