ZEEUWS
riJDSCHRIFl
Deshima,
mon amour
Het zal niemand ontgaan zijn dat dit jaar het vierhonderd-
jarig bestaan van de betrekkingen tussen Japan en Neder
land wordt herdacht. Talloze manifestaties luisteren de
viering op, ook in Zeeland. Zo zal het zenuwcentrum
van onze provincie het decor vormen voor de opvoerin
gen van de opera Curlew River en zal in de Abdijgangen
sushi worden geserveerd. Het gebeurt niet dikwijls dat
de vriendschapsband tussen een Aziatisch en Europees
land zo uitbundig wordt gevierd,
dus moet er een speciale reden
voor zijn.
En die is er. De unieke band
tussen beide landen werd gesmeed
tussen 1641 en 1853, een periode
waarin Japan zichzelf van de rest
van de wereld afsloot en de Neder
landers als enige westerlingen toe
gang tot Japan hadden. Dat ge
schiedde via het eilandje Deshima
in de Baai van Nagasaki. In de eer
ste fase van die periode lag de na
druk op handel maar vanaf 1715
kwam in toenemende mate het
accent op de overdracht van westerse kennis te liggen.
De 'Hollandse studiën' maakte het voor Japan na 1853
- het jaar waarin het zich weer openstelde voor de buiten
wereld - makkelijk het feodale keizerrijk in zeer korte tijd
tot een moderne staat om te vormen. Japan werd in het
Aziatische theater zelfs de grote concurrent van Nederland.
De val van Nederlands-Indië is voor een deel op het conto
van Japan te schrijven. Dat gegeven heeft de naoorlogse
verhouding tussen de landen tamelijk vertroebeld, maar
dat neemt niet weg dat die inmiddels als volwassen kan
worden omschreven.
Banden tussen landen berusten in essentie op per
soonlijke contacten. Zeeuwen zijn zich er nauwelijks
bewust van dat die met Japan vierhonderd jaar terug
gaan. Zo wisten de inwoners van Colijnsplaat zich aan
vankelijk geen raad met Japanse toeristen die op zoek
waren naar het geboortehuis van de door hen vereerde
Johannis de Rijke. Pas onlangs is men erin geslaagd de
belangstelling voor de waterbouwer te kanaliseren door
de onthulling van zijn buste in Colijnsplaat. De Rijke is
zeker niet de enige Zeeuw die belangrijk voor Japan is
geweest, zoals de artikelen over Pieter Nuyts, Jan van der
Cruijsse en Janis Reijnhout in dit nummer aantonen.
De meeste contacten tussen Japan en Zeeland verlopen
via de jumelage tussen Middelburg en Nagasaki (1982).
Om die een grotere kritische massa te geven is het raad
zaam die bij wijze van experiment
op provinciaal niveau te tillen. Op
die manier kan er zowel een ver
breding als verdieping van de rela
tie plaatshebben. Daar is zowel op
cultureel èn economisch terrein
nog de nodige ruimte voor. Bij mijn
weten is Euro-mit staal B.V. het
enige honderd procent Japanse
bedrijf in Zeeland. De gouverneur
van de prefectuur van Nagasaki,
die eind oktober op bezoek komt,
is in ieder geval een verklaard
voorstander van de opwaardering
van de betrekkingen
De lezer heeft wellicht gemerkt dat ik de relatie tussen
Nederland en Japan een warm hart toedraag. Dat komt
onder meer omdat ik geruime tijd betrokken ben geweest
bij het Deshima Dagregisters Project. Dat bestaat uit de
publicatie van meer dan tweehonderd door Nederlandse
opperhoofden op Deshima geschreven dagboeken. Ik
zwerf dus in gedachten nog dikwijls rond op het eilandje
en nu Deshima weer even in de hal van het stadhuis van
Middelburg staat, sluip ik er dikwijls binnen om mijn
heimwee te stillen. Wat mij betreft verovert die maquette
een vaste plek op het Abdijplein als symbool van de groei
ende Euraziatische toenadering. Het eerste artikel in het
Japans in dit tijdschrift over de tolk Imamura Gen'emon
is daar evenzeer een teken van.
Paul van der Velde
2 Zeeuws Tijdschrift 2000/3