de loskade te middelburg 62 Een herinnering Hoe was de toestand er rond 1890. We hebben het getuigenis van de 94-jarige heer P. de Bruyne Sr., die over de ,,Los- kaai" schreef: ,,Die heeft een grote rol in mijn leven gespeeld, want daar was het enige dichtstbijzijnde terrein waar wij als kinderen (drie broers) konden spelen. Als je de Nieuwe Poort was gepasseerd, dan had je eerst de Nieuwe Poortstraat met rechts de Eigen Haardstraat en het grote pakhuis waarop een windwijzer voorstel lende een Indische roeiprauw, dan kreeg je rechts een groot hoekhuis met op de hoek een afgeronde grote arduinsteen met de letters A.A.F. (moet zijn: F) en links daarvan een met gras begroeid ter rein vol met gaten, dat wel, maar toch genoeg ruimte om er vliegers op te laten, gaten te graven en vuurtjes te stoken. Dat werd alles naar rechts begrensd door een kaaimuur en die was steil recht naar benee in het water vanaf dat punt met het huis F. tot de Stationsbrug, maar naar links ston den er schuurpalen voor zodat de daaraan merende schepen de muur niet konden beschadigen". De heer De Bruyne bedoelde met het hoekhuis de woning van A. A. Fokker, dat lange tijd als eenling stond te wachten op verdere bebouwing van de Loskade. Ge tuige de arduinsteen dateert het huis van 1879. Activiteiten van Frederiks In de vergadering van de gemeenteraad van 18 december 1889 komt een adres van niemand minder dan J. A. Frederiks aan de orde de architect van o.a. de Abdij gebouwen betreffende aankoop van bouwterrein aan de Loskade. Het aange houden adres wordt 22 januari 1890 op nieuw behandeld. Uit de handelingen blijkt dat het huis van Fokker door ir. Hogerwaard wordt bewoond en dat het naastgelegen perceel grond in 1875 door F. Wibaut te Vlissingen was gekocht, die het plan tot bebouwing niet heeft ver wezenlijkt. Zijn erfgenamen verkochten het weer terug aan de gemeente. ,,Na hem zeggen de handelingen, met uit zondering dan van het huis van Fokker heeft niemand in al de sedert verloopen 14 jaren het voornemen tot het bouwen van woningen aan de Loskade opgevat". Frederiks krijgt zijn grond waarbij het gaat om vier stroken met de bepaling dat de gevels van de te bouwen woningen in hoofdzaak overeenstemmen met de door Frederiks overgelegde schets. De wo ningen moeten verder uiterlijk 1 juli 1891 zijn voltooid. Het ontstaan van de straat- wand aan de Loskade ligt dus in het jaar 1891. Jan Adriaan Frederiks heeft blijk baar de smaak te pakken want in de ver gadering van 21 mei 1890 wordt opnieuw een adres van hem behandeld met het verzoek aan hem of aan een nader door hem aan burgemeester en wethouders op te geven persoon te verkopen een stuk gemeentegrond ter grootte van 400 ca. (115 te bebouwen en de rest als tuin). Het niet gemakkelijke raadslid J. P. van Dunné komt in oppositie. ,,Nu het echter blijkt, dat bedoeld terrein in trek is, acht ik het gemotiveerd om eenen hoogeren koop prijs te bedingen dan van de eerste aan vragers. In andere steden doet men even zoo; men begint ook daar met aan hen, die het eerst bouwen, den benoodigden grond voor weinig geld af te staan en klimt dan op". Het raadslid J. A. Tak komt hier tegen op: ,,lk acht het gemeentebelang niet in de eerste plaats betrokken bij het aantal gul dens, dat voor een perceel bouwgrond in de kas zal vloeien; grootere gemeente belangen bepalen bij dit onderwerp mijne stem; het is hoogst wenschelijk, dat het onooglijke terrein aan de Loskade met flinke huizen worde bebouwd en daardoor de voornaamste ingang van de stad een beter aanzien verkrijge. Verder moet in het oog worden gehouden, dat de bevolking der gemeente toeneemt, een verblijdend verschijnsel, dat bevorderd kan worden door het vermeerderen van het aantal doelmatige woningen, de mogelijkheid van verderen aanbouw schijnt te bestaan; naar mijne meening is ook de billijke prijs van den bouwgrond daartoe eene aanlei- TOT UITBREIDING DER GEMEENTE MIDDELBURG A Be.iclüJntrt

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1978 | | pagina 22