Zijn ouderen tot verhuizen bereid
Zwembad Poelendaele, Middelburg. Bron: ZDC.
woonomgeving zullen geschikt moeten
zijn om ouderen deze zelfstandigheid
zo lang mogelijk te kunnen laten
behouden. Het begrip geschiktheid
voor bewoning door ouderen wordt dan
ook vanuit dit gezichtspunt bekeken.
De uitwerking van het begrip
geschiktheid van woningen voor
ouderen is gebaseerd op een aantal
uitgangspunten:
1Het gaat om een een- of
tweepersoonshuishouden. Er wordt
van uitgegaan dat de eventuele
kinderen inmiddels het ouderlijk
huis hebben verlaten. Dit betekent
dat de woning niet te groot moet
zijn.
2. Met het stijgen der jaren nemen de
lichamelijke mogelijkheden af.
De woning en de woonomgeving
dienen zo ingericht te zijn dat
moeilijke lichamelijke inspanning
voorkomen hetzij verlicht worden.
3. Wanneer ouderen niet meer geheel
zelf in staat zijn om hun algemene
dagelijkse levensbehoeften te
verrichten (koken, wassen,
boodschappen doen etc.), dienen
woning en woonomgeving zo
ingericht te zijn dat hulp aldaar
geboden kan worden.
4. Ouderen zijn relatief kwetsbaar.
De woonomgeving dient veilig voor
ouderen te zijn.
5 Veel ouderen zien zich
geconfronteerd met een
achteruitgang in inkomen. Dit stelt
grenzen aan de huurprijs.
De omvang van het huishouden, de
(verminderde) lichamelijke conditie van
ouderen, de eventuele zorgbehoefte,
de behoefte aan bescherming en de
financiële draagkracht bepalen aldus
de discussie over geschiktheid van
woningen voor bewoning door
ouderen. De geschiktheid van een
woning voor ouderen is daarmee niet
alleen afhankelijk van bouwkundige
eisen die aan de woning kunnen
worden gesteld, maar ook van de
bouwkundige kwaliteit van de
omgeving (o.a. de inrichting van de
omgeving), de sociale aspecten van
woning en buurt en de financiële
aspecten van de woning en/of de
bewoners.
Toen we de woningbouwcorporaties
echter vroegen naar wat zij hanteerden
voor criteria om een woning geschikt te
laten zijn voor ouderen, bleek dat zij
het criterium traploos, vaak helemaal
niet hanteren, maar dat zij bijvoorbeeld
kleine eengezinswoningen en flats
zonder lift een of tweehoog nog steeds
geschikt achten voor bewoning door
ouderen.
61