Ds. B. Smytegelt
Bernardus Smytegelt werd op 20 augustus 1665 te
Goes geboren. Hij was de zoon van de boekver
koper Marinus Smytegelt en diens tweede vrouw,
Anna Lambregtsen. Reeds op zeer jeugdige leeftijd
besloot Bernardus overeenkomstig de wens van
zijn ouders predikant te worden. In zijn ge
boortestad bezocht hij de Latijnse school. Cate
chetisch onderricht ontving hij van ds. Barentsonius,
die bekend stond als een zeer vroom man. Geen
wonder dus dat het piëtisme zoveel invloed op hem
had: in de Zeeuwse variant ervan groeide hij op.
In 1683 werd Smytegelt met lof toegelaten tot de
studie in de theologie aan de universiteit van
Utrecht. In 1686 verdedigde hij onder zijn neef,
professor Leydecker enige stellingen over Augu-
stinus': „De Unitate Ecclesiae". Tijdens zijn studie
stond hij echter vooral onder invloed van profes
sor Witzius, een zeer rechtzinnig theoloog met
mystieke inslag.
In 1687 keerde Smytegelt naar Goes terug en
werd proponent in de classis Zuid-Beveland. Het
duurde twee jaar voor hij een beroep kreeg. Op
12 april 1689 deed hij zijn intrede in Borssele. Al
snel werd hij bekend om zijn bewogen prediking
en reeds in 1692 werd er door de gemeente te
Goes een beroep op hem uitgebracht. Tot 1695
diende hij de gemeente te Goes.
In Middelburg overleed eind 1694 ds. Thilenus,
W i: i r ii i .o r i: v n tc k f. r
Professor dr. M. Leydekker.
Onder professor Leydekker verdedigde ds. Smytegelt in 1686
enkele stellingen over Augustinus' „De Unitate Ecclesiae", die
waren opgedragen aan zijn vader en aan zijn oom Pieter
Smytegelt te Middelburg.
Professor dr. H. Witsius.
Hij was achtereenvolgens hoogleraar te Franeker, Utrecht en
Leiden. Zijn piëtistische „Twist des Heeren" vormde het stra
mien waarop ds. Smytegelt in zijn prediking voortborduurde.
leider van de Voetianen in die plaats. Op zijn
sterfbed gaf ds. Thilenus de wens te kennen, dat
ds. Smytegelt hem als predikant op zou volgen.
Er werd een beroep op ds. Smytegelt uitgebracht
en deze besloot naar Middelburg te komen. Op
16 januari 1695 werd ds. Smytegelt te Middelburg
bevestigd door zijn oom, die ook predikant was in
de Zeeuwse hoofdstad. In Middelburg bleef ds.
Smytegelt tot zijn dood wonen. Voor beroepen
naar Rotterdam en Utrecht bedankte hij. Zijn
zwakke gezondheid noopte hem in 1735 emeritaat
aan te vragen. Hij overleed op 6 mei 1739.
Hoe groot de invloed van ds. Smytegelt was, bleek
in 1702. De stadhouder-koning overleed in dat jaar
en in Den Haag werd besloten zonder stadhouder
verder te regeren. Dit was voor de Staten van
Zeeland aanleiding om de vertegenwoordiger van
Willem-lil in deze provincie, Eerste Edele Willem
Hadriaan van Nassau-Odijk, uit zijn ambt te ont
zetten. Deze had zich in Zeeland weinig aanzien
weten te verwerven. Zijn eigenmachtige benoeming
van regenten en zijn financieel beleid wekten veel
verzet. Bij zijn heengaan werden de door hem
aangestelde regenten dan ook door jongere ver
vangen. Dat gaf onder andere in Middelburg aan
leiding tot relletjes. Het nieuwe stadsbestuur riep
de hulp in van ds. Smytegelt om de gemeente tot
orde en rust te manen. Ds. Smytegelt was bereid
zijn invloed aan te wenden om de ongeregeld-
90