de stadspomp te sint anna ter muiden
205
Latere lotgevallen van de pomp
De pomp bestaat nu al bijna twee eeuwen.
Vele van zijn soortgenoten hebben het
helaas niet zo lang uitgehouden. Het
exemplaar te St. Anna is er één van het vijf
tal pompen uit de Lodewijk XVI tijd die
Zeeland nog rijk is.
Over het (wellicht) weghakken van de
kroon boven het wapen in de Franse Revo
lutie is hiervoor al gesproken. Het is be
grijpelijk dat zelfs de degelijke hardsteen
van het pomplichaam en zijn bekroning op
den duur niet bestand was tegen een
zekere mate van verwering; dit is op meer
dan een plaats waarneembaar b.v. het af
schilferen van de „panelen". Het ver
schijnsel is voorts bijzonder in het oog
springend door verwering bij de laag
tussen de dekplaat en de bekroning. Bij
een vorige restauratie zijn verschillende
slechte stukken vervangen. Een speciale
verweringsfactor is er in het spel n.l. de
roestwerking op de punten waar de zwen
gel aan de pomp is bevestigd (zie de afbeel
ding R.M.Z uit 1949, optreden van span-
ningsscheuren door roestwerking van de
ijzeren staaf), (afb. L.)
Een ander punt is of de vaas op de top niet
eens een keer is vernieuwd. De versiering
ervan die meer plastiek toont dan de bla
den boven de cannelures van de pomp-
schachtzou kunnen wijzen op een andere
uitvoering dan door Charles Schoone,
eventueel ook in een latere periode.
In het voorafgaande werd reeds de aan
dacht gevestigd op het zwart verven van
verschillende ornamenten. Na verloop van
tijd heeft men deze accentuering toege
past om het kleurverschil der bewerking te
behouden.
Niet altijd is de strikte hand gehouden aan
het officiële kleurenschema bij de beschil
dering van het wapen (12). De „tech
nische" apparatuur was in 1824 aan ver
nieuwing toe. De werkwijze die toegepast
werd bij het herstel is in grote lijnen be
kend. Opmerking verdient dat ditmaal
weer een beroep werd gedaan op iemand
uit Brugge (13).
Een markante gebeurtenis in de reeks lot
gevallen van het Lodewijk XVI monument
op de markt deed zich aan het einde van de
vorige eeuw voor. Toen ging de pomp
dienen als voetstuk voor een lantaarn. Het
blijkt dat hier slechts sprake is van een
korte periode. Na de „verlichtingstijd"
keerde de pomp weer terug in de oude ge
daante (vergelijkafbeelding G. uit 1830).
Tenslotte nog een opmerking over de
plaats. Het lijkt als men de diverse afbeel
dingen vergelijkt of hij een keer verzet is.
Dit is echter niet zo. Het stratenplan liep
vroeger anders dan nu. Hij stond vroeger
op een kruising van wegen hetgeen ook
zinvol was gezien de functie als het cen
trale punt van de watervoorziening der be
woners.
K. In een korte periode diende het pomplichaam als voetstuk voor een lantaarn. De jongeman, links op de voorgrond (Anton Bril) is geboren op 26 oktober
1887, zodat de foto van 1900 moet zijn. Deze toestand heeft niet lang bestaan. De afbeelding uit 1902 immers laat zien dat de lantaarn vervangen is door
de oude hardstenen bekroning.
De stadsrekening van Sluis uit 1888 vermeldt niet alleen de levering van ijzeren lantaarnpalen met toebehoren voor de straatverlichting te St. Anna maar daar
in wordt ook een post genoemd voor blik f 1, ten behoeve van een straatlantaarn aan I. van Cruyningen; dit laatste betreft naar alle waarschijnlijkheid de
lantaarn op de pomp.
J De afbeelding is een reproductie van een briefkaart die mij welwillend voor dit doel is afgestaan.