Van initiatief tot project
EEN EEUW OP GELUIDSBAND
Toen ik eindjaren '70 tientallen landarbeiders uit het zuidwestelijk kleigebied over
hun leven liet vertellen en die op geluidsband opgenomen verhalen uitschreef tot een
boek, betekende dat een openbaring voor veel lezers. Begrijpelijk, want niet eerder was
het verhaal van het landarbeiderleven vastgelegd. Ja, er was een enkele streekroman
verschenen waarin ook iets doorklonk van de manier waarop de grootste bevolkings-
groep van de delta had geleefd, maar deze keer betrof het geen fictie maar ging het
om de rauwe werkelijkheid. Dit waren de getuigenissen van de mensen zélf. Dit was
de geschiedenis, die niet werd verteld vanuit het perspectief van de buitenstaander,
maar door degenen die er 'van binnenuit' tegenaan keken en daar verslag van deden.
En dat is dan tegelijk een tweede argument waarom het vastleggen van de verhalen
van gewone mensen belangrijk is: ze maken het beeld van het verleden minder één
dimensionaal. Omdat zij niet kijken vanuit het perspectief van de autoriteit, comple
teren ze het totaalbeeld van de geschiedenis en geven het meer diepgang. En doordat
je de stem erbij hoort met al zijn emoties wordt het verleden ook meer invoelbaar.
Een bijkomend voordeel in een provincie als Zeeland is dat mét de geluidsbanden
ook het dialect - toch bij uitstek een spreektaal, waarvan de klank amper op schrift
is vast te leggen - behouden blijft tot in lengte van jaren.
Eind jaren '70 was het Zeeuws Documentatiecentrum (ZDC) in Middelburg ook al
begonnen met het verzamelen van verhalen van ooggetuigen. Dat was niet geheel
toevallig. Eindjaren '70 kwam in ons land de belangstelling voor 'oral history' over
waaien uit de Angelsaksische landen. In die begintijd waren het echter vooral de
verhalen van bekende Zeeuwen, die werden vastgelegd. Belangrijk als aanvulling
op bestaande schriftelijke bronnen natuurlijk, maar al snel realiseerde men zich in
Middelburg dat er hele (beroeps)groepen waren, waarvan helemaal geen bronnen
materiaal beschikbaar was: noch schriftelijk noch mondeling.
Groepen zoals de landarbeiders dus. De banden met de levensverhalen van de land
arbeiders, die werden afgestaan aan het ZDC, vormden het begin van een eerste vrij-
willigersproject. Onder leiding van Wim Helm, de 'beeld- en geluidsman' van het
ZDC, werden in de jaren '80 door vrijwilligers honderden interviews gemaakt met
beoefenaars van andere (bijna) verdwenen beroepsgroepen zoals bakers, naaisters,
textielarbeiders en kleermakers. Helaas ebde de motivatie van de vrijwilligers weg
doordat er met hun materiaal niet meer gebeurde dan opslaan bij het ZDC.
Uiteindelijk bleef er één vrijwilligster over. En omdat ook geluidsman Wim Helm
weinig tijd had om regelmatig de boer op te gaan, groeide de verzameling aan het
einde van de eeuw nog amper. Af en toe kwam er nog wel eens een lading bandjes
binnen van regionale geschiedschrijvers, die met de bandrecorder hadden gewerkt
(Jan Zwemer, Paul de Schipper en ikzelf). Maar het was in 1999 duidelijk: ondanks
de verzameling van circa 800 banden zou er zo geen compleet geluidsarchief van
Zeeland in de 20ste eeuw komen. Er zouden leemtes blijven bestaan.
En dat was jammer, zeker omdat er in Zeeland al zo veel was verzameld. Het was
intussen wél 5 voor 12 geworden. Veel ooggetuigen van de eerste decennia van de
eeuw waren in 1999 niet meer in leven, maar als er niet snel wat gebeurde zouden
ook de getuigen van de jaren '30 en '40 hun verhalen meenemen in het graf.
82