Alles heeft zijn eigen schoonheid
Sarika Góth (1900-1992)
Vrije verworvenheden
Vanaf 1953 maakte het in opdracht
schilderen van kinderportretten
geleidelijk plaats voor vrij werken. Om
die overgang eenvoudiger te maken
begon Sari een antiekzaak in De
Goutsbloeme, de tekeningen en
schilderijen van haar vader kregen er
een vaste plaats.
In haar eigen werk schuwde ze het
experiment niet. Aan het begin van de
jaren zestig kwam ze met monotypes,
druksels en collages. De vermenging
van technieken leidde tot werken die
enerzijds aan middeleeuwse fresco's
en miniaturen, anderzijds aan
abtrstractere uitingen als clubisme
deden denken. Werd Sari aanvankelijk
geïnspireerd door schilders als
Holbeim, Dürer en Botticelli, nu werd
het accent verschoven naar Klee, Miro
en Schwitters. Cézanne heeft zij altijd
bewonderd. Haar kleurgebruik werd
vrijer, haar composities gedurfder,
abstracter en ritmischer. Het resultaat
was een nuancering in stijl; een eigen
stijl die steeds tot uiting was gekomen
in de harmonische verwerking van
ervaringen en die nu aan breedte won
door het vermogen tot 'nieuw
beginnen', aan diepte door (nog meer)
in zich te keren. In 1985 trad Sari naar
buiten met een reeks monotypes en
collages waarin het abstracte de
boventoon voerde.
De dingen
Dat Sarika veel heeft gereisd, is in haar
werken terug te vinden, men kan ze de
weerslag van een rijk, cosmopolitisch
Europees leven noemen. In die
weerslag is het 'het kleine' dat steeds
opnieuw in een bijzonder licht komt te
staan. Willem Enzinck noemde haar
'schilderes van de dingen'. Sari zei het
in 1939 zo: "Heerlijk is het om te
schilderen, want de wereld - het leven
- is vol; van schoonheid, in de
simpelste dingen van eiken dag: het
brood dat wij eten, de eieren die in de
keuken liggen, de peren en appels op
tafel." En een decennium later:het
onderwerp kan voor een schilder nooit
meer zijn dan de aanleiding om iets
van zichzelf te geven, of de vorm
waarin hij uitdrukt wat hij te zeggen
heeft."
Ontroering door kleur, lijn en vorm. Het
is vooral de kleur die bij Sarika zo
bijzonder is. Italiaanse invloeden?
Zeeuwse misschien? Uitheemse in elk
geval.
Sari exposeerde in binnen- en
buitenland, had haar vrienden en
bewonderaars dichtbij en ver weg. "Tu
as donné un sens a ma houle
nostalgique, toi dont corps et ame
exhalent l'exotique", dichtte Willy Marin
(Karisa Boute, 1965) voor haar. Hoe
thuisgeraakt in Veere ook, Sarika bleef
iets van elders houden.
Stilleven (1959).
In 1955 hoorde ze tot de oprichters van
de Zeeuwse Kunstenaars Kring, net als
haar oude 'Domburgse' vriend J. C.
van Schagen. Een andere vriend uit de
Domburgse tijd was Adriaan Viruly, die
in 1973 in de Schotse Huizen in Veere
een tentoonstelling van Maurice Goth's
werken opende. Over De Goutsbloeme
zei hij bij die gelegenheid: "Zo'n huis
vol mooie dingen is altijd een plaats
waar verwonderingen gewekt worden.
Mooie dingen worden uit verwondering
geboren en blijven verwondering
wekken bij alle goede kijkers en niet
het minst bij degenen die er toch
het meest mee vertrouwd zijn. In dit
geval bij de bewoonster van De
Goutsbloeme." Uit alles sprak Sari's
liefde voor schoonheid; uit haar
verzamelingen, haar huis, haar tuin,
haar werken, haar wezen. Wie bij haar
thuis kwam, kon zich waarschijnlijk
moeilijk aan een gevoel van weemoed
onttrekken. Schuilt in schoonheid niet
onvermijdelijk vergankelijkheid?
Of anders gezegd: is schoonheid niet
een moment, ligt zij niet altijd in the eye
of the beholder? Schildert een schilder
om dat moment vast te leggen?
In 1986 verscheen bij Bosch
Keuning in Baarn Sarika Góth, een
portret, een prachtig uitgevoerd boek.
Meer dan 60 uitstekende reproducties
van Sari's werk worden voorafgegaan
door een voorwoord van Jan Pieter
Glerum en een geschreven portret
door Klaas Laansma; zij worden
gevolgd door een korte biografie en
een overzicht van de tentoonstellingen
waar Sari aan mee werkte. Rakend
aan vele tijden en vele stromingen,
laatste schakel met het Toorop-
tijdperk, ging zij steeds een eigen weg.
Uit haar werken kan men Sarika vooral
leren kennen. Zijzelf is er niet meer,
maar ons heeft zij schatten nagelaten.
Sarika Góth's nalatenschap zal ten bate van het koningin Wilheiminafonds
worden geveild door Glerum cs, kunst- en antiekveilingen bv. te Den Haag.
In de maand juni van dit jaar in Middelburg (de inventaris van de antiekzaak
en de Zeeuwse schilderijen) en in het najaar in den Haag (de overige
werken van Sarika en Maurice Cóth).
59