hellenburg 158 het midden van de westelijke muur was een halfronde toren gebouwd. Het is niet geheel zeker dat de hier ge geven beschrijving helemaal klopt. Uit de opgraving van het kasteel is komen vast te staan dat de grote oude woontoren aan één zijde werd uitgebroken en een onder deel werd van een grote woonvleugel. Werd de toren behouden of werd deze af gebroken? Een aanwijzing is dat de toren die toen tegen de woontoren werd ge bouwd, bedoeld kan zijn als een onder steuning van de gedeeltelijk verzwakte woontoren. Het is echter ook mogelijk dat de woontoren in de laatste fase van de uit breiding is gesloopt en dat daarna tegen de aldaar gebouwde woonvleugel een nieuwe, kleinere toren als vervanging werd opgetrokken. Hoe dan ook, met al zijn torens was Hellenburg met recht een groots kasteel. In het laatste kwart van de 15e eeuw viel voorgoed het doek over dit kasteel. De vondsten gedaan bij de opgravingen een fraai overzicht van deze gevonden ge bruiksvoorwerpen is te zien in het Mu seum voor Noord- en Zuid-Beveland te Goes wijzen op een definitieve verlating van het kasteel rond 1475. Was het de stormvloed van 1477 die het kasteel zoda nig havende, dat de bewoners het voor goed verlieten? Het lijkt er op. De zoon van Frederick, die weer de voor- naam Jan droeg, werd op zijn beurt in 1481 uit Utrecht verdreven en trok zich toen met zijn vrouw Cornelia van Boucho- ven terug op de Vlaamse bezittingen die zijn vrouw hem door hun huwelijk had aangebracht. De rechte nazaten van deze Jan van Renesse, de huidige graven Van Renesse van Oostmalle, wonen nog steeds in België.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1977 | | pagina 6