00
ra
O
ob
4_, en
5 •-
"g
2
txo
ra cs
E -c
IE
"ro
<u te
O -S
c S
eï
to ö-
to o
5 -I
sa -
cu w
O Q
reiding voor de hofreis naar Tokyo die het Nederlandse
opperhoofd elk jaar moest maken. Meestal duurde die
reis drie maanden, van midden februari tot eind mei.
Het opperhoofd werd door de shogun in audiëntie ont
vangen en overhandigde de nodige cadeaus aan hem en
andere hoogwaardigheidsbekleders in Tokyo. Tijdens
hun verblijf in Tokyo werden ze bezocht door Japanse
wetenschappers van allerlei slag die hen met vragen over
stelpten. In afwezigheid van het opperhoofd werd deze in
Deshima vervangen door de tweede man van de factorij,
die in die periode zorgde voor de reparatie van de gebou
wen en de transportscheepjes. De tijd tussen de terug
keer van het opperhoofd op Deshima en de aankomst
van de schepen in augustus stond ook wel te boek als de
Stille Tijd en dat zegt genoeg. Het was in deze wereld
waar Van der Cruijsse in augustus 1728 belandde na eerst
tien jaar in Batavia werkzaam te zijn geweest.
Van St. Philipsland naar Batavia
Jan van der Cruijsse is rond 1700 geboren te St. Philipsland.
Omdat het doopboek van die plaats (1659-1780) in 1940
is verbrand, zullen we nooit met zekerheid kunnen vast
stellen wanneer hij geboren is. Hij was de zoon van
Johannes van der Cruijsse die van 1695 tot zijn dood in
1711 predikant in St. Philipsland was. Deze hertrouwde
na de dood van zijn eerste vrouw in augustus 1697 met
Margaretha Dibbets, die evenals hijzelf uit Middelburg
afkomstig was. Uit de weinige gegevens die voorhanden
zijn, blijkt dat de dominee niet onbemiddeld was want hij
bezat enige huizen in St. Philipsland en een boerderij in
de omgeving. In 1717 verkocht Jan deze voor zijn moeder.
Zelf zal hij er ongetwijfeld ook niet slechter op geworden
zijn. Wat hem naar de Oost dreef, is in de nevelen van de
geschiedenis gehuld maar mijn inschatting is dat het
eerder het avontuur was dat hem lokte dan het geld.
Begin november 1717 vertrok hij als adelborst op het
schip 't Raethuis van Vlissingen voor de Kamer Zeeland van
20 Zeeuws Tijdschrift 2000/3
de VOC naar Indië. Hij arriveerde medio juli 1718 in
Batavia. Tot zijn vertrek naar Deshima werkte Jan als lderk
op het kantoor van de VOC in Batavia. Over deze periode
van tien jaar in zijn leven is nog vrij weinig bekend. Waar
schijnlijk leed hij het toch wel naargeestige bestaan van
een klerk die weinig meer moest doen dan het kopieeren
van de vele rapporten en brieven die de VOC genereerde.
Door wie en waarom hij in Nagasaki benoemd werd is
evenmin duidelijk. Misschien werd hij aangelokt door de
verhalen die over dat gesloten rijk werden verteld en genoot
hij hoogstwaarschijnlijk Zeeuwse protectie.
De Toren van Zierikzee
Begin mei 1728 vertrok Jan op de Reijgersbroek naar Deshima.
Hij zal door de matrozen bij nadering van het land wel
gewezen zijn op een berg in de baai die sprekend op de
Toren van Zierikzee leek. Na een voorspoedige reis
ankerden ze op 23 juli 1728 voor de Papenberg. Op 25
juli konden ze van boord en betrok Van der Cruijsse zijn
woning aan de Kruisstraaat, de enige straat van Deshima.
Jan arriveerde in Japan toen dit land door een economi
sche crisis werd getroffen. Die uittte zich in hongersno
den en brandstichting op grote schaal door ontevreden
boeren en arbeiders. Hun enige uitlaatklep, bij onstente-
nis van wapens die door de samurai klasse waren gemo
nopoliseerd, was brandstichting. Die branden werden in
de dagboeken van de Nederlandse opperhoofden genoteerd.
Ondanks of misschien dankzij die crisis is er gedu
rende de periode dat Jan op Deshima verbleef een sterke
toename te zien in de belangstelling voor westerse kennis.
Die werd vooral gedreven door de shogun Yoshimune, die
zelfs een speciale persoon had aangesteld om die kennis
vergaren en te ontsluiten. Die persoon was Imamura
Gen'emon waar Jan dikwijls mee te maken moet hebben
gehad. Zo ontmoette hij Gen'emon in Tokyo tijdens zijn
eerste hofreis in 1729, die daar was om als tolk te funge
ren van de Duitse paardenmeester J.G. Keijser. Dat hij de