van dosimetrie - via hypnose - tot psychotherapie
174
venter ried zijn alumnus aan om de chemie
aan de chemici over te laten; zelf liet hij
een ogenblik zijn onafscheidelijke Plato in
de steek om te smullen van ,,La sugges
tion mentalegeschreven door een der
intronisatoren van de nieuwe geneeswij
ze. Van Deventer, hoewel wijsgeer, was
een spontaneïst (mogelijk had de cosy-
name Chappy" van zijn Tachtigers
vrienden hiermee iets te maken) en boven
dien was hij niet wars van spitsafbijterij.
Hij liet zich door zijn gewezen leerling tij
dens een hypnotische slaap pijnloos ont
bloten van een treiterende kies. Hij deelde
dit mee aan zijn vriend Frederik van
Eeden, sinds kort gepromoveerd op
Kunstmatige voeding bij tuberculose"
en te Bussum gevestigd als arts. Ten be
hoeve van zijn dissertatie had deze Parijs
bezocht, waar hij onder meer aan de voe
ten van de befaamde prof. J. M. Charcot
in de Salpêtrière had gezeten. Deze be
roemdheid experimenteerde met hypnose
slechts therapeutisch bij hysterici, het
geen in zijn praktijk hystericae betekende.
Hij wees de methode af voor alle andere
lijders, die in Nancy en later bij Van Ren-
terghem en Van Eeden de voorkeur geno
ten ,,geteisterden door A/gemeene Ze
nuwzwakte, Pijnen, Toevallen, Verlam
mingen, Nerveuze Doofheid en Gezichts
zwakte, Bezwaren in de Digestie, Ge-
voe/s- en Bewegingsstoornissen en eerst
en vooral Rheumatische Aandoenin
gen"." Derhalve pelgrimeerde Van Eeden
naar Liébeault, waar hij vond, wat zijn hart
begeerde. Onaangekondigd en ongenood
stond hij in de zomer van 1887 plotseling
in de werkkamer van Van Renterghem,
die juist doende was om een welgescha
pen luis op het hoofd van een ronkende
patiënt ,,the way to his reward" te wijzen.
De ,,Nouvel Observateur" vroeg zijn col
lega gewoon door te gaan met zijn abele
spelen, hetgeen deze, wars van alle neus-
in-de-wind-stekerij deed.
Van Eeden onderwierp zich diezelfde mid
dag in onbegrensd vertrouwen aan een
behandeling door Van Renterghem. Hij
sliep binnen enkele minuten als de weerga
en verkwikt en wel zond hij enige dagen
later aan zijn hypnotiseur de invitatie om
tezamen op staande voet een kliniek voor
hypnose, nu psychotherapie genoemd, te
openen in Amsterdam. De aangezochte,
niet bevreesd voor het rad van avontuur
en zich koesterend in de redelijke hoop op
een zelfrijzende praktijk, noemde de on
derneming met een lichte schrik in de le
den ,,The leap in the dark", maar met
vrouw en drie zoontjes sprong hij des
ondanks vrij onverveerd.
Aanvankelijk huurde het tweespan een
belétage. Schoonmama Mesch diende als
animeerpatiënte en de geneesmethode
was u raadt het, lezer een getrouwe
copie van die te Nancy. Toen de wacht
kamers vol stroomden de associé's
hielden ieder een eigen praktijk, maar
deelden de financiële lusten en lasten
besloten ze om het voorbeeld van de be
roemde massage-arts dr. J. G. Mezger te
volgen, die in het Amstelhotel een praxis
aurea had opgebouwd. De beginnelingen
op het glibberige pad der psychotherapie,
belaagd door samenvlokkende ongelovige
ambtsbroeders, zochten een bescheiden
onderkomen: een deel van het Hotel du
Pasage", tegenover het Centraal Sta
tion. Geenszins eenkennig onder zijn
bentgenoten of schuw voor publiciteit
hield Van Renterghem op 30 september
1887 een voordracht tijdens het Eerste Na-
tuur- en Geneeskundig Congres te Am
sterdam. De kritieken vormden voor hem
beslist geen anjerliteratuur, maar hij en
zijn compagnon beten puntig van zich af
in geharnaste verweren. Prof. A. F. Fok
ker uit Groningen, voormalig geneesheer
te Goes en als zodanig geenszins een
vriend van Van Renterghem sr. gaf ten
minste blijk van warme belangstelling".
Plotseling verscheen een concurrerende
kaper op de kust in de persoon van dr.
Arie de Jong, die achtereenvolgens psy
chotherapeutisch practiseerde te Amster
dam en te 's-Gravenhage. Hij was een
,,beau" met een triest familiebestaan en
geloofde rotsvast in enige zaaiers, die uit
gingen om wondergeneeskruid te zaaien,
zoals de Belg Donato, die gewoon D'Hont
heette en Carl Hansen, een Deen, wier ge
neeswijzen op poliepen met veel tentakels
leken. In hoever zij argeloos of boosaardig
de wetenschap prostitueerden ik weet
het nog niet, God weet het valt buiten
dit bestek.
Tussen Van Eeden en Van Renterghem
bestond een wat haperende en zeker af
standelijke vriendschap. De eerste, be
hept met een helder verstand, dacht bij
voorkeur met zijn gevoel en hoewel zijn
zenuwzieke patiënten hem ter harte gin
gen, voelde hij zich een kunstenaar, dus
geroepen om te bieden wat het leven
gemeenlijk niet biedt. Hij had, terwijl Van
Renterghem alle tijd en krachten besteed
de aan wat de Duitsers onnavolgbaar als
„Heilverfahren" bestempelen, ,,de witte
waterlelie lief", en speelde de paljas als
Cornell's Paradijs, Oud-Makelaar in Gra
nen". Zijn avonden bij literaire vrienden of
thuis brieven-schrijvend doorgebracht,
waren voor hem schoner dan de dagen.
Het stuitte tegen zijn wat exotisch ge
beitste borst om geld te vragen voor een
..Glückliche Fahrt" van het echtpaar Van Renterghem-Mesch met zijn drie zoontjes: Charles Albert, Albert
Ghislóin Willem en Antoine Francois Mathieu. (Goes, juni 1887).