niveau. Maar ook toen was al duidelijk dat het dorp als woonplaats, met of zonder voorzieningen, snel in populariteit toenam. Niet in alle dorpen, maar vooral in dorpen die tegemoet konden komen aan het beeld van de 'rurale idylle'. De identiteit van Zierikzee was eind jaren zeventig van de twintigste eeuw nog echt 'de stad' op Schouwen- Duiveland. Al had ik in mijn onderzoek veel gegevens verzameld over inwoners van Zierikzee, namelijk van de 'vertrekkers' uit de dorpen die zich daar hadden gevestigd, toen werd het door de gemeente Zierikzee toenmaals als een plattelandsonderzoek en als niet relevant voor de stad beoordeeld. Ook die identiteit paste in een traditionele verscheidenheid van neder zettingen: het misschien nog wel hardnekkiger status- verschil tussen 'stad en lande'. In elk geval probeer den de kleinere steden in Zeeland hun identiteit als stad op grond van de eilandelijke structuur nog lang hardnekkig te behouden, al resteerden hen op den duur in het streekplan buiten de stedelijke zones niet veel meer dan de kwalificatie 'dragende kern'. De identiteit van Zierikzee verschoof van stad, via regio naal stedelijk centrum in de richting van een bepaald type woonmilieu. Zierikzee kreeg te maken met dezelf de ontwikkeling als de omringende dorpen: algemene schaalvergroting en regiovorming, een afnemende betekenis van werkgelegenheid en voorzieningen als profilerend en een groeiende betekenis van de woon functie. Ik heb het proces van schaalvergroting en de consequenties voor Zierikzee bij het opheffen van het Waterschap Schouwen-Duiveland in 1995 nog eens mogen schetsen.2 Het is duidelijk dat het eiland wat dat betreft van meerdere kanten wordt opgenomen in ruimere woning-, arbeids- en verzorgingsmarkten. Men moet voor voorzieningen steeds vaker de Zeelandbrug over naar het zuiden, terwijl vanuit het noorden de stedelijke druk steeds meer merkbaar is. Aan deze ontwikkeling lijkt nog geen einde te komen. De gemeen telijke herindeling is in feite een onderdeel van dit proces van schaalvergroting. Differentiatie en profilering Het verdwijnen van de oude verscheidenheid van 'stad en lande' en een 'archipel van dorpen' betekent nog niet dat de 17 woonkernen op Schouwen-Duiveland steeds meer op elkaar zijn gaan lijken.3 Integratie binnen een ruimer gebied gaat vaak hand in hand met een toenemende differentiatie. In mijn proefschrift heb ik die nieuwe verscheidenheid voor Zeeland beschreven als primair gebaseerd op de woonfunctie.4 De essentie van die nieuwe verscheidenheid is dat zich plaatselijk een bepaalde bevolkingssamenstelling, een sociaal profiel, ontwikkelt in samenhang met de woonfunctie binnen een regionaal kader. Met Schudde- beurs, op wel heel korte afstand van Zierikzee, had Schouwen-Duiveland overigens al vroeg een plek die op basis van de woonfunctie ter plekke een 'oud-sub- urbane' atmosfeer uitstraalde. Voor de zich lokaal profilerende woonfunctie op Schouwen-Duiveland zijn naar mijn mening een vier tal kwaliteiten van belang.5 Allereerst is dat de aanwe zigheid van natuur. Met name de Noordzeekust en het duingebied maken bepaalde dorpen tot zeer aantrekke lijke woonplaatsen: dorpen met nature on the doorstep. Een tweede kwaliteit is het historisch authentieke, monumentale wonen. Wat dat betreft waren er in Zeeland twee tegengestelde ontwikkelingen. Naast dorpen met een onaantrekkelijke, soms zelfs een slechte woningvoorraad, zijn er steden en dorpen met belangrijke cultuur-historische kwaliteiten. De kerk- ringdorpen, zoals Dreischor en Noordgouwe, maar ook steden als Brouwershaven en Zierikzee hebben op Schouwen-Duiveland wat dat betreft grote poten ties. Tenslotte zijn 'rust en ruimte' en het verlangen te wonen in een overzichtelijke en tegelijk vitale woon gemeenschap relevante woonmilieukwaliteiten. Deze twee laatste kwaliteiten zijn minder grijpbaar en zijn terug te voeren op een weerstand tegen (verdere) ver stedelijking. Woonkernen die over de vier genoemde kwaliteiten beschikken profileren zich door de vesti ging van welvarende huishoudens. Ondanks deze nieuwe verscheidenheid blijven bepaalde groepen bewoners, lokale politici en bestuur ders het beeld van de oude verscheidenheid gebruiken. Voor een deel van hen is dat beeld in zoverre reëel dat zij zelf, of hun achterban, een lokale bestaansbasis hebben (boeren) of lokaal geworteld zijn. Daarnaast zijn er echter steeds meer bewoners die een beeld van het dorp hanteren dat past binnen de nieuwe ver scheidenheid. Verschillende, met elkaar conflicteren de beelden van een dorp maken het moeilijk de iden titeit van het dorp op Schouwen-Duiveland vast te stel len. De steeds maar weer oplaaiende discussie over woningbouw in dorpen kan het beste worden gevoerd met argumenten ontleend aan de 'nieuwe verscheiden heid'. Daarin staan de hiervoor genoemde kwaliteiten 35 Zeeuws Tijdschrift 2002/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2002 | | pagina 37