De zwijgende kanonnen van Takapoto W. A. Poort Bij een van mijn zwerf- en speurtochten door Frans Polynesië had ik hem leren kennen, een energieke zestiger, stammend uit een oud Zeeuws ge slacht - zoals blijken zal niet zo onbelangrijk als het op het eerste gezicht misschien lijkt -, initiatiefrijk en doortastend. Drie jaar geleden schreef hij me vanuit Papeete: "Zoals je misschien weet ben ik persoonlijk bezig met een parelkwekerij op Takapoto, een atol in de Tuamotu's, plm. 200 inwoners, plm. 750 km van Tahiti. Daar ben ik twee jaar geleden mee begonnen en hoop ik over ongeveer twee jaar de eerste parels te oogsten. (I keep my fingers crossed - want de uitkomst is onzeker, zoals bij zoveel dingen die verband houden met de natuur, en er is ook altijd nog zoiets als de ziekte van de nacres, waarschijnlijk vanwege "stress". Ik ga eens per maand erheen vanuit Papeete om te kijken hoe het vordert." Uiteraard per Twinotter, want het eiland heeft een airstrip. Een niet al te vluchtige blik op een kaart van dit zich van het noordwesten naar het zuidoosten uitstrekkende zee gebied tussen Tahiti en de Markiezen- eilanden met z'n tachtig vlakke koraaleilandjes laat zien, dat ik er diverse malen op zo'n 10 a 11.000 meter hoogte bijna over heen gevlogen ben. Vanuit de lucht lijken die atollen net op kleine ingepolderde stukjes zee, waar van de min of meer regelmatige ringdijk alleen nog maar boven water uitsteekt, alsof wat daarbinnen ligt nog droog gemalen moet worden. Maar in werke lijkheid zijn die smalle ringen opge bouwd uit koraal, steunen zij op de toppen van een onderzees bergland en worden zij telkens onderbroken door ondiepe doorsnijdingen of passen, waardoorheen het buitenwater vrij toegang heeft tot de lagune, de door de koraalriffen omsloten "binnenzee". Die riffen, vaak grillig gevormde for maties vertonend, steken op het hoogste punt vaak niet meer dan enkele meters boven het zee-oppervlak uit; de breedte ervan kan variëren van minder dan 100 tot ca 300 meter. Hier en daar groen gestoffeerd met groepjes hoog- gestamde cocospalmen en wat min of meer hoog reikend struikgewas. - Zo'n atol is ook Takapoto - evenals het een uur varens daarvandaan liggende zustereiland Takaroa -, met een om- Rangiroa, het grootste atol van de Tuamotu-archipel. vang van vijf bij elf mijl en een gesloten lagune van 30 vierkante mijl en niet meer dan 200 inwoners. En over dat koraaleilandje schreef mijn vriend verder nog: "Nu wil het geval, dat op Takapoto in de jaren 1700 een Neder lands schip is vergaan, genaamd de Afrikaanse GaleiOp het strand ligt half boven, half onder het zand een kanon, totaal verweerd maar intact, en ook één verderop (in het koraalgedeelte alvorens de zee begint).1 Men zegt dat op dezelfde hoogte in zee het schip moet liggen, op ca. 100 meter diepte - vergeven van de haaien. Het schip zou gekomen zijn van het Paaseiland Jacques Moerenhout was een Belgische oud-strijder. Niet uit de eerste wereldoorlog, maaruit de Napoleontische oorlogen van de jaren 1812-1814. Wellicht heeft hij het aan het feit, dat hij diende als tekenaar bij de genie, te danken gehad, dat hij de veldtocht van 1813 in Duitsland met de veldslagen bij Lutzen, Bautzen en Leipzig overleefd heeft. Na zich in Parijs verder bekwaamd te hebben in de tekenkunst, verdient hij in Antwerpen zijn brood als handelsemployé, waarna hij in 1826 in Chili opduikt als secretaris van de Nederlandse consul. Twee jaar later kiest hij aan boord van de schoener "Valador" opnieuw zee, nu met de bestemming Tahiti en de Tuamotu-archipel, om er zich te werpen op de handel en op de parel- duikerij. In het kader van zijn hande laarsactiviteiten doorkruist hij heel Frans Polynesië en doet hij einde 1830 Takaroa en Taapouta Takapoto) aan. Takaroa was, op het atol Anaa na, het meest beboste eiland van de hele Tuamotu-archipel. "Elle est, partout, garnie de cocotiers quoique Ie sol en soit moins élevé, et il s'y trouve une passe, par oü la mer communique avec son lac intérieur." Helaas alleen bruikbaar voor kleine vaartuigen. Varkens en gevogelte behoren tot de eiland-inventaris. - Op het zustereiland Takapoto hoopt Moerenhout zijn parel duikers aan te treffen - wat niet het geval blijkt, al is men wel bereid hem pareloesters te verkopen, wanneer hij met enkele hem tegemoet gevaren Tuamotu-mannen mee naar de wal wil gaan. Daar neemt hij de kans waar om het eiland goed te bekijken: hij ziet er enkele taro-aanplantingen, weinig cocospalmen, wellicht als gevolg van door vijandige bewoners van Anaa aangerichte vernielingen, en verder pandanus en andere nuttige bomen. Het is tijdens deze rondgang over het eiland, dat inheemsen hem vertellen van twee op hun atol achtergebleven kanonnen, afkomstig van een schip, dat erg lang geleden op hun oostkust vergaan is. Maar ze zijn bijna onher kenbaar. Later bedenkt Moerenhout, dat "Hardy Byron" alias "Foulweather Jack", zoals de Britse zeelui hem noemden, tevens grootvader van de romantische dichter Lord George Noel Gordon Byron, in 1765 deze groep bezocht heeft - hij noemde ze "King George Islands" - en bij die gelegenheid een stuk van het roer van een sloep gevonden had met erop de naam van het schip van Roggeveen2 naast verschillende over blijfselen van een schipbreuk op het eiland Teaukea (bedoeld is Takaroa). Inderdaad is er in Byron's reisverslag sprake van een in allerijl aan zijn lot overgelaten kampement, van de met houtwerk versierde kop van een roer van een Hollandse sloep, van een stuk gehamerd ijzer en enkele erg versleten voorwerpen. Een verhaal, dat ook al 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 28