-
stadsgezichten
185
gehad. De stad barst in de jaren 1590 let
terlijk uit haar jasje. De grote uitbreiding
met de tegenwoordige vesten is in de
maak. Op de plattegrond van Bast ligt het
Molenwater nog buiten de ommuring. In
1595 wordt het stadhuis getekend, „Pie-
ter Bast fecit 1595", met op de in het
Zeeuws Museum voorkomende afbeel
ding: ,,desen inganck kompt nu int mid
den vant stathuijs".
Het is zonder meer duidelijk dat Bast de
Zeeuwse situatie kende. Hij heeft trou
wens tussen 1594 en 1602 een hele reeks
steden bezocht die hij waarschijnlijk
meest in opdracht in prent heeft ge
bracht. Van Amsterdam zijn fraaie voor
beelden, maar ook van Leiden, Leeuwar
den en Franeker niet te vergeten. Het is
een lust om deze gezichten op" te be
kijken. Met burgers op de voorgrond, die
ons tevens iets van klederdrachten vertel
len.
Waar het ons bij bovengenoemde serie
van zes om gaat is de betekenis van de
bijbelse gezichten op de voorgrond, al dan
niet apokrief: spreekt hier nog een zekere
religieuze behoefte, is het enkel traditie, of
de wens van een opdrachtgever? Wij zijn
bij Bast misschien toch aan het eind van
de traditie. In de catalogus van de ten
toonstelling volgt op de gravures van Bast
die van Adriaen Pietersz. van de Venne en
wel de bekende prent van het Abdijplein
te Middelburg met de kinderspelen (1618)
uit Jacob Cats: Sinn'- en minne-beelden.
Ex nugis seria staat er boven: uit onzin
ernst. Moraliserend, maar geen bijbelse
voorstelling meer. In 1644 is een ets van
het Abdijplein verschenen, die traditioneel
aan Balthasar Floris van Berckenrode
wordt toegeschreven, maar deze toe
schrijving is veeleer een gissing. Op de
voorgrond deftige heren, met recht regen
ten. De prent is een herhaling van de gra
vure van Van de Venne, maar ontdaan
van de emblematische inhoud. Kan men
van een chronologische trits spreken? Ge
zichten op of in de stad met bijbelse voor
stelling, vervolgens van emblemen met
leerrijke strekkingen en nog later met al
dan niet deftige straattaferelen?
Wat de schilderkunst betreft komen in de
tweede helft specialisten van het stadsge
zicht aan bod als een Jan van der Heyden
en Gerrit Berckheijde, die de Dam in Am
sterdam op realistische wijze weergeven,
al „durfde" Van der Heyden ook gefan
taseerde stadsgezichten schilderen, die er
als „bestaanbaar" uitzagen.
Het Abdijplein te Middelburg, 7 644, door Balthasar Floris van Berckenrode
Paleis op de Dam te Amsterdam, Gerrit Berckheijde 1674.