Confessioneel en niet-confessioneel 'rechts' in Waarde
vertegenwoordigen was een pure
reactie tegen een samenleving die waar
schijnlijk vooral onbekend was en
daarom angsten opriep. Tegelijkertijd
speelde het landelijke boerenprotest
tegen de landbouwpolitiek van de
regeringen in de jaren zestig een rol: in
1967 haalde de Boerenpartij in Waarde
9,4%. Niet lang daarna, in 1970, hield
Waarde als aparte gemeente op te
bestaan door de gemeentelijke her
indeling van Zuid-Beveland.
Besluit
Deze minder democratische, op
leidersfiguren georiënteerde onder
stroom was in de Waardese politiek
nooit afwezig geweest. De sociale
structuur waarbij velen een stuk
armoede over hadden voor de vrijheid
om op een klein bedrijfje te kunnen
boeren had gemaakt dat in Waarde
een -waarschijnlijk wel afnemende -
groep mensen leefde die van de richting
waarin de Nederlandse samenleving
veranderde alleen maar onheil
vreesde. Die verandering voltrok zich
echter tamelijk onweerstaanbaar en
met name in de jaren dertig en zestig
dermate snel en genadeloos dat
protest op zijn plaats leek. Maar ook in
andere perioden dan die waarin NSB
en Boerenpartij zich manifesteerden
was niet-confessioneei en niet-liberaal
rechts in Waarde opvallender
aanwezig dan elders. In de jaren
twintig zag de stembus er fraaie
resultaten voor de
Plattelanderspartijen, in 1952 haalde
de Middenstandspartij er 4,5%.
De verbindende schakel vormden een
aantal plaatselijke partijen, de
Christelijke Arbeiderspartij in de jaren
dertig, de Vrijgezellenpartij in 1949 en
de Vrije Lijsten van Van Fraassen met
hun uitgesproken ondemocratisch
karakter vanaf 1946 en 1962.
Dit alles voltrok zich terwijl te Waarde
confessioneel rechts - de traditioneel
sterke CHU en SGP en de kleine
ARP - in de raad op 40 tot 70% van de
stemmen mocht rekenen en voor de
Kamerverkiezingen op 63 tot 78 procent.
Het persoonsgebonden kiezen en de
afwezigheid van een partij die specifiek
voor de belangen van de kleine
boeren/arbeiders of de principes van
de middelzware Hervormden opkwam
zorgde net als in een aantal Thoolse
gemeenten voor de aanwezigheid van
een grote groep zwevende kiezers.
Zij bewogen zich tussen de linkse
partijen en NSB, Middenstandspartij en
Boerenpartij in waarbij de CHU hen
eveneens van tijd tot tijd aantrok,
vooral bij relatieve welvaart zoals aan
het eind van de jaren twintig en vijftig.
Met de liberalen had deze groep
zwevende kiezers weinig uitstaande.
De grote boeren stemden slechts kort
durend op de partijen van het protest
als de nood het hoogst was: in 1935 en
in 1967. In de raad werd de liberale
positie (Gemeentebelang) door voor
namelijk de CHU veroverd. Daarbij
ging het waarschijnlijk om andere
kiezers als de kleine groep die bij de
Kamerverkiezingen af en toe de VVD
voor de SGP verwisselde of andersom
(respectievelijk in 1946 en 1956/59).
De relatie tenslotte tussen de SGP en
de groep zwevende kiezers werd
vooral bepaald door de politieke
activiteit van bepaalde personen.
Met dank aan: dhr. J. F. Goud
dhr. K. van Houte
dhr. C. J. Klap
dhr. A. H. Mol
Eén van de weinige kapitale boerenbedrijven te Waarde.
52