Confessioneel en niet-confessioneel 'rechts' in Waarde De CHU, de 'motor' achter de ontwik kelingen in moderne zin, kon rekenen op vele jongere kiezers en de sympathie van de verenigingen. Niet alleen Mol, maar ook de tweede man K. van Houte had zijn bekwaamheid getoond als er over moderne ontwikkelingen een mening gevraagd werd. Doordat de CHU zo duidelijk de initiatieven nam, was er ook nauwelijks meer een rol weggelegd voor de lijst Gemeente belang die grote verliezen boekte. Behalve van deze lijst won de CHU ook van de opgeheven Lijst-Van Fraassen - een groep mensen rond P. A. Schrier - en zelfs van de SGP waar jongere kiezers wegliepen. Tevens profiteerde zij van het feit dat een aantal ex-NSB-ers hun stem bevoegdheid terug gekregen had. De CHU had voor degenen onder hen die hun fouten wilden toegeven vervroegd voor teruggave gezorgd en twee van hen op de kandidatenlijst geplaatst, om deze groep 'niet ergens anders terecht te laten komen'. Na een verwoede stembusstrijd bleek de CHU 48,9 en de SGP onder de vlag van Van Fraassen 35,5 procent van de stemmen te hebben veroverd. De lijsten van Wolfert en Gemeentebelang waren zo leeggezogen door de behoefte van de Waardenaren om in de grote controverse positie te kiezen, dat ze de kiesdeler niet haalden. Het dorp had, aldus Adri Mol later, de CHU zijn vertrouwen gegeven - en een raads- meerderheid van vier zetels. Moest de CHU nu ook twee wethouders leveren als uitdrukking van die meerderheids positie? Mol wist zijn partijgenoten, die daar de voorkeur aan gaven er van te overtuigen dat men niet op die manier van de behaalde overwinning moest profiteren. Men zou Van Fraassen passeren en de CHU-fractie zou haar stem uitbrengen op de veel demo cratischer Wisse, vanouds het SGP- raadslid te Waarde. Van Fraassen, die nog verschillende strategieën uit probeerde om toch wethouder te worden, bedankte beledigd voor het raadslidmaatschap. De overwinning van de CHU was compleet. Duidelijker scheidslijnen in de jaren zestig De samenwerking tussen de partijen die in 1958 de stembusstrijd uitgevoch ten hadden bleek na het vertrek van Van Fraassen opperbest te verlopen. De vertrouwensrelatie tussen de wethouders Mol en Wisse was uitstekend. Van beide kanten werd af en toe wat toegegeven, men voerde een open discussie en respecteerde eikaars beginselen. Voor de kans op een wethouderschap was de SGP dankbaar, en zij distantieerde zich ten opzichte van Van Fraassen. Die waagde nog een keer, in 1962, zijn kans door met twee SGP-ers en een aanhanger van de VVD een nieuwe Vrije Lijst te beginnen. Winst van SGP en CHU en het niet langer meedingen van de lijst van Wolfert (ARP) leverden hem inderdaad een zetel op. Ook Gemeentebelang keerde in 1962 door een kleine stemmenwinst in de raad terug. De goede samenwerking tussen SGP en CHU bleef echter bestaan, uitgedrukt in het wethouderschap van J. F. Goud (CHU) en C. Goud (SGP). De verhouding tussen de SGP en de Vrije Lijst was intussen zo verslechterd dat Van Fraassen bij de wethouders stemming van 1966 zelfs probeerde om twee CHU-ers verkozen te krijgen. Het was tekenend voor zijn gedrag gedurende heel deze raadsperiode waarin hij voortdurend obstructie voerde. Door met als tweede man L. van Houte, een uitgesproken aan hanger van de Boerenpartij en nauwelijks ter kerke gaand, uit te komen had Van Fraassen het karakter van zijn Vrije Lijst nog duidelijker doen uitkomen. De winst die hij in 1966 boekte kwam dan ook niet bij de SGP vandaan maar bij Gemeentebelang en de CHU. L. van Houte voerde geflan keerd door Van Fraassen vervolgens vier jaar lang verwoede oppositie tegen het college van B en W oncier het aanvoeren van vooral het zuinigheids argument. Daarbij kwam het zover dat SGP-wethouder C. Goud de aanschaf van een - zeer onschuldige - voorzie ning op recreatief gebied tegen de twee Vrije Lijst-raadsleden moest verdedigen. (Notulen van de raad van Waarde, 20-12-1967) Op dat moment vertegenwoordigden de SGP en de CHU allebei een orthodox-confessionele en demo cratische wijze van politiek bedrijven, wat niet wegnam dat ze op verschillende punten anders dachten. Het antwoord dat ze samen zochten op de vraag hoe Waarde de moderne samenleving in zou treden werd dan ook bepaald door het compromis. Het antwoord van die onderstroom van de bevolking die zich door Van Fraassen en L. van Houte liet Traditionele landbouwmethoden bestonden in Zuid-Beveland nog lang naast de moderne machines. In het algemeen was de landbouw er op dit gebied vooruitstrevend te noemen. Ploegen aan het begin van de jaren zeventig. 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 13