„ER IS EEN TIJD OM TE BOUWEN" «3 3, Een doorsnede van het werk van ir. P. J. 't Hooft b.i., architect Joop Poley Zoals op een tekening van een gebouw naast de plattegronden doorsneden nodig zijn om de onderlinge relatie tussen de ruimten beter zichtbaar te maken, zo is deze bijdrage bedoeld om het „architect zijn" van 't Hooft beter te laten zien. Deze doorsnede, mijn doorsnede, kan nooit alle facetten van zijn werk laten zien, want op een beperkt aantal plattegronden is een onbegrensd aantal doorsneden mogelijk. De lijn doortrekkend die Strating, De Bruin en Verburg al gezet hebben wil ik 't Hooft zoveel mogelijk zelf laten spreken, door middel van foto's en tekeningen van zijn werk. Tekenen kon hij. Wie zijn boeken „Dor pen in Zeeland" en „Boerderijen in Neder land" heeft gelezen, zijn beslist de prach tige tekeningen opgevallen die je helemaal in de sfeer brengen van het onderwerp. Ze geven een beeld van de werkelijkheid en hebben niets Anton Pieckerigs. Bij het zoeken in het archief naar illustratiemate riaal kwamen we een serie door hem gete kende stadsgezichten tegen van Goes, Middelburg, Zierikzee, Tholen, Sluis en Aardenburg, waarvan hier de Goese staat afgebeeld. Na zijn afstuderen aan de afdeling Bouw kunde van de TH in Delft gedurende de mobilisatie '39-'40 (het moest in uniform) heeft 't Hooft ongeveer een jaar gewerkt bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpol- ders. Veel heeft hij me over die tijd niet verteld, alleen dat hij leuke woningen had ontworpen voor ambtenaren. Dat ont werp, met een zitkamer en woonkeuken werd echter afgekeurd; zijn baas zei hem dat dergelijke vooruitstrevende ideeën bij de toekomstige bewoners niet zouden aanslaan en hij had zich maar te houden aan het gebruikelijke kamer-en-suite type. Het onderscheid tussen de woningen voor lagere en hogere ambtenaren moest tot uitdrukking worden gebracht in de breed te van de kamers en de gangen, resp. 3,60 en 1,00 m en 3,80 en 1,10 m. Dit kader om in te werken was hem te nauw en toen in het voorjaar van 1941 Ir. A. Rothuizen in Middelburg hem vroeg samen een architectenmaatschap aan te gaan, hoefde hij daarover niet lang te den ken en het Architectenbureau Irs. A. Rot huizen P. J. 't Hooft b.i. was een feit. Zijn ouders vonden het nogal gewaagd wat hij deed. Een .zekere overheidsbaan' inruilen tegen het vrije beroep en dat in oorlogstijd, dat was nogal wat. Hij zelf i I 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1978 | | pagina 2