Antiek glas-in-lood uit Zeeland duikt op in Friesland
Mysterieuze verdwijning
Bij gebroken of verloren gegaan antiek
Zeeuws kerkeglas denkt men meestal
in de eerste plaats aan rampspoed
tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 of
aan de verwoestende werking van het
water in 1953. Ook andere lotgevallen
kunnen evenwel het voortbestaan of
het einde van historische kerkramen
bepalen zoals het antieke kerkeglas
van Oostburg laat zien.
Omdat tijdens de laatste wereldoorlog
de verwoestingen in het Zeeuwsch-
Vlaamse Oostburg enorm zijn geweest,
zal menigeen van de veronderstelling
uitgaan dat de historische glas-in-
loodramen van de Ned. Hervormde
kerk (voorheen een aan de H. Eligius
gewijde kruiskerk) wel bij die gelegen
heid verloren zullen zijn gegaan.
Ter plaatse is namelijk van genoemd
kerkeglas niets meer aanwezig.
De gang van zaken is echter anders
geweest dan men zou verwachten.
De "Voorloopige lijst der monumenten
in de provincie Zeeland" (ed. 1922)
biedt een aanknopingspunt over de
lotgevallen van de ramen, die zich in
de tweede helft van de vorige eeuw
nog in de Oostburgse kerk bevonden.
De vermelding in de "Voorloopige lijst"
luidt als volgt: "Drie gebrandschilderde
vensters door Baggerman (a. met
wapen van Sluis en afbeelding van de
oude kerk, b. met zestien wapens (1726)
en c. met wapen (1727) zijn thans in
het Rijksmuseum te Amsterdam."2
Uit een niet nader geannoteerd kranten
knipsel ten gemeentehuize van
Oostburg waarin B. J. de Meij het een
en ander meedeelde over het wel en
wee van de oude Hervormde kerk
aldaar blijkt dat in het midden van de
vorige eeuw vele glazen waren gebar
sten en verkleurd. "Zij hadden door de
tand des tijds zoveel geleden dat zij
nauwelijks meer als een versiering
konden genoemd worden", aldus de
Meij, die verder meedeelde dat zij om
die reden werden weggenomen terwijl
de vensters van "gewone glazen"
werden voorzien. De Meij heeft aan het
bovenstaande toegevoegd dat de
fragmenten der geschilderde glazen in
het Rijksmuseum te Amsterdam werden
bewaard. Een en ander wordt gestaafd
door mw. M. A. Heukensfeld-Jansen
destijds conservator van de verzameling
Keramiek en Glas van het Rijksmuseum.
In een brief dd. 16 december 19643
schreef zij dat de fragmenten van de
gebrandschilderde ruiten afkomstig uit
de Hervormde kerk te Oostburg in
1876 ten behoeve van 's Rijks Museum
van Geschiedenis en Kunst waren
afgestaan. Dit laatste - het staat er niet
bij - kennelijk door de kerkvoogdij van
de Hervormde gemeente te Oostburg.
Uit het aangehaalde schrijven kan
verder worden opgemaakt dat het
antieke glas in 1950 door de hoofd-
direkteur van het Rijksmuseum tot
wederopzegging in bruikleen werd
afgestaan aan de Dienst voor 's Rijks
Verspreide Kunstvoorwerpen te Den
Haag, "ter herplaatsing in de ramen
van de Ned. Hervormde Kerk te
Oostburg." Daartoe was machtiging
verleend door de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Belangrijk is voorts de in de brief
vervatte mededeling dat de fragmenten
op 20 april 1951 naar Oostburg zijn
getransporteerd, "alwaar de architect
van de Ned. Hervormde Kerk
ir. F. H. Klokke ze in ontvangst heeft
genomen." Uit schriftelijke en monde
linge mededelingen blijkt dat de
plaatselijke Hervormde predikant
ds. Van Daien het serieuze voornemen
koesterde om het antieke glas te doen
herplaatsen in het gebouw dat als
kerkcentrum dienst zou gaan doen.
Het was toen inmiddels 1957.
"Of dit plan is uitgevoerd is mij niet
bekend", aldus mw. Heukensveld-
Jansen. Verschillende geïnteresseerden
rekenden er op dat de plaatsing zou
worden gerealiseerd of zelfs al was
gerealiseerd. Tot hen behoorde de
heer A. J. Zonnevylle arts te Westkapelle
(wiens familiewapen op het glas voor
komt). Hij maakte een kleine pelgrimage
naar Oostburg om het raamfragment,
dat in de consistorie van de Hervormde
kerk zou zijn aangebracht, te bezich
tigen.
De glas-in-lood ruiten, die respektie-
velijk de wapens tonen van de vroegere
burgemeester Elias Sonnevijlle en
schepen Johannes de Kammer, bleken
wegens onnaspeurlijke redenen niet te
zijn aangebracht; zij waren onvind
baar De mysterieuze verdwijning
van de twee (of meer) kerkeglasfrag-
menten bleef voorshands onopgelost.
Het is verrassend dat onlangs twee
raampjes ter grootte van 57 x 58 en
53 x 58 cm. in Friesland zijn opgedoken.
De kwaliteit van dit omstreeks 1726
door Baggerman vervaardigde
gebrandschilderde glas is uitstekend.
Beide heraldische voorstellingen, die
kennelijk deel hebben uitgemaakt van
grote kerkramen, verkeren in goede
staat. Zij zijn voorshands "geparkeerd"
bij een antiquair te Leeuwarden.
Hopenlijk keren zij nog eens naar de
plaats van herkomst terug.
1 A. A. van der Poel, Een kerkraam van C. van
Barlaer uit Schoondijke, "Antieke" 8ste jrg. nr. 2
(sept. 1973), p. 99.
2 "Voorloopige lijst der Monumenten in de
Provincie Zeeland" (1922), p. 196.
3 Schrijven van M. A. Heukensfeld-Jansen aan
J. A. Zonnevylle dd. 16 december 1964.
Bij de samenstelling van de bijdrage over de oude
glas-in-lood fragmenten uit Oostburg is
gewaardeerde medewerking ondervonden van de
heer Robijn, ambtenaar belast met archiefbeheer
der gemeente Oostburg, van de heer
J.A. Zonnevylle, arts te Westkapelle en van de
heer M. Zonnevylle, burgemeester van Ameland.
55